NAVO-chef prijst Nederlandse inzet
Nederland draagt op heel veel verschillende manieren bij aan de NAVO en daar is het bondgenootschap dankbaar voor. Dat zei secretaris-generaal Jens Stoltenberg donderdag in Brussel.
Hij noemde onder meer de Nederlandse troepen die naar Litouwen gaan, de bijdragen aan de snelle reactiemacht en marinemissies. Ook gaf hij complimenten voor de F-16’s die het Baltische luchtruim beveiligen en de gezamenlijke aankoop van tanker/transportvliegtuigen met een aantal andere NAVO-landen.
Hoewel niet alles om geld draait, moeten de Nederlandse defensie-uitgaven zoals beloofd omhoog, aldus de Noor. Een journalist wees Stoltenberg erop dat in geen van de programma’s van de Nederlandse politieke partijen het budget de komende kabinetsperiode naar de 2 procent van het bruto binnenlands product gaat. De NAVO-chef zei dat die doelstelling geldt voor 2024, en niet voor over vier jaar.
De Amerikaanse defensieminister James Mattis eiste woensdag van alle bondgenoten dat ze nog dit jaar een stappenplan maken waaruit blijkt dat ze „bestendig” naar de 2 procent gaan. Voor Nederland zou dat een enorme stijging betekenen, aangezien ons land nu nog onder de 1,2 procent zit. Het zal al een hele klus worden om de ruim 2,5 miljard euro per jaar te vinden om het Europese gemiddelde van ruim 1,4 procent te halen.
Minister Jeanine Hennis gaat de kwestie voorleggen aan de ministerraad. Zij wees er woensdag op dat niet alleen moet worden gekeken naar de financiële bijdragen. De NAVO is volgens haar veel meer dan een prijskaartje. Maar Nederland zal volgens de minister serieus aan de slag moeten met de Amerikaanse eisen.