PvdA-ideoloog: Grote partijen lieten populistisch monster ontstaan
„Er is sprake van een culturele oorlog in de samenleving. Bij de komende Kamerverkiezingen botsen hoog opgeleiden en laag opgeleiden. De oude partijen gaan het waarschijnlijk niet redden.”
René Cuperus, medewerker van het wetenschappelijk bureau voor de PvdA, is somber, zo bleek woensdagavond tijdens een debatavond van studentenvereniging CSFR Ichthus te Rotterdam. Medewerkers en directeuren van wetenschappelijke instituten debatteerden met elkaar en met CSFR-leden in een zaal van de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Volgens Cuperus is „de gevestigde politiek het contact met de onderkant van de samenleving kwijtgeraakt. De scheiding ligt daar waar mensen wel en niet hebben geprofiteerd van de globalisering. Hoog opgeleiden hebben geen begrip voor de angst onder laag opgeleiden voor de islam.”
De grote politieke partijen hebben volgens de PvdA’er fouten gemaakt: „Er is een populistisch monster ontstaan. We zijn geïndividualiseerd en ontideologiseerd. Daarbij komen dan nog de vreemdelingen die niet zijn opgevoed bij onze waarden. De politieke partijen hebben daar onvoldoende op ingespeeld.”
Volgens Patrick van Schie, directeur van het wetenschappelijk instituut voor de VVD, is het probleem dat kiezers heel anders denken dan politici. Vandaar ook de vrees van politieke partijen voor referenda.
Maar wat de oplossing dan is? Volgens Van Schie in ieder geval niet het invoeren van een kiesdrempel of kiezen via districtenstelsels. „Laten we vasthouden aan het stelsel van evenredige vertegenwoordiging. In landen met kiesdrempels en districtenstelsels is het vertrouwen in de politiek lager dan bij ons.”
Maarten Neuteboom, medewerker van het wetenschappelijk instituut voor het CDA, komt wel een stapje verder. Volgens hem moet de politiek het lef hebben om fundamenteel te spreken over onderwerpen die gevoelig liggen in de samenleving. Als concrete voorbeelden noemt hij de euro en de Europese Unie.
Tijdens een tweede debatronde gaat het vooral over de betekenis en plaats van het christelijk geloof in de politiek. Jan Schippers, directeur van het WI van de SGP, krijgt van Wouter Beekers, zijn evenknie van de ChristenUnie, en van Erica Meijers, medewerker van het WI van GroenLinks de wind van voren omdat de SGP moslims voor de wet een gelijke positie met christenen ontzegt. Vooral het islammanifest van de partij oogst kritiek.
Schippers zegt dat hij als hij de nota had moeten schrijven andere accenten had gelegd, bijvoorbeeld dat moslims die hier verblijven ook grondrechten hebben. In de pauze voegt hij eraan toe dat de notitie „is geschreven vanuit het perspectief van de Biblebelt. Persoonlijk had ik meer aandacht gelegd op de situatie in grote steden. Ik woon in Rotterdam, en daar is de SGP een kleine minderheid in vergelijking met de allochtonen. We zijn hier een paar stations verder.”
Schippers kreeg ook de vraag voorgelegd waarom hij voor de SGP kiest en niet voor de CU. „Ik vind de mens- en cultuurvisie van de ChristenUnie te positief.” Verder vindt hij dat de CU te veel verwacht van de overheid: „Ik wil een zo klein mogelijke overheid.”