Een van de klagers is het ambtelijke pensioenfonds van de staat New York. Citigroup’s investeringsbank Salomon Smith Barney leverde in de jaren negentig volgens de klagers een veel te optimistische analyse van WorldCom, waardoor de waarde van het aandeel WorldCom kunstmatig werd opgekrikt.

Dit leverde voormalig WorldCom-topman Bernard Ebbers extra inkomsten op bij de verkoop van zijn aandelen. Het leverde Citigroup (via Salomon Smith Barney) 107 miljoen dollar op aan extra honorarium.

Deze twijfelachtige samenwerking was een van de vele voorbeelden die aan het licht kwamen toen de beursballon van de jaren negentig implodeerde. Door een regeling te treffen met benadeelde investeerders vermijdt Citigroup een proces en de bank erkent ook geen schuld.

Citigroup-topman Charles Prince maakte maandag bekend dat de bank naast het bedrag dat nu naar WorldCom-beleggers gaat nog eens 6,7 miljard dollar heeft gereserveerd voor verdere claims. „Het wordt tijd dat wij die ongelukkige periode achter ons laten en afsluiten”, aldus Prince.

WorldCom vertegenwoordigde een van de grootste faillissementen in de Amerikaanse bedrijfsgeschiedenis die in de afgelopen jaren het vertrouwen van beleggers schokten. WorldCom herrees uit zijn as als MCI en sloot eerder dit jaar de faillissements- annex reorganisatieperiode af.

Het bedrijf meldde maandag dat het in het eerste kwartaal van dit jaar een verlies leed van 388 miljoen dollar (327 miljoen euro). In het kader van verdere kostenbesparingen besloot MCI nog eens 7500 banen te schrappen naast de 5700 banen waarvan al eerder was aangekondigd dat die dit jaar verdwijnen.