Koningspaar moet steeds de vulpen oppakken
Koning Willem-Alexander en koningin Máxima moeten tijdens hun werkbezoek aan de Duitse deelstaten Thüringen, Saksen en Saksen-Anhalt niet minder dan dertien Gouden Boeken tekenen en in Slot Oranienbaum ook het Groene Boek.
De traditie van het ‘ereboek’ van stad en deelstaat is sterk in Duitsland en dus moet er steeds tijd en plek worden gevonden om aan dit voor de gastheer zo gewichtige ceremonieel te voldoen. Maar het koningspaar wil liever niet in elke stad die wordt bezocht een omweg maken naar het Rathaus om daar onder hun fraai gekalligrafeerde namen een handtekening te plaatsen.
Het is altijd praktisch ingestelde Nederlandse hof heeft voor de Duitslandbezoeken daarom bedacht dat het Gouden Boek naar de koning en koningin toe komt. Oberbürgemeisterin Katja Wolf van Eisenach nam dinsdag haar exemplaar mee naar kasteel de Wartburg en burgemeester Andreas Bausewein van Erfurt presenteert woensdagmorgen zijn gastenboek in museum Alte Synagoge.
Het is, zo meldde ‘Protokollcheffin’ Gabriele Schmidt aan de Erfurter Allgemeine, het derde exemplaar dat na 1955 in gebruik is genomen. Paus Benedictus XVI was de eerste die zijn handtekening plaatste. De laatste koninklijke handtekening in een van de Gouden Boeken is die van koningin Paola van België uit 1996.
Het eerste boek dat Willem-Alexander en Máxima woensdag moeten tekenen is dat van de deelstaat Thüringen. In Weimar moet later op de dag ook nog twee keer de vulpen worden opgepakt.