Tentoonstelling ”Het andere verhaal” in Jeruzalemkerk Amsterdam
Heel wat Joden zijn in de Tweede Wereldoorlog gered door moslims. De tentoonstelling ”Het andere verhaal” in de Amsterdamse Jeruzalemkerk geeft hiervan een indruk.
De Jeruzalemkerk ligt in De Baarsjes, een multiculturele wijk in Amsterdam-West. Voor de kerk ligt een pleintje met wat banken en speeltoestellen. ’s Zondags voor kerktijd spelen hier regelmatig kinderen. Een van hen was de moslim Shiante Kelly. Donderdagavond was hij voor het eerst in de Jeruzalemkerk, ter gelegenheid van de opening van de tentoonstelling ”Het andere verhaal”.
„Ik vond het bijzonder om het verhaal van Shiante te horen”, vertelt ds. Elsbeth Gruteke, predikant van de Jeruzalemkerk en radiomaker bij de Evangelische Omroep (EO). „Hij kwam hier vroeger voetballen en vroeg zich dikwijls af wat er in die kerk gebeurde. Hij is nu als medewerker van de Anne Frank Stichting betrokken bij de bestrijding van antisemitisme. Zulke jongens kunnen veel betekenen.”
Het idee voor deze expositie is afkomstig van de Amsterdamse rabbijn Lody van de Kamp. Hij zag in Engeland de tentoonstelling, die was opgezet door ”Faith Matters”, een organisatie die wereldwijd conflicten wil verminderen en mensen bij elkaar brengen. De rabbijn liet de panelen van die tentoonstelling vertalen, in overleg met het stadsbestuur. De expositie is inmiddels al op meerdere locaties in de hoofdstad te zien geweest.
En nu staat ze voor het eerst in een kerk. Behalve rabbijn Van de Kamp en de Jeruzalemkerk nam ook de Marokkaanse jongerenwerker Saïd Bensellam deel aan de organisatie. „Ik hoop dat er veel mensen uit de buurt komen kijken, zodat we met elkaar kunnen kennismaken”, zegt ds. Gruteke. „De werelden van de blanke kerkgangers en de buurtbewoners zijn te veel van elkaar gescheiden. De tentoonstelling kan bijdragen aan meer onderling begrip. Ik sprak tijdens de opening een Marokkaanse vrouw die hier met haar vriendinnen wil komen. Ze vertelde erbij dat haar vriendinnen daarvoor wel echt een drempel over moeten.”
Keuze
Dan kunnen ze zien hoe moslims in de Tweede Wereldoorlog Joden hebben geholpen. Dat deden ze onder meer in Albanië, Bosnië, Turkije, Wit-Rusland, Oekraïne, Macedonië, Litouwen, Rusland en in enkele Noord-Afrikaanse landen waar moslims en Joden eeuwenlang vreedzaam naast elkaar woonden. Toen de nazi’s het in deze landen voor het zeggen kregen, kwamen de moslims voor de keuze te staan om te helpen of niets te doen. Sultan Mohammed V van Marokko hielp. Hij kon niet voorkomen dat er een kamp met 700 tot 1000 Joden in zijn land kwam, maar hij wist wel de deportatie van deze mensen te verhinderen.
„Kom binnen”
De Joodse familie Bachar, die vanuit Kosovo naar Albanië was gevlucht, leefde na de komst van de Duitsers in 1943 (zie kader) enige tijd in de bergen. Toen de honger te groot werd, klopte men bij plaatselijke kruidenier Hoti aan om hulp. De man bracht het complete gezin onder bij diverse familieleden.
Een van hen was Rachel, die in het huis van Hasan Hoti terechtkwam en vriendschap sloot met dochter Cele. Ze kleedde en gedroeg zich als een vrome moslima onder de naam Shpresa. Het ging goed tot een Duitse militaire eenheid aan het einde van 1943 een deel van het huis opeiste. Rachel verstopte zich op de bovenverdieping. Door de kieren van de vloer kon ze beneden zich de Duitse soldaten zien. Zij en haar hele familie bleven in leven tot de bevrijding van Albanië in november 1944. Het contact tussen beide families is in 1992, na de val van het communisme, hersteld.
Vebhi Hoti, een zoon van Hassan Hoti, zei over het helpen van Joden: „Het was niet alleen de traditie van mijn vader of oom, maar het was een Albanese traditie. Voor ons doet het er niet toe of je moslim, rooms-katholiek of Jood bent. Een klop op de deur is genoeg om tegen de ander te zeggen: „Kom binnen.” Geen enkel geloof draagt haat of moord uit. De moskee is goed, de kerk is goed, de synagoge is goed. God vraagt ons elkaar te helpen.”
De tentoonstelling is te zien tot en met 16 februari. saidenlody.nljeruzalem-kerk.nl
----
Joden in Albanië
Albanië is het enige Europese land dat na de oorlog een grotere Joodse bevolking telde dan ervoor. In 1940 leefden er 200 Joden en in 1945 2000. Aanvankelijk werd Albanië bezet door Italië, dat de Joden niet vervolgde. Toen de Duitsers er in 1943 de baas werden, braken er moeilijke tijden aan.