Debat Tilburg: Al eeuwen harmonie tussen christenen en moslims Albanië
In Albanië leven christenen en moslims al eeuwenlang in harmonie, zo bleek zaterdag tijdens een studiedag in Tilburg.
De bijeenkomst was georganiseerd door Stichting Communicantes, die zich richt op uitwisseling tussen de Rooms-Katholieke Kerk van Nederland en kerkgemeenschappen in Midden- en Oost-Europa. Het thema van de bijeenkomst was ”Albanië. Land in transitie”. Zowel de Nederlandse ambassadeur in Albanië, Dewi van de Weerd, als de Albaanse ambassadeur in Nederland, Adia Sakiqi, waren aanwezig.
Het kleine Zuidoost-Europese land heeft jarenlang in een geïsoleerde positie verkeerd. Het koos in de jaren zestig van de vorige eeuw voor het communisme à la China en noemde zich een atheïstische staat. Kerken en moskeeën werden gesloten. Sinds 1991 is Albanië een parlementaire democratie. Verkiezingen in 1992 maakten een einde aan de macht van het communisme. De transitie naar een democratische staat gaat echter niet vanzelf, zo bleek zaterdag uit de lezingen.
Ambassadeur Van de Weerd wees op de nog steeds heersende corruptie, het tekort aan persvrijheid en een slecht functionerende rechterlijke macht. Positief noemde ze het toegenomen aantal vrouwen in de politiek en de investeringen in het bedrijfsleven. Nederland is na Griekenland de tweede investeerder in Albanië.
Ambassadeur Sakiqi, die goed Nederlands spreekt, haakte in op de negatieve berichten over Albanië in de Nederlandse pers door de vele asielzoekers uit dat land. Ze vindt dat de Nederlandse kranten erg agressief over hen schreven. De Belgische pers kent volgens haar zijn verantwoordelijkheid beter dan de Nederlandse.
Bij Albanese asielzoekers gaat het meestal over jongeren die vanwege de grote veranderingen in het land Albanië verlaten om elders een bestaan op te bouwen. „Deze economische vluchtelingen weten dat ze geen asiel krijgen maar ze willen toch een kans maken. Hun houding is fatalistisch. We moeten het verleden onder ogen zien”, aldus Sakiqi.
De ambassadeur stelde dat de religie na het communisme weer krachtig teruggekomen is. „Tolerantie is in Albanië geen issue maar een gegeven. Albanezen hebben een eigen spiritualiteit zonder dat ze anderen beschuldigen. Deze religieuze harmonie is de grootste verdienste van de geschiedenis van het land.”
Ds. Esther Struikmans, predikant van de protestantse gemeente van Assen, is de schrijver van een boek over Albanië met de titel ”Wat is jullie geheim?”. Het gaat over de doorslaggevende factoren die hebben bijgedragen aan een eeuwenlange harmonieuze verstandhouding tussen moslims en christenen in Albanië. Van de religieuze Albanezen is 70 procent moslim en 30 procent christen.
Als een van de oorzaken noemde ds. Struikmans de gastvrijheid en de hartelijkheid van de Albanezen. „Het is opvallend dat er in Albanië in de Tweede Wereldoorlog geen Jood aan de Duitsers is uitgeleverd. De bevolking is gastvrij en niet bang is voor iemand die anders is, ook al spreekt men elkaars taal niet.”
Verder noemde de predikant het investeren in relaties en het gegeven dat het werk dat er is niet via religieuze lijnen verdeeld wordt. Ze wees ook op de nuchterheid van de Albanezen die wel financiële hulp accepteren bij de bouw van een moskee maar niet willen weten van inhoudelijke inmenging in de boodschap.
Een belangrijk item is volgens ds. Struikmans dat er niet geprovoceerd wordt, in tegenstelling tot Nederland waar dat wel gebeurt. „Het debat in ons land wordt steeds meer gericht op moslims die zwartgemaakt worden. Als de premier mensen betitelt als ”tuig” zet hij een hele groep neer. De uitspraak van de premier: „Ga terug naar je eigen land”, is kwalijk. Ben je geen Nederlander als je ouders uit een ander land komen?”
Nederland moet volgens de predikant oppassen om niet af te glijden. Ze noemde een aantal signalen die leiden naar disharmonie. De eerste is dat vooroordelen een eigen leven gaan leiden. Een ander signaal is dat negatieve uitlatingen en provocaties gewoon worden. Verder noemde ze discriminatie op de arbeidsmarkt en een focus op veiligheid en geweld. De meeste aanwezigen waren het ermee eens dat deze dingen gebeuren. Ze waren het –zo bleek uit het aantal opgestoken rode kaarten– minder eens met de stellingen dat de andere groep vermeden wordt, en dat er weinig ruimte is om een tegengeluid te laten horen.