Dienstenorganisatie Protestantse Kerk in een nieuw jasje
”Dicht bij het hart” is het motto van de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) in haar huidige beleidsplan. Vanuit de kernwoorden transparantie, ruimte en eenvoud, heeft de organisatie zichzelf opnieuw ingericht.
Ze wil vooral ondersteunen wat er plaatselijk gebeurt, benadrukken clustermanagers Vincenza La Porta, ds. Hans van Ark en directeur Haaije Feenstra.
Kennis delen staat daarbij centraal. Ook valt regelmatig het woord co-creatie.
La Porta: „Niemand kan hier achter zijn eigen bureau in zijn eentje iets nieuws gaan zitten uitvinden. Dat is niet onze werkwijze. Nieuwe producten komen gezamenlijk, liefst in overleg met andere afdelingen, maar vooral ook met inbreng vanuit de plaatselijke gemeenten in de Protestantse Kerk, tot stand.”
Dienstenorganisatie Protestantse Kerk in een nieuw jasje
Zit een gemeente in de Protestantse Kerk in Nederland met een vraag? Sinds kort zit het team Ondersteuning Gemeenten in het dienstencentrum te Utrecht van 9.00 tot 21.00 uur klaar om die te beantwoorden.
Het klinkt luxe, maar deze vernieuwing moet onder meer de klap van het ontslag van de gemeenteadviseurs –37 in totaal– goedmaken. Vincenza La Porta, voorheen programmamanager bij jongerenorganisatie JOP van de Protestantse Kerk in Nederland, stuurt sinds 2 januari het cluster Ondersteuning Gemeenten aan. Deze mensen ondersteunen de kerken op drie thema’s die in het synodeplan ”Kerk 2025” als belangrijk worden aangemerkt: geloofsoverdracht en -opvoeding, missionair werk en pionieren, en eenvoudig kerk-zijn.
Klagen over wat voorbij is, daar houdt La Porta niet van. Enthousiast is ze wel over haar team en over de nieuwe inrichting van het dienstencentrum aan de Joseph Haydnlaan in Utrecht. De muren tussen de kantoorruimtes zijn op veel plaatsen verdwenen, wat resulteert in een open, lichte, moderne kantoortuin. En in een zogeheten kerkplein, voordat je de ruimte van dit cluster binnenkomt.
„Hier willen we mensen uit ons netwerk regelmatig ontmoeten. Missionaire organisatie IZB, jongerenorganisatie HGJB en zendingsorganisatie GZB hebben als modalitaire uitvoeringsorganisaties een speciaal plekje in ons netwerk. Daarnaast zijn veel gemeenteadviseurs zelfstandig verdergegaan. We verwijzen graag door naar hun expertise.”
Geen laboratorium
Een laboratorium moet haar cluster –44 fte, waarvan 10 personen dagelijks via e-mail en telefoon informatie doorgeven en vragen beantwoorden– niet worden. Wel hebben ze hier de mankracht en de denkkracht om ideeën van gemeenten verder te ontwikkelen. „We zijn nog altijd een organisatie met 200 fte. Daarmee kunnen we ontzettend veel doen ten dienste van de kerk. Veel gemeenten beseffen niet dat wat zij ontwikkelen en bedenken ook goed kan zijn voor andere gemeenten. Wij zijn de spin in het web dat gemeenten met elkaar wil verbinden.”
Creatief zijn
De reorganisatie, een resultaat van ”Kerk 2025”, verplicht de dienstenorganisatie om op andere manieren te gaan denken, vertelt La Porta. „Je moet creatief zijn en nieuwe wegen bewandelen. Die nieuwe werktijden, van negen tot negen op maandag tot en met donderdag en vrijdags van negen tot vier, zijn daar een resultaat van.
En het werkt, hebben we de laatste weken gemerkt. Veel vragen komen via de e-mail binnen, maar we worden ook zeker gebeld.”
Het cluster Kerk en Werk wordt aangestuurd door ds. Hans van Ark, hiervoor zeven jaar programmamanager missionair werk en kerkgroei. Zijn afdeling houdt zich bezig met alle kerkordeveranderingen die vanwege ”Kerk 2025” op stapel staan. Als het gaat om de vertegenwoordiging vanuit de classes (regionale kerkvergaderingen) staan er grote veranderingen op stapel. Niet langer zal elke gemeente een afvaardiging naar de classis hebben. En het aantal classes wordt van 75 teruggedrongen naar 11, met aan het hoofd een classispredikant die fulltime beschikbaar moet zijn voor de gemeenten en hun predikanten.
Ook de mobiliteit van predikanten wordt door ds. Van Arks team gefaciliteerd. Het cluster moet met ingang van volgend jaar volledig ingericht zijn volgens ”Kerk 2025”. Maar eerst moet de synode hier in april nog haar fiat aan geven. Of dat nog narigheid kan opleveren? Ds. Van Ark laat zich er niet over uit. „We concentreren ons op waar we nu zijn. Ons werk richt zich op alles wat met de kerk en haar werkers te maken heeft, wat er ook besloten wordt.”
Verademing
Het plan ”Kerk 2025” noemt de predikant „een verademing. Het moest, maar het is ook een verademing. We richten ons weer op de roeping van de kerk: de liefde van God in Christus doorgeven aan mensen die Hem nog niet kennen.”
Haaije Feenstra, directeur van de dienstenorganisatie, vertelt in zijn werkkamer boven in het dienstencentrum dat de reorganisatie ook echt een verlies betekent. „Een krimp van 25 procent voel je natuurlijk. Tegelijk willen we deze reorganisatie gebruiken om een kleinere dienstenorganisatie te worden die op moderne leest geschoeid is. Al die aparte hokjes, dat kon echt niet meer. Geen enkele moderne organisatie heeft dat.”
Het liefst ziet Feenstra dat de organisatie verhuist naar Hydepark in Doorn, waar vorig jaar een nieuw ”Huis van de kerk” geopend werd. Vanwege vergunningaanvragen bij provincie en gemeente kan dat nog wel vijf jaar duren. „Daarom hebben we hier aanpassingen gedaan aan het pand. Dat is geen weggegooid geld, want als je het verkoopt, kun je laten zien dat de je boel niet hebt laten versloffen.”
Op dit moment is het dienstencentrum „voor 98 procent in gebruik.” Ongeveer de helft daarvan is in gebruik bij de dienstenorganisatie zelf, de overige ruimte wordt verhuurd. Feenstra: „Ik heb altijd gezegd dat een kerk geen vastgoedonderneming moet willen zijn. Als de jas ons te groot zit, moeten we een andere passen.”
Cijfers over de PKN
De Protestantse Kerk had vorig jaar 1.969.755 leden, zo is te lezen in de nieuwe folder van de dienstenorganisatie. Gemiddeld gingen er 376.500 mensen wekelijks naar de kerk. Er trouwden 5400 stellen en er werden 7655 mensen gedoopt. Er zijn 2458 kerkgebouwen in gebruik en de kerk heeft 1245 actieve predikanten en kerkelijk werkers. Verder vinden op 90 plekken nieuwe vormen van kerk-zijn plaats, steunen 1480 gemeenten de Voedselbank en zet 80 procent van de gemeenten zich in voor vluchtelingen. Bij de kerk zijn in totaal 197.400 vrijwilligers betrokken.