Meeste Nederlanders hechten aan behoud contant geld
Hoewel we met elkaar steeds meer pinnen, vindt 71 procent van de Nederlanders dat het ook mogelijk moet blijven om aankopen buiten de deur contant af te rekenen. Dat bleek donderdag uit een onderzoek dat De Nederlandsche Bank (DNB) heeft laten uitvoeren.
Tussen 2010 en 2015 is het percentage contante betalingen „aan de toonbank” teruggelopen van 65 naar 49 procent. DNB verwacht dat dit in 2018 nog 40 procent zal zijn. De opkomst van contactloos betalen met de betaalpas of smartphone zal de terugloop verder in de hand werken, verwacht de centrale bank.
DNB stelt zich, met andere partijen in het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB, een denktank van bedrijfsleven, banken en overheid), op het standpunt dat contant betalen mogelijk moet blijven. Groepen consumenten die daar baat bij hebben zijn bijvoorbeeld mensen die nog geen betaalpas hebben of deze tijdelijk niet kunnen gebruiken, mensen met een visuele beperking en jongeren onder de 14 jaar. Ook zijn er mensen die contant geld gebruiken om niet te veel uit te geven.
Ook houdt de centrale bank rekening met de mogelijkheid dat het elektronisch betalingsverkeer door een storing plat zou kunnen komen te liggen. Als dat op grote schaal gebeurt, kan het „ontwrichtende maatschappelijke effecten” hebben, aldus DNB. Daarom moet contant geld als alternatief beschikbaar blijven.