Polen blijven juichen bij conservatieve regering
West-Europa heeft weinig goede woorden over voor de Poolse regering. Die is antidemocratisch, nationalistisch en tegen buitenlanders. Maar in eigen land blijft het kabinet van de Partij voor Recht en Gerechtigheid (PiS) mateloos populair.
In de jongste peilingen steeg de PiS naar 34,7 procent van de stemmen. Dat is hoger dan de twee grootste oppositiepartijen samen. Als er nu verkiezingen zouden worden gehouden, zou PiS haar meerderheid in het parlement gewoon behouden.
Wie wil begrijpen waarom de partij van Jaroslaw Kaczynski zo populair is, moet naar de Warschause wijk Praga-Noord. Vrijwel nergens heeft PiS zo’n grote achterban als hier. En op weinig plekken tiert de verloedering zo welig. De verf bladert van de huizen, jongeren in joggingpakken hangen op straat. Veel gezinnen kunnen zich voor hun kinderen geen fatsoenlijk bed of bureau veroorloven.
Ook Marta Zeba (29) had tot voor kort grote moeite haar kroost te onderhouden. Maar dat is veranderd. Ze komt vandaag stralend uit het winkelcentrum. Haar oudste dochters hebben allebei een plastic tas in de hand met nieuwe winterlaarzen. Zeba duwt de kinderwagen met haar jongste dochter (2) voort. „Eindelijk kan ik betere, écht warme kleding voor mijn dochters kopen”, zegt ze. Dat is mogelijk gemaakt door de nieuwe kinderbijslag, ingesteld door de regering. Zeba is tevreden met Kaczynski’s partij. „Eindelijk doet iemand echt iets voor ons.”
Zeba is geen uitzondering. De populariteit van PiS is voor veel toeschouwers uit de rest van Europa lastig te begrijpen. In de pers lezen we alleen over massale protesten tegen de regering, het vleugellam maken van het grondwettelijk hof, staatsmedia die tot veredelde propagandakanalen worden omgevormd en meer Poetinachtige machtstrucjes. Al die problemen bestaan inderdaad, maar een groot deel van de Polen maalt er niet om. Zij hebben andere zorgen en zien eindelijk vooruitgang.
Zo heeft de regering een regeling met kinderbijslag van 120 euro per maand ingevoerd, die ouders vanaf het tweede kind krijgen. Dat lijkt liefdadigheid, maar er ligt ook pure noodzaak aan ten grondslag. Het kindgeld moet de lage geboortecijfers opstuwen, want weinig landen hebben zulke lage vruchtbaarheidscijfers als Polen – zelfs China doet het beter.
Verder is het minimumloon deze maand ingesteld op 12 zloty (2,80 euro) per uur, voor iedereen. Voorheen was er alleen een minimumloon voor vaste banen. Ook dat wordt verhoogd, van 420 tot 450 euro bruto. Tot slot verlaagt PiS de pensioenleeftijd naar 65 jaar en verhoogt zij de belastingaftrek voor lage inkomens.
Linkerflank
Direct nadat Recht en Gerechtigheid vorig jaar de verkiezingen had gewonnen, verhief premier Beata Szydlo de sociale programma’s tot speerpunt. Ze heeft woord gehouden. Op de linkerflank heeft PiS geen concurrentie. Terwijl de partij eigenlijk rechts-nationalistisch en katholiek-conservatief is en zichzelf ziet als anticommunistisch, heeft ze economisch gezien een links karakter. Ze gaat namelijk uit van een brede opvatting van de sociale staat.
Marta Zeba heeft vorig jaar niet gestemd, nog nooit eigenlijk. Ze dacht dat de politiek nooit werkelijk iets zou veranderen. Dankzij de kinderbijslag ziet ze voor het eerst concreet resultaat. Ze vertoeft met haar man en drie kinderen op 50 vierkante meter. Werk heeft ze niet, ze zorgt voor haar dochters.
Haar man verdient 700 euro netto – net genoeg voor huur en eten. Maar de gasrekening is af en toe een probleem, net als schoolspullen. Daarom is de 240 euro aan kindgeld een verademing. „Vroeger kocht ik dáár kleding”, zegt Zeba, wijzend naar een winkel in tweedehands goederen. Ze komt er nu nog zelden. Daar komen kleren terecht die in West-Europa zijn afgedankt. Je kunt er een T-shirt krijgen voor een euro, een jas kost een tientje.
Binnen steekt de eigenares een sigaret op. Ze is alleenstaande moeder en krijgt ook kinderbijslag. Het is geen overbodige luxe: met de winkel verdient ze 340 euro per maand. Toch is ze niet laaiend enthousiast over de regering. Ze zou liever meer verdienen dan hulp van de staat krijgen. De bloei van Polen is aan haar voorbijgegaan, net als aan veel landgenoten.
Onder de vorige, liberale regering heeft de economie zich in razend tempo ontwikkeld, niet in de laatste plaats dankzij gunstige maatregels voor werkgevers. Eigen initiatief en ondernemingsgeest werden gestimuleerd. Een sociaal vangnet zoals in Nederland zou alleen maar misbruik uitlokken en resulteren in passiviteit, zo was de gedachte.
En die politiek is succesvol geweest. De lonen stegen, maar niet voor iedereen. Cijfers van Eurostat wijzen uit dat Polen de grootste loonkloof van Europa kent – een reden voor de nieuwe regering om te nivelleren.
Over de vorige premier, de liberaal Donald Tusk, hebben de klanten van de tweedehands winkel geen goed woord over. „Die hoort in de bajes”, zegt een oudere vrouw over de huidige leider van de Europese Raad. Dan mengen drie anderen zich in de discussie. Al snel wordt duidelijk: in deze winkel valt de keuze op PiS. Alleen de eigenares twijfelt. De andere vrouwen zijn idolaat van Kaczynski. „Door hem kan mijn dochter eindelijk haar kinderen op zomerkamp te sturen”, zegt een vrouw terwijl ze in een bak graait naar koopjes.
Zelfmoord
Toch zou de vreugde over de regering snel kunnen verdampen. De kinderbijslag kost de regering bakken met geld, en het is onzeker waar dat vandaan moet komen. Experts zien het beleid als economische zelfmoord. De economische groei is gedaald onder het bewind van PiS: van 3,8 procent in het derde kwartaal van 2015 tot 2,2 procent in dezelfde periode van 2016. De staatsschuld is nog betrekkelijk bescheiden, maar groeit flink.
Marta Zeba, de moeder bij het winkelcentrum, interesseert het niets. Daarover moeten politici zich het hoofd breken. Ze verontschuldigt zich, want ze wil snel terug naar haar warme woonkamer. Eindelijk hoeft ze niet meer te besparen op gas. Dat is belangrijker dan het lot van het grondwettelijk hof.
Over drie jaar zal ze voor het eerst gaan stemmen, voor Kaczynski’s Recht en Gerechtigheid, hoewel ze zijn politiek „niet helemaal ondersteunt.” Ze neemt de rest van het beleid gewoon voor lief.
Nog steeds communisme
Een grote groep Polen maakt zich zorgen om de abrupte omwentelingen in instituties zoals het constitutioneel hof. Door het veranderen van de procedures is het normaal functioneren van dit grondwettelijk hof eigenlijk onmogelijk geworden.
Bij de Europese Commissie in Brussel heeft dit veel kritiek uitgelokt. Eurocommissaris Frans Timmermans heeft recent opnieuw een ultimatum gesteld aan de Poolse regering. Maar uiteindelijk kan hij weinig doen. Zonder de steun van lidstaat Hongarije is de EU een tandeloze tijger, en kan Timmermans alleen roepen langs de zijlijn.
Terwijl de protesten tegen de regering voortduren, kunnen de minirevoluties ook op steun rekenen. Recht en Gerechtigheid (PiS) draagt het adagium uit dat Polen nog steeds wordt geregeerd door ex-communisten.
Volgens het verhaal van PiS is de omwenteling in 1989 een farce geweest. De verzetsgroep Solidarnosc kegelde in 1989 de communistische alleenheerschappij omver en sloot een pact met de toenmalige regering, om samen het land te regeren. Solidarnosc is inmiddels uiteengevallen in een groep die vóór dat pact was en een groep die de samenwerking ziet als complot tegen de gewone Pool. Tot de eerste groep behoren Lech Walesa en Donald Tusk, tot de tweede behoort PiS-leider Jaroslaw Kaczynski. Kaczynski was aanvankelijk een naaste medewerker van Walesa, maar tijdens diens presidentschap volgde een breuk.
Na de omwenteling ging de privatisering van staatsbedrijven mis. De werkloosheid explodeerde en de economie kwam in een vrije val. Krzysztof Brzechczyn, hoogleraar geesteswetenschappen en PiS-verwant, schrijft dat de transformatie zich kenmerkte door „een schandalige garing aan kapitaal, mogelijk gemaakt door mazen in de wet, waardoor mensen met de juiste kennis en invloed buitensporige winsten konden maken.”
Veel communistische leiders zijn nooit berecht. Ook bekleden rechters en andere hoogwaardigheidsbekleders uit de ‘oude tijd’ nog steeds hoge functies. De vraag is hoe erg dat is. In ieder geval zijn de kiezers van Kaczynski overtuigd van de rotheid van het ”uklad” (het systeem) en hopen zij op de „echte revolutie.”