Van der Laan en Rutte bij herdenking Holocaust
In Amsterdam is zondag de Holocaust herdacht, de Jodenvervolging door de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog. Voorafgaand aan de herdenking in het Wertheimpark was er een stille tocht vanaf het stadhuis.
Premier Mark Rutte legde namens het kabinet samen met vicepremier Lodewijk Asscher een krans bij het Spiegelmonument ‘Nooit meer Auschwitz’. In zijn toespraak zei de premier dat herdenken noodzaak is. „Om recht te doen aan alle vrouwen, mannen en kinderen die onder barbaarse omstandigheden hun leven verloren, gedoemd om voorgoed naamloos te blijven. Laat ons zeggen: hun namen doen ertoe.”
De Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan zei in zijn speech dat onrecht vanaf de eerste stap moet worden bestreden, en dat waardigheid tot de laatste stap moet worden bewaard. „De Holocaust sterkt ons in de overtuiging om in onze dagen iedere vorm van haat direct de kop in te drukken.” De burgemeester, die vrijdag bekendmaakte aan longkanker te lijden, kreeg applaus van de aanwezigen.
Na de toespraken legden veel particulieren en organisaties een krans.
In 2005 riep Kofi Annan, de toenmalige secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de bevrijdingsdatum van het naziconcentratiekamp Auschwitz, 27 januari 1945, uit tot een dag van herdenking: The Holocaust Memorial Day. Wereldwijd worden de slachtoffers herdacht van de Holocaust en van andere genocides.
De Nationale Holocaust Herdenking is de afsluiting en is elk jaar in Amsterdam op de laatste zondag in januari.