Kerk & religie

Acht kerken besluiten GKN voort te zetten

Acht gereformeerde kerken hebben zaterdag in Garderen besloten „vooralsnog” niet mee te gaan in de PKN en de Gereformeerde Kerken in Nederland voort te zetten onder de naam ”voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland” (vGKN).

Kerkredactie
10 May 2004 09:25Gewijzigd op 14 November 2020 01:12

De acht gereformeerde kerken (Boornbergum/Kortehemmen, Den Bommel, Frieschepalen/Siegerswoude, Garderen, Haarlem-Centrum, Harkema, Noordwolde (Fr.) en Zandvoort) hebben samen ongeveer 3860 leden.

Ds. K. J. Bijleveld, predikant in Garderen, is zaterdag gekozen tot preses van de synode van de vGKN. Ouderling G. H. Bakker uit Garderen werd gekozen tot scriba, ds. T. E. Heslinga uit Harkema tot assessor en mevrouw ds. A. van Harten-Tip tot actuarius (beheerder van de kerkelijke stukken). De vGKN tellen op dit moment vier dienstdoende predikanten en één emeritus.

De zaterdag gehouden synode heeft een verklaring opgesteld waarin geconstateerd wordt dat „de Protestantse Kerk in Nederland een belijdende kerk wil zijn overeenkomstig artikel 1 van de kerkorde van de PKN.” Tegelijkertijd merkt de synode op dat „zowel deze kerkorde als de bestaande kerkelijke praktijk ruimte biedt aan tegenstrijdige opvattingen omtrent het belijden (pluraliteit). Deze kerken betreuren het in hoge mate dat gemeenten binnen de PKN niet de vrijheid hebben om zich los te maken van het kerkverband wanneer ze zich daartoe, op grond van Gods Woord en de belijdenis, door de Heer der Kerk geroepen weten”, zo vervolgt de verklaring.

De acht kerken spreken in hun verklaring uit dat ze zich niet houden aan het besluit van de gereformeerde synode tot vereniging met de Nederlandse Hervormde Kerk en de Evangelisch-Lutherse Kerk en dat ze zich zullen houden aan de gereformeerde kerkorde. „Deze kerken willen de geestelijke eenheid bewaren en de kerkelijke eenheid zoeken met allen die zich gebonden weten aan het belijden zoals dat in de drie algemene belijdenisgeschriften en de drie formulieren van enigheid verwoord wordt.”

Ds. Bijleveld deelt desgevraagd mee dat het woordje „vooralsnog” in de verklaring de hoop in zich heeft dat er in de PKN zodanige veranderingen komen dat het voor de vGKN-kerken mogelijk wordt zich bij de PKN te voegen. Het gaat dan over de pluraliteit en over de zelfstandigheid van gemeenten in de PKN. „Als we het over de pluraliteit hebben, gaat het ons niet zozeer om de lutherse belijdenisgeschriften, als wel om het oefenen van tucht waar het gaat over moderne, schriftkritische opvattingen”, aldus de predikant.

De synodepreses benadrukt dat de vGKN streven naar een bijzondere betrekking met de PKN zoals die in ordinantie 14-4 van de kerkorde van de Protestantse Kerk beschreven wordt. „Hoewel wij de PKN niet beschouwen als een valse kerk, denken wij, nu er van ons nadrukkelijk een keus wordt gevraagd, dat we niet in die kerk moeten meegaan. Andere gemeenten, met wie wij ons heel nauw verbonden weten, denken dat ze die stap wel moeten zetten. Die veroordelen wij niet; integendeel, we blijven ons zeer met hen verbonden voelen, al trekken we een andere conclusie.”

De Garderense predikant geeft aan dat, wanneer de PKN de vGKN de status van kerkverband met bijzondere betrekking geeft, er over en weer mogelijkheden zijn om lid te worden. „Zowel voor gemeenteleden als voor predikanten.”

Tegelijk houdt de vGKN de deur open naar andere kerken die staan op het gereformeerde belijden. „Met name is op de synode de naam genoemd van de Nederlands Gereformeerde Kerken”, aldus ds. Bijleveld. Volgens hem zijn er ook nog steeds contacten met het Confessioneel Gereformeerd Beraad, een vereniging die gereformeerde kerken heeft geadviseerd wel mee te gaan in de PKN. De toekomst van de vGKN hangt, zegt ds. Bijleveld, ook af van mogelijke groei van het kerkverband. „Die groei verwachten we zeker; maar als dat niet zo zou zijn, is het natuurlijk de vraag of de vGKN op termijn levensvatbaar is.”

Contacten met bezwaarde hervormden zijn er wel, maar dan „voornamelijk op financieel gebied”, aldus ds. Bijleveld. „Er moesten voor de predikanten die niet meegaan, zowel in de gereformeerde kerken als in de bezwaarde hervormde gemeenten, voorzieningen getroffen worden op het gebied van de pensioenen en de arbeidsongeschiktheid. Gezamenlijk hebben we besloten daarvoor een stichting op te richten. Verder hebben we hier in Garderen al wel een gezamenlijke vergadering gehad met de kerkenraad van de hervormde gemeente (in hersteld verband). En dan zie je dat er, ondanks de verschillen in cultuur en structuur, op bepaalde gebieden her- en erkenning is.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer