Welbeschouwd (Steef Post): Het is nu genadetijd
Luther vond een uitweg in zijn worsteling. Het woord rechtvaardigheid kreeg een glansrijke inhoud. Een half millennium later zijn we hier niet mee klaar. Ook nu kun je verwarring tegenkomen rondom de rechtvaardigheid van God.
Die verwarring duikt soms op als we onze kinderen vertellen over de Heere. De Heere is barmhartig en gaarne vergevend allen die Hem aanroepen. Tegelijk heeft God Zich ook geopenbaard als een God Die toornt over onze zonden en rechtvaardig straft. Het zijn beide werkelijkheden in het leven van onze kinderen, kinderen van het verbond. Hoe moet dit nu samenkomen in het hoofd van zo’n kind? Als het denkt aan een goedertieren, een vriendelijk God, moet het dan denken: maar God is tegelijk ook streng en wil mijn zonde straffen? Een heilig God tegen Wie je eerbiedig alles mag vertellen en tege- lijk een God voor Wiens wraak je bang moet zijn? Dat is onmogelijk te combineren.
En dat hoeft ook niet. Het is namelijk niet tegelijkertijd. Het is na elkaar. Onze kinderen worden geboren onder Gods straffende gerechtigheid. Maar God schort het op. Het is alsof iemand een geweldige schuld heeft bij een vorst en onmiddellijk opgepakt en gedood kan worden. Maar de vorst zegt: „Ik leg het dossier nog even weg. Ik zeg niet hoelang, maar je krijgt tijd om het te regelen.” Meer nog: de vorst laat weten dat hij graag wilt dat je het regelt. Hij stelt alles in het werk om dat mogelijk te maken. Zo heeft God niet alleen een periode ter bekering gegeven, maar Hij heeft werkelijk alles gedaan om verzoening mogelijk te maken. Hij gaf Zijn Zoon Jezus Christus. Het is nu genadetijd. God openbaart Zich nu nog als ontfermend, barmhartig, genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid (Ex. 34:6).
Het ergste wat ons en onze kinderen kan overkomen is als we de gedachte van Gods ongemengde ontferming en liefde zouden opvatten als een geruststellende boodschap. God is liefde; het komt wel goed. Juist de tijdelijkheid van dit aanbod zou ijverig en biddend moeten maken. De huidige toestand is hoogst ernstig: in zonden ontvangen en geboren als kinderen des toorns. Als deze tijd vruchteloos voorbijgaat, vallen we weer terug in de oude situatie: des doods schuldig tegenover een rechtvaardige Rechter. Plus de schuldverzwarende omstandigheden van het afwijzen van de grote Gave: verzoening door de Heere Jezus Christus. Dan zal blijken dat Hij de schuldige geenszins onschuldig houdt (Ex. 34:7).
In de plaatselijk schoolkrant stond hierover juist een indringend stukje van de puritein William Fenner. Deze schrijft: „Gods eigenschappen, beide Zijn barmhartigheid en rechtvaardigheid hebben in dit leven hun tijd. Wanneer de barmhartigheid haar rol heeft gespeeld, komt de rechtvaardigheid op het toneel.
God staat nu met Zijn kraam wijd open voor alle mensen en voor wie nu wil komen om te kopen, ja zonder geld. Hij prijst Zijn waren aan. Er is geen markt of feestdag die altijd duurt. Indien het volk niet op tijd op de markt komt, sluit de marktman zijn kraam en gaat weg. Hij wil niet altijd met zijn waar te koop staan. Hij wil niet dat Zijn waren bederven, omdat niemand ze wil kopen.
Zo is het met God. Hoeveel zoete aansporingen, hoeveel vermaningen en predicatiën, hoeveel kloppingen op de consciëntie, hoeveel roerselen van de Geest zijn er in ijdelheid verkwist? Denkt u dat God deze als kraamwaar wil laten verrotten, omdat Hij maar op u blijft wachten? Neen, neen, de dag van de genade en barmhartigheid zal een einde hebben en dan zal de dag van de wraak komen.”
In een interview met ds. Van Rooijen in Terdege las ik dat de worsteling van Luther niet was: „Hoe krijg ik een genadig God”, maar „Hoe krijg ik God genadig?” Van die gedachte hebben we door het krachtige werk van de Heilige Geest bevrijding nodig. Gerechtigheid wordt een poort voor een zondaar als licht valt op Gods onuitsprekelijke genade in Jezus Christus.
Reageren? welbeschouwd@refdag.nl