Kerk & religie

Zendingscolumn: Albertine vanuit Tanzania

Onwennig sta ik tussen hen in. Zij zingen zonder enige reserve. Ik prevel met moeite de onbegrijpelijke klanken. Zij klappen in hun handen en wiegen met hun heupen. Ik klap voorzichtig mee, maar mijn heupen en benen staan stijf naast elkaar.

Albertine Karels
19 January 2017 16:21Gewijzigd op 16 November 2020 09:38
beeld iStock.
beeld iStock.

Het is mijn eerste Tanzaniaanse kerkdienst, nu bijna acht jaar geleden, en ik kijk mijn ogen uit. De geluidsboxen staan op het hoogste volume, de drum roffelt en de mensen zingen luidkeels. Lofprijzing!

Maar ik twijfel. Vind ik dit mooi of niet? Het is zo anders dan ik gewend ben: Psalm 42 op hele noten, langzaam en gedragen, met orgel. Al snel komen er meer vragen: Is dit echte lofprijzing? Moet het nu zo, op deze manier?

David helpt me een beetje verder. Over hem lees ik: „David en het hele huis van Israël huppelden voor het aangezicht van de Heere, met allerlei muziekinstrumenten van cipressenhout, met harpen, met luiten, met tamboerijnen, met rinkelbellen en met cimbalen” (2 Samuël 6:5). David loofde God door gehuppel en muziek. Zoals de mensen hier, in Tanzania. Maar… het past niet bij mij.

Wat moet ik hier nu mee? Eén ding is duidelijk: een christen kan niet zonder lofprijzing. Maar wat is lofprijzing precies? En hoe doe je dat?

C. S. Lewis maakte de vergelijking met een kunstwerk. Als we een mooi kunstwerk zien dan is dat bewonderenswaardig. Het dwingt bewondering af. En we zijn dom en ongevoelig als we het kunstwerk niet bewonderen. Zo is het ook bij God. Lofprijzen is iets zien en ervaren van Wie God is. In Zijn genade. Of in Zijn heiligheid. In Zijn macht of Zijn heerlijkheid. En dan borrelt de lofprijzing vanzelf op. Je zingt. Of je looft Hem in stilte. Hoe je het ook doet, je erkent het: Zo is God! En je wilt Hem hiervoor eren, met of zonder tranen, met of zonder dans. Dat geeft vrede. Geluk. Dát is lofprijzing.

Wie doet het nu beter? Die vrouw hier in Tanzania, met haar danspasjes en gewieg? Of die vrouw in Nederland, die zonder veel beweging meezingt met het orgel? Ik weet het niet. Ik hoef het ook niet te weten. God ziet het hart aan, ik niet. Maar als ze met mond én hart Hem prijzen, dán is het echte lofprijzing.

En ik? Moet ik meedansen of stil blijven zitten in de kerk? Het mag allebei. Eén ding mag niet: de ander veroordelen door te zeggen: „Jij prijst God niet op de juiste manier!” Laat ik deze lofprijzing opvatten als een aansporing: „Loof de Heere!” Waarom? „Want Hij is goed!”

Albertine Karels woont met haar man Jacob en hun vier jongens in Tanzania. Jacob werkt voor Wycliffe Bijbelvertalers. Albertine geeft de oudste drie jongens thuisonderwijs.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer