Weinig winterbloeiers
Tussen Kerst en 3 januari waren er in de natuur minder bloeiende planten te vinden dan vorig jaar en het jaar ervoor, zo blijkt uit onderzoek van Floristisch Onderzoek Nederland.

Floron houdt zich al 25 jaar bezig met de bescherming van de wilde flora en doet daar met hulp van honderden vrijwilligers onderzoek naar. Rond de jaarwisseling werden 82 soorten vaker dan tien keer aangetroffen, tegen 735 een jaar eerder.
Uit vergelijking van de resultaten van de afgelopen drie jaar concludeert Floron dat een koude novembermaand ervoor zorgt dat er een maand later minder planten in bloei staan dan wanneer november wat warmer is. In 2015, met gemiddeld 9,5 graden Celsius de warmste december ooit gemeten, stonden er veel meer planten in bloei: 735 soorten. De lijsten die de vrijwilligers instuurden waren de laatste keer de helft korter.
De laatste week van december 2016 liet zich qua temperatuur (gemiddeld 4,5 graad) aardig vergelijken met de laatste week van 2014.
Warmer
Het verschil was echter dat november in 2014 warmer was dan de afgelopen novembermaand. „Gemiddeld genomen was het net zo koud, maar eind november en de eerste week van december waren een stuk kouder dan in 2014 en ook rond Kerst was het kouder”, vertelt woordvoerder Laurens Sparrius. „In het uur dat de mensen buiten liepen, moesten ze een stuk beter zoeken om bloeiende planten te vinden dan in 2014. Voor elk uur dat ze buiten waren, vonden ze gemiddeld tien soorten in bloei. Een stuk minder dan twee jaar geleden.” Dat het verschil tussen 2014 en 2016 zo groot was, ondanks vergelijkbare gemiddelde temperaturen, verraste de onderzoekers het meest.
Voorjaarsbloeiers
In 2015 viel op dat er al zo veel planten in bloei stonden die normaal pas in het voorjaar bloeien. „Ze profiteerden van het milde weer, gingen het beter doen en produceerden ook meer zaad”, aldus Sparrius.
De planten die het in het afgelopen jaar het beste deden waren de kleinere compacte bloemen, zoals het madeliefje en planten met houtachtige stengels. Planten met holle stelen die veel sap bevatten, kunnen kennelijk minder goed tegen de vorst. Dat verklaart waarschijnlijk waarom de paardenbloem, die normaal het hele jaar door in bloei staat, uit de top drie van meest aangetroffen bloeiende plantentuimelde naar plaats zes. Een opvallende aanwezige was het bezemkruiskruid, een exoot die zich de laatste jaren sterk verspreidt. Dat gold in zeker zin ook voor de tuinwolfsmelk, ooit ingevoerd als tuinplant, maar al danig verwilderd.
Zoals verwacht deden de planten het in de kustprovincies, in het westen van het land en langs de rivieren het beter dan verder landinwaarts. „Het is daar net enkele graden warmer”, aldus Sparrius. Dat geldt ook voor de ruimte tussen stoepen en gebouwen. Nogal wat planten die om te wortelen genoeg hebben aan zo’n smal naadje, profiteren van de warmte die gebouwen uitstralen. Dat geldt overigens ook voor planten die onder bomen staan of onder een afdakje. Ook daar blijft het net wat langer vorstvrij dan in open gebied.
Representatief
Floron beschouwt de bevindingen als behoorlijk representatief voor de stand van zaken. „De spreiding van de planten komt overeen met de spreiding die wij kennen.” Ook werd bekeken of de mensen die de waarnemingen hadden ingestuurd ervaren plantenkenners waren of niet. „Wie voornamelijk namen van tuinplanten instuurde, hebben we weggelaten.”
Floron wil het onderzoek de komende jaren herhalen om de vinger aan de pols te houden. Sparrius: „We hopen op flinke afwijkingen: warmere of koudere periodes, maakt niet uit. Het gaat erom dat we goed kunnen zien wat dat met de planten doet.”
Top tien van winterbloeiers 2016/2017:
straatgras
madeliefje
klein kruiskruid
vogelmuur
herderstasje
paardenbloem
paarse dovenetel
tuinwolfsmelk
kleine veldkers
Canadese fijnstraal