Rechtszaak Van der G. aangehouden
De rechtbank in Amsterdam heeft dinsdagmiddag de rechtszaak tegen Volkert van der G. aangehouden. De rechtbank noemt de aanwezigheid van de moordenaar van Pim Fortuyn bij de behandeling „te belangrijk” om zonder hem het verzoek tot hernieuwde gevangenneming te behandelen.
Van der G. was afwezig door de treinstoring die het lastig maakte om de hoofdstad te bereiken.
Het OM wil hem weer voor een jaar laten opsluiten omdat hij zich niet aan de voorwaarden van zijn voorwaardelijke invrijheidssteling zou hebben gehouden.
Het Openbaar Ministerie zei dat het verzoek is gedaan omdat Volkert Van der G. „ontoereikend en niet-constructief” meewerkt aan het resocialisatieproces na het uitzitten van zijn straf voor de moord op Pim Fortuyn. Daardoor bestaat gevaar voor recidive, betoogde aanklager Gerard Robben namens het OM.
In een toelichting op deze zogenoemde „vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling” schetste het OM een patroon van tegenwerking door Van der G. Hij zou in zijn verplichte gesprekken met de reclassering steeds ontwijkende antwoorden geven, niet-actief meewerken, vragen van de reclassering betwisten en discussies uitlokken.
„Het is niet aan Van der G. om te bepalen hoe de reclassering haar werk met doen”, aldus Robben. Volgens hem bedroeg de gevangenisstraf achttien jaar „en niet twaalf jaar, dus hij heeft zich aan de voorwaarden te houden”.
De zitting begon later in verband met de afwezigheid van Van der G., die door de treinstoring zou zijn gestrand. Zijn advocaat Willem Jebbink probeerde contact te zoeken met zijn cliënt, maar dat lukte niet. Van der G. zou volgens