Anjum, afkomstig uit Quetta in het district Toba Tek Singh, raakte op 16 april vermist nadat hij op weg was gegaan naar een bruiloft in Pir Mahal. Zijn vader, Parvez Masih, meldde dit bij de plaatselijke politie. Ook gaf hij de vermissing door aan de plaatselijke televisiestations.

Enkele mullahs van de madrassa (islamitische school) Jamia Hassan Bin Ali-ul-Murtaza in het dorp Chak leverden Javed Anjum op 22 april bij de politie af. Ze stelden dat hij een dief was die had geprobeerd hun waterpomp te stelen.

In plaats van hem te arresteren, liet de politie meteen Anjums vader komen: de jongeman was ernstig verwond en niet meer bij kennis. Hij moest onmiddellijk naar het ziekenhuis worden overgebracht.

Elf dagen verbleef Anjum in het Allied Hospital in Faisalabad, waar hij op 2 mei overleed, zo bericht de mensenrechtenorganisatie Christian Solidarity Worldwide (CSW).

Inmiddels is duidelijk dat de 23-jarige Pakistaan vijf dagen en nachten achtereen is gefolterd door moslimextremisten van de madrassa. Tegenover de politie verklaarde Anjum even voordat hij stierf: „Ik was vlak bij de islamitische madrassa op zoek naar water. Ineens trokken de mullahs me mee naar binnen. Ze zeiden me dat ik een dief was en de waterpomp probeerde te stelen. Ik ontkende dat en zei tegen de islamitische leiders dat ik een christenjongere en student was. Ik was hier gekomen om een bruiloft bij te wonen. Zodra de islamitische extremisten hoorden dat ik een christen was, eisten ze van mij dat ik me tot de islam bekeerde. Ik weigerde dat, waarop ze me begonnen te martelen. Ze gingen daar van de vroege ochtend tot de late avond mee door. Ze folterden me enorm en vroegen me steeds weer of ik de islam wilde accepteren of niet.”

De marteling bestond onder meer uit het toebrengen van elektrische schokken en behandeling met een heet strijkijzer. In totaal had Anjum 26 wonden, aldus CWS. Artsen in het ziekenhuis meldden dat zijn nieren niet meer werkten, dat zijn rechterarm was gebroken en dat de elektrische schokken door zijn oren zijn gehoor hadden geschaad. Het doktersrapport meldt verder dat ook Anjums blaas niet meer werkte. „In plaats van urine plaste hij bloed of etter.”

Stuart Windsor, nationaal directeur van CSW Engeland, noemt de gebeurtenis „een tragedie. Dit is een voorbeeld van een behandeling die christenen in Pakistan voortdurend boven het hoofd hangt. We vragen onze achterban te bidden voor Javeds familie en roepen de Pakistaanse autoriteiten ertoe op deze zaak te onderzoeken en de schuldigen over te dragen aan justitie. We verzoeken ook de internationale gemeenschap met klem dit voorval met de Pakistaanse regering te bespreken.”

In het overwegend islamitische Pakistan staan christenen steeds opnieuw bloot aan vervolgingen. Regelmatig worden er christenen voor de rechter gebracht op beschuldiging van lastering van de islam.

Van de 157 miljoen inwoners van Pakistan is 96 procent moslim, 2,3 procent christen en 1,5 procent hindoe. De overigen behoren tot een andere religie.