Zo levert een oude stofzuiger een nieuwe op
Wat gebeurt er met een afgedankte stofzuiger? Die levert de grondstoffen voor een nieuwe. Dat bleek vorige week bij de opening van de nieuwe fabriek van recyclingsbedrijf Coolrec in Emmen: het sluitstuk in de circulaire economie van elektrische apparaten.
Machines draaien op volle kracht; oordoppen zijn geen overbodige luxe. Medewerkers lopen af en aan. Er hangt een weeë geur van gesmolten plastic. Wat er bij Coolrec in Emmen gebeurt, laat zich niet eenvoudig raden. Maar locatiemanager Emiel Huijbregts doet het allemaal haarfijn uit de doeken tijdens een rondleiding door de fabriek: machines maken van plastic snippers –in vaktaal maalgoed of flakes genoemd– plastickorrels. In jargon heet dit granulaat, een grondstof voor het plastic van elektrische apparaten.
Het maalgoed is afkomstig van afgedankte elektrische huishoudelijke apparaten en elektronica. Wereldwijd gezien komt slechts een fractie van de 65,4 miljoen ton aan elektrische apparatuur die dit jaar weer zal worden afgedankt bij Coolrec terecht. Maar in de Benelux is het bedrijf een grote speler met een marktaandeel van 33 procent in Nederland en liefst 57 procent in België. Coolrec heeft in Europa negen vestigingen en is een dochteronderneming van afvalverwerker Van Gansewinkel.
Huijbregts: „Elk jaar komt er bij onze vestigingen 35.000 ton aan kleine huishoudelijke elektronica binnen, zoals scheerapparaten, elektrische tandenborstels en koffiezetapparaten. Daarnaast 1 miljoen koelkasten en diepvriezers, en 500.000 tv’s en computermonitors.”
Mercedes-Benz
Wat doet Coolrec met al die apparatuur? In de vestiging Dordrecht verwijderen medewerkers onder meer koelmiddelen, olieachtige vloeistoffen, accu’s en elektromotoren. Vervolgens worden de apparaten verschroot. Aan een lopende band sorteren medewerkers de metalen en de andere stoffen.
Elk jaar leveren de afgedankte apparaten Coolrec zo’n 60.000 ton aan metalen op, zoals aluminium en koper. Die gaan naar een smelter voor hergebruik. Verschillende grote concerns nemen de metalen vervolgens af. Van het gerecyclede aluminium maken automerken zoals BMW, Volkswagen en Mercedes-Benz nieuwe motorblokken. Ook het ijzer uit de koelkast krijgt een nieuw leven, bijvoorbeeld als motorkap of autovelg. En witgoedfabrikant Miele neemt de gietijzeren gewichten uit de wasmachines terug en giet er nieuwe gewichten van.
Noodzaak
„Dat hergebruik is geen luxe, maar bittere noodzaak”, verklaart Huijbregts. Hij somt op: „Van aluminium is er een wereldwijde voorraad voor 161 jaar, ijzer 64 jaar, goud 45 jaar, koper 44 jaar en met zilver kunnen we nog 29 jaar vooruit. Hiervoor geldt: op is op.”
De recyclingfabrieken van Coolrec leveren daarnaast jaarlijks 55.000 ton aan allerlei plastics op. Deze mix van grove plastic snippers gaat naar de vestiging in Waalwijk.
„De harde kunststoffen polyethyleen, polypropyleen, polystyreen en ABS worden hier machinaal gesorteerd, gezuiverd en opnieuw verwerkt tot zuivere grondstoffen”, aldus Arjen Wittekoek, algemeen directeur van Coolrec.
Vervolgens gaan de kunststoffen naar Emmen. „De aangeleverde plastics zijn zeer zuiver. Ze hebben dezelfde kwaliteit als primaire grondstoffen uit aardolie, maar zijn aanzienlijk milieuvriendelijker”, aldus Wittekoek. „Tijdens het verwerken tot korrels kunnen we ze allerlei eigenschappen meegeven. Bijvoorbeeld een bepaalde kleur, of er een stof aan toevoegen die verkleuring van het plastic door zonlicht tegengaat. Exact zoals onze afnemer wenst.”
Het eindproduct in Emmen bestaat uit plastickorrels. „Dit jaar hopen we 10.000 ton plasticgranulaat te maken. De fabriek draait hiervoor vijf dagen per week, 24 uur per dag.” Elf medewerkers houden de fabriek draaiend, daaronder zijn er met een achterstand op de arbeidsmarkt. „Het gaat bijvoorbeeld om mensen met een burn-out of psychische problemen, mensen met een fysieke of mentale handicap. Die kunnen daardoor weer deelnemen aan de samenleving”, legt Huijbregts uit.
Het granulaat is een hoogwaardige grondstof om er nieuwe producten uit te vervaardigen. De locatiemanager laat een handjevol zien, in dit geval zwart ABS. Coolrec wil af van het idee dat afgedankte kunststoffen alleen nog maar geschikt zouden zijn voor het maken van bloembakken en bermpaaltjes.
Slagvast
In een laboratorium controleren medewerkers het granulaat op zijn eigenschappen. Huij bregts pakt een stuk versmolten zwart plastic. „Dit moet exact de eigenschappen hebben die onze afnemer verwacht. Niet alleen de kleur, maar ook bijvoorbeeld de sterkte, de slagvastheid en de geur van het materiaal moeten aan bepaalde eisen voldoen.”
Ten slotte gaat de grondstof retour naar de fabrikanten van elektrische apparaten. De locatiemanager vat het proces samen: „Zo’n producent heeft ooit via een speciaalzaak een koelkast afgeleverd. De consument gebruikt die tien tot vijftien jaar en dankt hem daarna af. Via de milieustraat en het netwerk van inzamelingsorganisatie Wecycle komt de koelkast terecht in Dordrecht bij Coolrec, waar deze wordt gedemonteerd en verschroot. Via de vestigingen in Waalwijk en Emmen komt het plastic weer terug bij de producenten van consumentengoederen. De oude koelkast levert zo weer een nieuwe op. En daarmee is de cirkel rond en de keten gesloten.”
Maar dan moeten alle huishoudens hun elektronische apparaten wel inleveren via inzamelingspunten zoals een milieustraat. Circulair denken zit bij de meeste mensen nog niet echt tussen de oren (Zie ook ”Wat is een circulaire economie?”).
In Nederland gaat elk jaar nog zo’n 35 miljoen kilogram aan elektrische apparaten verloren voor hergebruik van grondstoffen doordat mensen die onnadenkend in de kliko gooien; per Nederlander gaat dat dus om 2 kilogram aan elektrische apparaten. „We kunnen daar dan nog wel energie uit winnen in een afvalverbrandingsinstallatie, maar voor hergebruik als grondstof is het materiaal verloren”, aldus Jan Vlak, directeur van Wecycle. „Een circulaire economie begint met de consequente inzameling door gemeenten en milieustraten.”
Van alle ingezamelde elektrische apparaten wordt vandaag de dag 84 procent gerecycled, 13 procent krijgt een andere nuttige toepassing of wordt verbrand; daarmee wordt fossiele brandstof bespaard. Daar kan ook nog best wat in worden verbeterd, vindt Vlak.
Mokers
Ook voor Coolrec en Wecycle is het recyclen van elektrische apparaten een hele leerschool geweest. „Toen we in 1999 begonnen, wisten we niets. We stonden in Dordrecht met mokers op ijskasten te rammen. We moesten het weten: wat zit er in en hoe halen we het er uit? Dat was echt pionieren.”
Inmiddels is het denken over afval totaal veranderd, vervolgt Vlak. „Vroeger was ik afvalinzamelaar, nu ben ik leverancier van grondstoffen.”
Hij vindt het jammer dat hij steeds dezelfde drie voorbeelden hoort als het gaat om een circulaire economie: de Mudsspijkerbroek, het Dessotapijt en de Philips Senseo. „We kunnen daar nu in ieder geval een nieuw voorbeeld aan toevoegen.” Vlak wijst op een nieuwe stofzuiger, de Philips Performer Ultimate, die het stralende middelpunt is tijdens de perspresentatie. Het apparaat is grotendeels gemaakt van gerecycled kunststof van Coolrec.
„De stofzuiger bestaat voor 95 procent uit gerecycled polypropyleen; 30 procent daarvan is afkomstig van afgedankte Philips stofzuigers”, verklaart Emiel Huijbregts. „Zo kunnen we consequent grondstoffenkringlopen sluiten en wordt het eindpunt, een afgedankte stofzuiger, het startpunt van een nieuwe.”
Wat is een circulaire economie?
In de huidige lineaire economie –de wegwerpmaatschappij– produceren fabrieken goederen die consumenten na jaren van gebruik afdanken en bij het vuilnis zetten. De afgedankte goederen worden vervolgens verbrand of gestort, of hergebruikt in eenvoudiger producten.
Nu begint het besef door te dringen dat grondstoffen eindig zijn, en dat het niet verantwoord is om op de huidige voet door te gaan. In een volledige kringloopeconomie of circulaire economie worden geen eindige grondstoffen meer gebruikt. Alle grondstoffen zijn afkomstig uit recycling van materialen of uit grondstoffen van biologische oorsprong, zoals papier en katoen.
Ook bestaat er geen afval meer. Biologische materialen gaan terug naar de natuur, en andere materialen worden grondstof voor nieuwe producten.
Ladder van Lansink
In het omgaan met afval is de zogeheten Ladder van Lansink belangrijk. Deze kent de volgende treden: Kan het ontstaan van afval worden voorkomen? Kan het product worden hergebruikt? Kan het materiaal worden hergebruikt? Kan het materiaal worden verbrand met terugwinning van energie? Lukt dit allemaal niet, dan is storten de laatste optie. De hoogste trede is het milieuvriendelijkst, de laagste trede het minst milieuvriendelijk.
De circulaire economie vraagt vooral om een andere manier van denken. Voor fabrikanten is het belangrijk om al bij het ontwerpen van hun producten rekening te houden met het sluiten van kringlopen. Momenteel worden veel producten nog gemaakt voor de lineaire economie en houden fabrikanten te weinig rekening met een circulaire economie waarin het behoud van grondstoffen centraal staat.
„Geef me licht”
Een ander element van de circulaire economie is het eigendom van gebruiksproducten. Producenten kunnen ervoor kiezen het gebruiksproduct in eigendom te houden; klanten betalen alleen voor het gebruik. Dit principe vormde de basis van het idee van architect Thomas Rau. Hij stelde onlangs Philips voor de uitdaging: „Geef me licht en ik betaal ervoor.” Of het nu gaat om daglicht of een lamp: Philips blijft de eigenaar van de materialen en Rau betaalt alleen voor licht.
Week van de circulaire economie
Het Rijksprogramma Nederland Circulair geeft vandaag de aftrap voor de Week van de Circulaire Economie, die duurt van 16 tot en met 24 januari. Belangstellenden kunnen een kijkje in de keuken nemen bij bedrijven en organisaties die zich nu al bezighouden met het sluiten van kringlopen van grondstoffen.
De landelijke overheid stuurt aan op een forse omslag in het denken over afval en grondstoffen. Op basis van TNO-onderzoek stelt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland dat de circulaire economie in ons land tot 2023 nog kan groeien met 7,3 miljard euro per jaar en jaarlijks 54.000 nieuwe banen kan opleveren. Daar staat tegenover dat bedrijven in 2030 minimaal 50 procent minder minerale, fossiele grondstoffen en metalen mogen gebruiken.