Druk op vervolgde christenen neemt toe; minder zichtbaar geweld
De druk op vervolgde christenen neemt ook dit jaar weer toe. Dat is één van de conclusies die Open Doors trekt uit de Ranglijst Christenvervolging 2017, die woensdag is gepresenteerd.
Volgens Open Doors, een organisatie die opkomt voor vervolgde christenen, heeft 1 op de 11 christenen in de wereld te maken met achterstelling of onderdrukking om religieuze redenen.
Het zichtbare geweld tegen christenen nam vorig jaar juist af, zo blijkt uit de ranglijst. Ruud Kraan, directeur van Open Doors Nederland: „Er zijn vorig jaar beduidend minder christenen vermoord om hun geloof: 1207, tegen 7106 in het jaar daarvoor. Er zijn ook de helft minder kerken vernield.”
Van de 50 landen op de jaarlijkse ranglijst, scoren er 32 hoger dan vorig jaar. In 21 van de 50 landen worden alle christenen vervolgd, in de 29 andere landen worden christenen structureel achtergesteld.
Open Doors signaleert dat christenen in de gebieden rond de Sahara in Afrika niet alleen meer moeten vrezen voor geweld van moslimextremisten, maar ook van radicaal-islamitisch gedachtegoed. Dat wordt onder meer in de maatschappij verspreid door politici waarvan de campagne wordt bekostigd vanuit Arabische landen en door scholen die geld krijgen uit bijvoorbeeld Saoedi-Arabië.
In Zuidoost-Azië neemt de vervolging van christenen het sterkst toe, concludeert Open Doors. „Onze onderzoekers zien een trend in landen als India, waar het hindoeïsme en het Indiase staatsburgerschap bij elkaar horen. Inwoners die andere religies aanhangen worden gediscrimineerd en zwaar vervolgd”, zegt Kraan. Ook in de landen rond India, zoals Sri Lanka, Bhutan, Vietnam en Laos, worden christenen om dezelfde redenen vervolgd.
Al ruim 20 jaar merkt Open Doors dat christenvervolging in Aziatische landen toeneemt door religieus nationalisme. Sinds president Modi in 2014 aan de macht kwam in India, een land met 1,3 miljard inwoners, versnelt deze ontwikkeling.
Hoewel India een seculiere staat is, is de Bharatiya Janata-partij van Modi de spreekbuis voor hindoes die de Indiase nationaliteit niet loskoppelen van hun religie. In de periode voor het aantreden van Modi werkten extremistische hindoes in de partij aan een revolutie. Zeshonderdduizend mensen werden volgens Open Doors getraind om scholen te leiden en zo het extremistische gedachtegoed binnen gezinnen te beïnvloeden.
Christelijke organisaties in India stellen tegenover Open Doors dat er per maand zo’n veertig geweldsincidenten tegen christenen plaatsvinden. Voorgangers worden in elkaar geslagen, kerken verbrand en hindoes die zich bekeren tot het christendom worden lastiggevallen, gediscrimineerd of vermoord. Dat laatste overkwam ten minste acht christenen in het afgelopen jaar. Een onderzoeker van Open Doors zegt: „Het is niet alleen geweld waarmee christenen vervolgd worden. Hindoenationalisten perken de vrijheden van christenen steeds verder in en mensen die zich schuldig maken aan geweld tegen christenen, worden niet vervolgd of bestraft.”
In Bhutan, een land dat ligt ingeklemd tussen het noorden van India en Tibet, zijn het boeddhisme en het hindoeïsme de grootste godsdiensten. De 20.000 christenen in het land worden ernstig gediscrimineerd. Zo is het voor hen moeilijk om identiteitskaarten te krijgen. Ook in buurland Nepal verslechtert de situatie, vooral doordat Indiase hindoes druk uitoefenen op de regering om de vrijheid te beperken voor andere godsdiensten dan het hindoeïsme. Het land staat nog niet op de Ranglijst Christenvervolging, maar als deze ontwikkeling doorzet kan dat in 2018 wel het geval zijn.
Volgens directeur Kraan van Open Doors beïnvloedt de religieus-nationalistische koers van India ook andere landen in de omgeving. In geen enkel Aziatisch land op de ranglijst nam christenvervolging in 2016 af.