Waarom gaat het buurmeisje naar de moskee?
Vraag: Wij wonen in een wijk met veel verschillende mensen uit allerlei culturen. Al die mensen denken anders over bijvoorbeeld omgangsvormen en zondagsbesteding. Hoe leren we onze kinderen, Roan (13) en Tess (11), omgaan met andersdenkenden?
Zowel volwassenen als kinderen groeien op in een pluriforme samenleving. Dat is een maatschappij met groepen mensen van verschillende afkomst en uit allerlei culturen. Ook onder Nederlanders zijn er veel verschillen.
Samenleven met meer culturen gaat het best als alle inwoners van een land zich aan de wetten en regels van dat land houden en een aantal gezamenlijke waarden en normen hebben.
De meeste mensen hebben de neiging om meer op te trekken met anderen die op hen lijken.
Samenleven met veel verschillende culturen is een uitdaging. Het is mooi als ouders samen met hun kinderen deze uitdaging aangaan.
Voor Tess en Roan is het belangrijk dat ze opgroeien in een fijn, stabiel gezin. Een gezin waarin oog is voor hun welzijn.
Kinderen hebben een sfeer van vertrouwen en openheid nodig. Het is belangrijk dat hun ouders oog en respect hebben voor de gevoelens van Tess en Roan.
Voorbeeld
Als kinderen hun gevoelens mogen en durven uiten, kunnen ouders helpen in het sturen daarvan. Kinderen worden eerder respectvol jegens anderen als ze zelf ook worden gerespecteerd.
Roan en Tess hebben nodig dat ze in alle rust opgroeien en zo sociaal en emotioneel sterker kunnen worden. Hoe voorspoediger dit proces verloopt, hoe beter zij in staat zijn de buitenwereld in te gaan en omgang te hebben met andersdenkenden.
Ouders hebben een taak in het geven van het goede voorbeeld. Als zij respect hebben voor anderen, heeft dit zeker invloed op Tess en Roan. Als zij anderen helpen en veel vrijwilligerswerk doen, wordt dit voor de kinderen ook normaal.
Belangrijk is ook dat Tess en Roan leren hun mening op een goede wijze te vertolken. Ouders kunnen het nieuws bespreken en situaties van verschillende kanten bekijken.
Zo kan Vader aan Roan vragen: „Ik lees hier iets over discriminatie. Weet jij wat dat is?” Dan zal Roan antwoord geven en kunnen vader en zoon doorpraten over de ethische kant van dit onderwerp.
Christen
Ook is het van belang dat Tess en Roan nadenken over de vraag waarom ze christen zijn. En dat ze leren dit aan anderen uit te leggen. Vanzelf komt hierbij dan om de hoek kijken dat het niet vanzelfsprekend is om christen te zijn. Daarom is het belangrijk dat ouders interesse tonen in andere culturen en achtergronden.
Ook zijn er veel religies. Enige kennis hierover is handig. Als de ouders van Tess en Roan dit met hen delen, zal dit hen later helpen in de communicatie met anderen.
Het is goed als ouders zich bewust zijn van hun houding en eventuele vooroordelen richting andersdenkenden.
Als ouders en kinderen zich oprecht in anderen willen verdiepen, is kennis over die ander dus belangrijk. Het is goed om kinderen zich af te leren vragen: Waaróm doen mensen dit zo?
Kennis leidt –als het goed is– tot begrip. Het is daarom goed als kinderen, via school of thuis, kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdsgenoten.
Samen bakken
De ouders van Tess en Roan kunnen zich bijvoorbeeld samen met hen gaan verdiepen in de eetgewoonten en religieuze feesten van hun vriendjes. Misschien kan moeder samen met Tess en een buitenlands vriendinnetje iets koken of bakken. Maar ook dieperliggende zaken als waarden, normen en omgangsvormen kunnen aan de orde komen.
Omgangsvormen zijn de manieren waarop je omgaat met anderen. Voorbeelden van omgangsvormen waar Nederlanders waarde aan hechten zijn het tonen van respect voor ouderen en het zeggen van ”u” tegen volwassenen. Er zijn ook culturen waarin het een ongeschreven regel is dat mensen in het bijzijn van anderen hun cadeau niet openmaken, of dat mannen bij een kennismaking geen hand geven aan een getrouwde vrouw.
Eigen identiteit
Behalve het zich verdiepen in de ander en het andere, is het belangrijk dat kinderen deze kennis tegenover zichzelf leren zetten, leren spiegelen. Zo kunnen zij verschillen en overeenkomsten ontdekken. Dan moeten ze natuurlijk wel weten waar ze zelf staan. Een puber gaat daarnaar op zoek, een jonge tiener soms ook al. Het is een zoektocht naar de eigen identiteit. Hoe jonger ze zijn, des te meer worden kinderen daarin beïnvloed door gezin en familie.
Hoe anderen een kind zien, kan verschillen van hoe het kind zichzelf ziet. Door dialoog met de ander kan dit verschil kleiner worden. Het buurmeisje vindt het maar vreemd dat Tess altijd op zondag twee keer naar de kerk gaat. Zodra Tess het buurmeisje uitlegt waarom zij dit doet, zal het meisje het begrijpen en het voortaan mogelijk niet meer zo vreemd vinden. Dit geldt ook andersom voor moskeebezoek van het buurmeisje. Gesprekken zijn dus erg belangrijk, maar altijd in een sfeer van gelijkwaardigheid en respect. Een belangrijke taak voor ouders en leerkrachten is om kinderen voor deze dialoog toe te rusten en zelf het goede voorbeeld te geven.
Contact maken
Roan en Tess moeten leren hoe ze contact kunnen maken met anderen. Hoe benaderen ze iemand die anders denkt dan zij? Leren luisteren zonder meteen een oordeel te vellen is bijvoorbeeld belangrijk. Ouders kunnen rekenen op vragen van Tess en Roan, ook over uiterlijke dingen. Waarom draagt de buurvrouw een broek en hun moeder niet? Dan is het voor ouders de kunst om dit respectvol uit te leggen. Zij mogen benoemen dat dit soort verschillen nu eenmaal voorkomt tussen culturen en religies.
Ouders mogen Gods voorbeeld volgen. God kijkt naar het hart en vraagt enkel gehoorzaamheid aan Zijn geboden: Hem liefhebben boven alles en de naaste als zichzelf. Verdraagzaamheid en acceptatie kunnen zorgen voor een basis van liefde en vertrouwen tussen verschillende culturen, religies en levensovertuigingen.
Voor God gelijk
Tess en Roan zullen zeker gaan horen over discriminatie. Misschien wel via hun buurjongens van Marokkaanse afkomst. Zij kunnen het moeilijk hebben met het beeld dat soms van hen wordt geschetst in de media. Soms wordt er generaliserend gesproken en de indruk gewekt dat alle Nederlanders van Marokkaanse afkomst criminelen zijn.
Ouders mogen hun kinderen voorhouden dat discriminatie niet goed is. Het „ongelijk behandelen van personen of groepen op basis van kenmerken die in de gegeven situatie niet relevant moeten worden geacht” (aldus de definitie op Wikipedia), is volgens artikel 1 van de Nederlandse Grondwet verboden. Het is goed ook dat te benoemen en kinderen respect te leren voor de overheid, die het welzijn en welbevinden van alle Nederlanders op het oog zegt te hebben.
Ook kunnen ouders beklemtonen dat generaliseren niet goed is. Voor God is iedereen gelijk. Hij heeft ieders behoud op het oog. Hij kwam zelfs voor criminelen en redde een moordenaar aan het kruis. Ouders en kinderen moeten ernaar streven het voorbeeld van Jezus na te volgen; vriendelijk zijn tegen iedereen en liefde tonen waar en bij wie dan ook.
>>digibron.nl/eigenwijzer
Aandachtspunten
Zo houd je als jongere of oudere rekening met een ander:
lKijk iemand aan en luister als hij iets zegt.
lWacht op je beurt, laat de ander uitpraten.
lVraag de ander: „Wat vind jij leuk om te doen?”
lStoor niet als iemand het druk heeft of met een ander praat.
lWees vriendelijk en help anderen, ook ongevraagd.
lDenk na over het gevoel van een ander.
lBied excuses aan na opzettelijk kwetsen, maak het goed.
Wilt u reageren of hebt u vragen over opvoeding? Leg ze (anoniem) voor aan de pedagogen Mirjam Blom en Anja Helmink. Dat kan door de situatie en de (gezins)-omstandigheden, liefst uitvoerig, te mailen naar: wijs@refdag.nl of te sturen naar: RD, t.a.v. redactie Wijs, Postbus 670, 7300 AR Apeldoorn.
Tips om sociaal gedrag te stimuleren
lGeef het goede voorbeeld en wees lief tegen eigen kinderen en anderen.
lPrijs kinderen als ze lief zijn tegen anderen of anderen helpen.
lProbeer films vol agressie en geweld te weren; ze hebben een slechte invloed op kinderen.
lProbeer kinderen te omringen met positieve mensen die goed voor elkaar zijn.
lPraat met waardering over zendings- en evangelisatiewerk en probeer daarvoor interesse te wekken.
lBestraf minder sociaal gedrag niet te streng, maar probeer door praten empathie te wekken voor de benadeelde. Stel een vraag zoals: „Hoe zal Ahmed zich hebben gevoeld toen jij hem uitlachte?”
lLeer kinderen beleefd te zijn tegen iedereen.
lPraat goed over anderen. Zeg dingen als: „Mevrouw Bennani is echt aardig. Zij hielp mij vanmorgen nog toen ik mijn boodschappen liet vallen.”