Hoogleraar gaat botanische „schatkist” in Leiden ontsluiten
Bijzonder hoogleraar Tinde van Andel gaat de botanische „schatten” van de Leidse Universiteitsbibliotheek en Naturalis onderzoeken en ontsluiten.
Het betreft gedroogde planten uit de hele wereld, die eeuwen geleden zijn verzameld door Europese botanici. „De komende jaren zullen we deze een deel van de botanische en cultuurhistorische schatkist digitaliseren en onderzoeken”, zei Van Andel gisteren.
De Gouden Eeuw was niet alleen een bloeiperiode voor de handel. Het wetenschappelijk onderzoek liftte mee op de overzeese handel en veroveringsdrift van de West- en Oost-Indische Compagnie. De planten die botanici verzamelden, werden al in de eerste helft van de zestiende eeuw ondergebracht in herbaria. Botanici maakten ook veel tekeningen van planten. Een belangrijk deel van die collecties bevindt zich in de Leidse Universiteitsbibliotheek en het Naturalis Biodiversity Center in Leiden.
Van Andel is sinds 1 september 2015 bijzonder hoogleraar Geschiedenis van de Botanie en Tuinen op de zogeheten Clusiusleerstoel.
Omdat vaak niet bekend is wie de planten wanneer heeft verzameld of getekend, werkt ze samen met kunst- en wetenschapshistorici. „Samen kunnen we de voetsporen van de ontdekkingsreizigers traceren.”
Naturalis herbergt een aantal van ’s werelds oudste herbaria, met planten die tussen 1555 en 1574 verzameld zijn in Nederland, Noord-Italië, Zuid-Frankrijk en het Midden-Oosten. Ook heeft het Leidse museum en onderzoeksinstituut enkele zeventiende-eeuwse collecties uit Suriname en Sri Lanka.
De Universiteitsbibliotheek bezit veel originele illustraties van medicinale en voedselplanten uit de achttiende eeuw, onder meer uit Sri Lanka en Japan.
Het toegankelijk maken van de collecties is ook in het belang van de wetenschap zelf, meent Van Andel. „Wetenschappers en studenten uit de landen waar de planten vandaan komen, weten vaak veel beter om welke planten het gaat, wat de lokale soortnamen zijn, en hoe die planten door de mens werden gebruikt.”