All Nations: multiculturele Bijbelschool bij Londen
All Nations is een begrip bij veel zendingswerkers. Uit heel de wereld komen studenten, echtparen en gezinnen naar de Engelse Bijbelschool om zich voor te bereiden op het werken in Gods Koninkrijk. De cultuurverschillen tussen studenten leveren soms botsingen op, maar zijn vooral leerzaam.
Op het landgoed Easneye, midden tussen de velden en bossen ten noorden van Londen, bevindt zich het All Nations Christian College. Een interculturele christelijke gemeenschap van ruim honderd studenten uit heel de wereld: van Engeland tot Kenia, van Griekenland tot Korea, van Zuid-Afrika tot China.
Sommigen verblijven er enkele weken, anderen maanden of jaren. Vanuit Nederland sturen organisaties zoals Interserve, Mission Aviation Fellowship (MAF), Overseas Missionary Fellowship (OMF), Kimon en de Gereformeerde Zendingsbond (GZB) zendingswerkers naar de opleiding.
Louisa Evans (42) uit Maleisië geeft sinds drie jaar samen met haar Engelse man Richard les op All Nations. Ze was vorige week op bezoek in Nederland bij enkele zendingsorganisaties, waaronder MAF en Kimon, en oud-studenten.
Ze noemt de Bijbelschool „uniek. Christenen komen hier om te studeren, maar worden tegelijk ondergedompeld in een grote interculturele christelijke gemeenschap. Dat levert mooie leerervaringen op. Je kunt immers een boek lezen over Afrika of een video erover bekijken, maar hier zit je naast Afrikanen in de klas en moet je met hen samenwerken en samenleven. Je ervaart de culturele verschillen aan den lijve.”
Een deel van de studenten werkt inmiddels als zendeling in een andere cultuur en komt naar de Bijbelschool voor verdieping en toerusting, zegt Evans, die met haar man predikant was in Maleisië en Nepal. Een ander deel voelt zich geroepen tot zending, maar heeft nog geen concrete plannen. „Wij organiseren regelmatig een zendingsbeurs waarop verschillende organisaties zich presenteren. Het komt ook voor dat studenten besluiten om in hun eigen land te blijven. In sommige landen, zoals Nederland, hoef je niet ver weg te gaan om mensen uit andere culturen te ontmoeten.”
Emoties
Het aantal studenten blijft de laatste jaren stabiel, aldus Evans. Wat wel verandert, is dat er meer vraag is naar korte cursussen. „De meeste studenten hebben al een diploma voor het hoger onderwijs of de universiteit. Een opleiding van drie jaar vinden ze te lang. Bovendien valt er tegenwoordig ook veel informatie te vinden op internet. Daarom kiezen er veel voor En Route: een cursus van tien weken waarin de basisprincipes van zending worden behandeld.”
All Nations denkt na over het ontwikkelen van een onlineopleiding. „We bieden momenteel al via internet een mastercursus aan. Met name zendelingen die in het buitenland werken maken daar gebruik van. Ze hebben behoefte aan toerusting en het bespreken van ervaringen met anderen.”
Aan het leren op afstand zitten volgens Evans echter ook haken en ogen. „Het risico van een onlinegemeenschap is dat je elkaar niet echt leert kennen. Je kunt je werkelijke emoties gemakkelijk verbergen achter een scherm. Bovendien mis je de ervaring van het leven in een interculturele gemeenschap en de botsingen die dat soms met zich meebrengt.”
Evans en haar man geven voornamelijk les aan studenten die de cursus En Route volgen. „Onze lessen zijn niet alleen gericht op hoofd, maar ook op hart en handen. Het gaat ons om de houding van studenten. Dat ze openstaan voor andere culturen en ervan willen leren. Het is prachtig om te zien hoe studenten in tien weken veranderen.”
Wat is haar boodschap? „Ik zeg vaak tegen mijn studenten: God houdt van jou, je bent Zijn kind. Uit genade, en niet omdat jij dingen doet voor Hem. Dat is belangrijk om te benadrukken bij toekomstige zendingswerkers. Ze lopen algauw het gevaar om zending te zien als een activiteit om Gods gunst te verdienen. Als je leeft uit genade, kan God verbazingwekkende dingen met je doen.”
Evans vindt het belangrijk dat studenten leren openstaan voor andere meningen. „Ook voor meningen van mensen die totaal anders zijn dan zij qua cultuur, theologie en karakter. Veel studenten denken bijvoorbeeld dat er maar één manier is om naar een Bijbelgedeelte te kijken, maar ontdekken hier dat er wel acht verschillende visies op een tekst kunnen bestaan. Dat is moeilijk, maar ook leerzaam. Het leert hun om goed naar anderen te luisteren.”
Bruidstaart
Bijzonder voor Evans zijn de momenten waarop studenten met elkaar delen hoe ze God hebben leren kennen en hoe Hij hen helpt in hun leven. „Dat gebeurt in georganiseerde lessen waarin studenten hun getuigenis mogen geven, maar soms ook spontaan tijdens het avondeten.”
Grote culturele fouten heeft de Maleisische zelf nooit gemaakt. „Wel was ik eens op een bruiloft in Nigeria waar ik na het aansnijden van de bruidstaart een microfoon in mijn handen kreeg geduwd. Ik moest wat zeggen over de manier waarop de bruid de taart aan had gesneden, maar wist werkelijk niet wat. Ik zei dat ze het goed gedaan had, maar dat was niet de bedoeling. Ik had een toekomstvoorspelling moeten doen op basis van haar manier van snijden. Nou ja, wie bedenkt dat nu?”
Over de toekomst van All Nations is Evans hoopvol. „Het aantal studenten is stabiel. We hebben sinds kort een nieuwe directeur die ontzettend enthousiast en creatief is. Sommige Bijbelscholen in Engeland moeten hun deuren sluiten, maar daar ben ik bij ons niet zo bang voor. We proberen mee te gaan met onze tijd en God te volgen in de dingen die we doen.”
„Ik ergerde me aan laatkomers voor corvee”
Anneke Kempeneers uit Voorthuizen (34) volgde onlangs de tienwekelijkse cursus En Route op het All Nations Bible College in Ware. Kempeneers, lid van de hersteld hervormde gemeente in Garderen, bereidt zich voor op het doen van jongerenwerk in Suriname. „Een paar jaar geleden heb ik vrijwilligerswerk gedaan in een kindertehuis in Suriname. Ik heb contact gehouden met de mensen daar en ben inmiddels een paar keer terug geweest voor vakantie. Vanuit een lokale baptistengemeente kreeg ik het verzoek om te solliciteren op de vacature van jongerenwerker. Momenteel ben ik op zoek naar een organisatie die me wil ondersteunen.”
Ze koos voor een cursus bij All Nations omdat ze graag meer wilde leren over de omgang met andere culturen. De Bijbelschool voldeed in dat opzicht volledig aan haar verwachtingen. „Ik leefde drie maanden lang met mensen van allerlei nationaliteiten op een campus. We aten alle maaltijden gezamenlijk, deden samen Bijbelstudie en corvee en gingen naar gebedsgroepen en zanguurtjes. Ik heb zelfs een paar weken met iemand een kamer gedeeld.”
Het omgaan met andere culturen zorgde ook weleens voor een conflict. „Voor het ontbijt moesten we elke morgen een halfuur corvee doen. Twee studenten kwamen vaak te laat, zodat de rest dubbel zo hard moest werken. Dat irriteerde mij. Ik ben vervolgens het gesprek aangegaan en gelukkig zijn we eruit gekomen.”
Het mooiste moment vond ze de keer dat ze als studenten aan elkaar vertelden wie God voor hen was. „Iedereen was heel open. Je hoort mooie en verdrietige verhalen. Samen baden we voor elkaar. Soms gebeurde dat in een taal die je zelf niet begreep. Het was bijzonder en het maakt je als groep heel hecht.”
Behalve lessen missiologie, theologie, antropologie en pastoraat konden studenten ook praktische cursussen volgen. „Je kon bijvoorbeeld leren koken of haarknippen of een les EHBO of computeren volgen.”
Kempeneers raadt iedereen die zich voorbereidt op zending een verblijf op All Nations aan. „Het is heel nuttig om een aantal weken uit je veilige omgeving te stappen. Niet alleen leer je veel over jezelf, het is een bijzondere ervaring om dag en nacht met studenten uit andere culturen op te trekken.”