Het moet niet gaan om kracht, maar om het erkennen van eigen zwaktes
Het is belangrijk om mensen in hun kracht te zetten. Managers slaan collega’s en medewerkers daar vandaag de dag mee om de oren. Wat ze precies bedoelen? Zoiets als: zorg dat mensen vooral doen waar ze goed in zijn en hou zo veel mogelijk andere zaken van hen weg. Wie wil dat eigenlijk niet? En waar zijn managers eigenlijk anders voor dan om een optimaal werkklimaat te scheppen? Dat geeft immers de beste resultaten. Dat managersstatement is dus eigenlijk slechts een open deur.
Het uitgangspunt voor deze redenering is dat de kracht van de mens het ideaal is. In veel culturen is dat ook zo. Jonge mannen willen opgroeien tot krachtige kerels, tot mannen van stavast die durf en moed tonen. Sommige opgeschoten knapen dromen ervan om echte krachtpatsers te worden. Zij doen allerlei oefeningen om hun spierballen te versterken en te vergroten. Kracht is namelijk het ideaal.
Kracht speelt ook een belangrijke rol in politiek en bedrijfsleven. Je kunt heel veel bedenkingen hebben tegen de machinaties van Poetin, maar één ding staat vast: hij is een krachtige leider. Men kan allerlei vragen hebben over zijn manier van zakendoen, maar helder is dat Trump een groot zakenman is. Deze mannen hebben laten zien dat ze iets waard zijn.
Wie van zichzelf weet dat hij niet zo krachtig is, voelt zich vaak al snel een verliezer. Mensen vinden hun gebrek aan kracht een probleem. Een beetje begrijpelijk is dat wel, want niemand wil een zwakkeling worden genoemd. Er zijn daarom nogal wat mensen die zich krachtiger voordoen dan ze zijn. Gewoon om mee te tellen. Daarom zeggen Joden onder elkaar, ter waarschuwing: „Meestal vallen mensen niet omdat ze te zwak zijn, maar omdat ze zich te sterk voordoen.”
Het is ook maar de vraag of kracht wel zo begerenswaardig is. In de eerste plaats omdat de geschiedenis heeft geleerd dat kracht een broos en kwetsbaar bezit is. Een sterke leider kan zomaar geveld worden, door ziekte, door een onhandige zet, door verraad. De voorbeelden zijn talrijk. De Bijbel leert dat ook. In Psalm 39 zegt David: „Immers is een ieder mens, hoe vast hij staat, enkel ijdelheid.” Dat ervaart ieder mens één of meer keren in zijn leven.
Maar de Bijbel leert meer. Niet kracht, maar zwakheid is daar het meest begerenswaardig. Paulus schrijft: „Als ik zwak ben, dan ben ik machtig.” Waarom? Omdat Christus hem persoonlijk heeft gezegd: „Mijn genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Zo zal ik dan veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone.” Niet kracht, maar zwakte is voor een gelovige het ideaal.
Op de grens van 2016 en 2017 zullen er tal van mensen zijn die plannen voor het nieuwe jaar maken. „Ik zal dit, ik wil dat.” Zij hebben daarbij het vaste voornemen om hun plannen te verwerkelijken. Met krachtige inspanning beginnen ze eraan. Om daarna te merken dat het vaste voornemen al spoedig schipbreuk lijdt. Goede voornemens voor het nieuwe jaar zijn prima. Als men maar bedenkt dat ze nooit in eigen kracht vervuld kunnen worden. Eigen zwakheid erkennen is een teken van kracht.