Herr Schrempp: kat met negen levens
Dat DaimlerChrysler in zwaar weer zit, wil topman Jürgen Schrempp wel toegeven. „Mag het? De wereld is dramatisch veranderd.” Kritiek op de gevolgde koers duldt hij evenwel niet. En al helemaal niet als het over Chrysler gaat. Van niemand.
Het verhaal is bekend. De fusie tussen Daimler en Chrysler is bepaald niet gladjes verlopen. De Amerikanen kampen al geruime tijd met forse tegenwind, (vracht)autoverkopen vallen vies tegen en dus zijn de resultaten navenant. Het woord fusie is onderhand nergens meer te bekennen. Overname is passender, en daar heeft Schrempp eigenlijk ook nooit een geheim van gemaakt.
Zo ongeveer de complete Amerikaanse managementtop is intussen vervangen door Duitsers. Op de persconferentie naar aanleiding van de jaarcijfers woensdag in Sindelfingen (bij Stuttgart) heette de officiële voertaal Engels te zijn. Op papier. In werkelijkheid viel er gedurende twee uur nauwelijks een woord Engels. Het was alles Duits wat de klok sloeg.
Vorig jaar rond deze tijd stond de persoon Schrempp volop in de schijnwerpers. Negatief, wel te verstaan. De aankoop van Chrysler werd door velen definitief als mislukt afgedaan, bij Mitsubishi (waarin DaimlerChrysler nu een belang heeft van ruim 35 procent) volgden de financiële tegenvallers elkaar in rap tempo op. De raad van commissarissen zou zich actief met de dagelijkse gang van zaken bemoeien, het einde van Herr Schrempp leek nabij. Maar deze kat heeft duidelijk negen levens. Met dank aan zijn onverstoorbare geloof in eigen kunnen.
Moeiteloos pareerde hij woensdag lastige vragen over hetzelfde onderwerp: Chrysler. Dat het bedrijfsresultaat van de autogigant in 2001 is uitgekomen op 1,3 miljard euro (2000: 5,2 miljard euro), is inderdaad niet iets om tevreden over te zijn, gaf Schrempp toe. Maar het lag wel in de lijn der verwachtingen. „2001 was het jaar van de omslag. We hebben uiteindelijk meer bereikt dan beloofd was.” Dat is waar. DaimlerChrysler sneed in de kosten, schrapte tienduizenden banen en is efficiënter gaan werken. Zoiets kost in eerste instantie geld.
Komt bij dat de marktomstandigheden „moeizaam” waren. „Met name de laatste maanden is de conjunctuur dramatisch verslechterd”, aldus Schrempp. Wat dat betreft was het vierde kwartaal met een winst van 284 miljoen euro zo slecht nog niet. Een jaar eerder kleurde die periode rood met een verlies van 287 miljoen euro. Wat wel tegenvalt, is het groter dan verwachte verlies bij Chrysler: ruim 2,1 miljard euro, tegen 0,5 miljard euro winst een jaar eerder. De pijn zit ’m nog steeds bij de personenauto’s, maar met name ook bij de truckdivisie Freightliner. De vraag naar vrachtwagens blijft ver achter, vooral in Noord-Amerika en Argentinië.
Daarover kwamen dus veel vragen. Wat is er bijvoorbeeld tegen het afstoten van Chrysler? De sores bij de Amerikanen overschaduwen immers volledig het uitstekende bedrijfsresultaat (het zesde record op rij) van Mercedes-Benz van bijna 3 miljard euro? Zou het dus niet verstandiger zijn Chrysler in de etalage te zetten? Maar dan is Schrempp op zijn best. „Er zijn natuurlijk mensen die, wanneer ze een operationeel probleem niet kunnen oplossen, de strategie aanpassen.” Meer niet. Maar de schimpscheut richting BMW die het kwakkelende Rover destijds van de hand deed, was helder.
Schrempp gelooft in de uitgezette koers. Het autoconcern wil wereldwijd aanwezig zijn. In dat streven is Chrysler „een belangrijke bouwsteen.” Hij belooft voor dit jaar weer een break-even-situatie aan de andere kant van de Atlantische Oceaan. En dan afstoten? „Als Daimler in zijn geschiedenis telkens had gedesinvesteerd wanneer een bedrijfsonderdeel in de min zat, hadden we nu niet meer bestaan.”
Hetzelfde geldt min of meer voor Mitsubishi. „Daarin hebben we een belang opgebouwd onder moeilijke marktomstandigheden. Er zijn inderdaad problemen, maar Mitsubishi is onze oplossing om een voet aan de grond te krijgen in een van de grootste economieën ter wereld. We hadden voorheen een marktaandeel van 3 tot 4 procent in Azië. Dat kan niet in een gebied dat 25 tot 30 procent van de wereldafzet voor zijn rekening neemt. Dus moet je iets doen.”
Over het lopende boekjaar wilde Schrempp niet meer kwijt dan dat DaimlerChrysler op „duidelijk meer dan een verdubbeling” van de winst rekent: duidelijk meer dan 2,6 miljard euro dus. Verder in detail treden was er niet bij. „We houden rekening met de prognoses van wijze economen. Die zien er voor wat betreft de economische groei niet florissant uit. Ik vind het daarom nogal moedig om met een winstverwachting te komen. Veel concerns gaan niet zo ver. Hopelijk zitten we aan de voorzichtige kant, maar voorzichtigheid is donderdag de dag een deugd.”
DaimlerChrysler blijft een speler van formaat. Het concern zette vorig jaar 4,5 miljoen voertuigen op de weg, tegen 4,7 miljoen in 2000. Mercedes-Benz wist 1,2 miljoen auto’s (plus 6 procent) te slijten, de Chrysler Group (met daaronder de merken Chrysler, Dodge en Jeep) verkocht er 2,8 miljoen (2000: 3 miljoen). Daar komen nog bijna 495.000 trucks, bestelauto’s en bussen bij (549.000 in 2000).
Deze aantallen waren goed voor het gros van de concernomzet, die vorig jaar uitkwam op ruim 152 miljard euro (min 6 procent). Voor dit jaar denkt DaimlerChrysler een omzetdaling van 7 procent voor de kiezen te krijgen. Maar deze ontwikkeling is tijdelijk, weet Schrempp zeker. De nagestreefde (financiële) doelen liggen allemaal ruim boven het huidige niveau. „En die gaan we zeker halen. Alleen doen we er wat langer over dan verwacht.”