Grimmige relatie met China brengt Japanse premier bij Pearl Harbor
De Amerikaanse president Barack Obama heeft 75 jaar na de Japanse luchtaanval op de marinebasis Pearl Harbor de Japanse premier Shinzo Abe ontvangen op Hawaï. Een uniek moment, met urgente redenen: China’s opmars en Trumps aantreden.
Voor de Amerikanen was de Japanse aanval van 7 december 1941 op Pearl Harbor aanleiding om Japan de oorlog te verklaren. Aan die oorlog kwam in 1945 pas een einde, na twee Amerikaanse atoombombardementen, op Hiroshima en Nagasaki. Pearl Harbor is historisch dus een uiterst gevoelige plek.
Overigens is Abe niet de eerste Japanse premier die het monument bezoekt dat boven het in 1941 tot zinken gebrachte slagschip USS Arizona is geplaatst. Al vier van zijn ambtgenoten gingen hem voor: drie in de jaren 50 van de vorige eeuw, de vierde was Noboru Takeshita, in de zomer van 1988.
Geen van hen kreeg echter zo veel prominente aandacht als Abe nu. Hij is de eerste Japanse premier die de ruim duizend omgekomen Amerikaanse matrozen en mariniers eer bewees.
Vliegdekschip
Was het toeval dat Japanse kranten dinsdag zowel berichtten over het bezoek van Abe aan Pearl Harbor als over de Chinese marine, die een „symbolische manoeuvre” was begonnen in de richting van het westelijke deel van de Stille Oceaan? Het was een manoeuvre die voor de krant Yomiuri Shimbun reden was Japan te waarschuwen toch vooral met de VS te blijven samenwerken, om sterk te staan tegenover deze Chinese opmars.
Verzoenende worden dus vanaf Hawaï én grimmige informatie uit Tokio over een Chinese opmars. Die combinatie was zeker géén toeval.
Het Japanse ministerie van Defensie meldde dinsdag dat China’s eerste vliegdekschip, de Liaoning (een tweedehands boot uit Oekraïne), onder begeleiding van zes oorlogsschepen Japan was gepasseerd om de Stille Oceaan te bereiken. „De Chinese president Xi Jinping wil snel meer vliegdekschepen om daarmee zijn ”Anti-Access/Area Denial” (A2/AD) verder in oostelijke richting vooruit te schuiven, richting het westelijk deel van de Stille Oceaan, waar de Amerikanen heer en meester zijn. Daarmee kan China iedere militaire inmenging van Amerika –zowel in de lucht als over zee– blokkeren.
De diepe buiging die de Japanse premier dinsdag maakte bij het oorlogsmonument op Hawaï heeft alles van doen met de grimmige sfeer die er tussen Japan en China bestaat en die er niet beter op wordt vanwege territoriale ruzies in de wateren tussen de twee landen.
Daartegenover staat dat mét het aantreden van Donald Trump als president van Amerika, die broodnodige goede Japans-Amerikaanse relatie allerminst zeker is. Trump heeft zich immers uiterst kritisch uitgelaten over bondgenoten in deze regio, Japan incluis.
Pragmatisme
Het bezoek van Abe aan Pearl Harbor is een staaltje pragmatisme dat is ingegeven door de verslechtering van de relatie met China, aldus de Amerikaanse politicoloog Stephen Nagy in een analyse op het digitale platform “Policy Forum”. Nagy is verbonden aan de Internationale Christelijke Universiteit in Tokio.
Hij typeert Abe sowieso als een „pragmatische bewindsman” die er niet voor terugdeinst de conservatieve achterban binnen zijn partij LDP de ene keer te paaien en de andere keer voor het hoofd te stoten – het is maar net wat er op dat moment nodig is.
Paaien deed hij de ultranationalisten met een bezoek aan het beruchte Yasukuniheiligdom in Tokio, twee jaar geleden. Daar liggen ook Japanse oorlogsmisdadigers begraven, en een bezoek aan Yasukuni door een Japanse premier is om die reden omstreden, zij het niet voor Japans ultranationalisten, die niets moeten hebben van alles wat riekt naar spijt over Japans oorlogsverleden. Ze willen daar juist weer trots op zijn.
Het bezoek van president Obama aan Hiroshima, in mei van dit jaar, was weer erg tegen het zere been van Abes ultranationalistische achterban. In het „dat nooit weer” dat daar klonk, zat wat die achterban betreft te veel Japanse wroeging over het eigen recente verleden. Om dezelfde reden is Abes bezoek aan Pearl Harbor verdacht onder de ultranationalisten.
Slachting Nanking
Wie dinsdag ook met misnoegen naar Abes buiging op Hawaï keken, waren de leiders in China en Zuid-Korea. Waarom komt de Japanse premier niet naar China om de massaslachting van burgers in de Chinese stad Nanking op 13 december 1937 te herdenken?” zo vertolkt Stephen Nagy de gevoelens van de Chinezen.
Bij de inname van de stad door het Japanse Keizerlijke Leger werden de meest gruwelijke misdaden begaan en vielen naar schatting zo’n 300.000 doden.
En dan is er nog de wrede Japanse bezetting van Korea, van 1910 tot 1945, inclusief het misbruik van Koreaanse meisjes en vrouwen als prostituee in het Japanse leger, eufemistisch aangeduid met troostmeisjes.
Als het om China gaat is de reden van Abes wegblijven helder, stelt Nagy. De slachting van Nanking wordt door de huidige Chinese leiders immers doelbewust ingezet om anti-Japanse sentimenten aan te wakkeren en zo het nationalisme onder Chinese burgers te voeden.
Dat is nodig, vindt Peking, omdat fervent nationalisme de ideologische leegte moet vullen die is overgebleven na het faillissement van het communisme. Het moet ook de alleenheerschappij van de communistische partij legitimeren (maar dat wordt er nooit bijgezegd).
Vertoning
Anders ligt dat met Zuid-Korea. Eind vorig jaar sloot Tokio al met Seoul een overeenkomst rond de toenmalige troostmeisjes en recent is er ook op het terrein van militaire inlichtingen samenwerking tussen de twee. Niet alleen China baart de twee landen immers zorgen, ook Noord-Korea doet dat.
Of Abe het zou aandurven een Pearl Harborachtige vertoning in Zuid-Korea op te voeren? Nagy betwijfelt het: vanwege de ultranationalisten in eigen land is de kwestie rond de Zuid-Koreaanse troostmeisjes blijvend gevoelig en is er een grens aan Abes buigen.
Nagy stelt een derde partij voor die een neutraal podium creëert waarop het Japanse oorlogsverleden aan de orde komt en er door geen van de betrokken landen politiek misbruik wordt gemaakt van historische gevoeligheden. Wellicht dat naast Zuid-Korea dan ten lange leste ook China aanschuift, maar waarschijnlijk is dat niet.
„Japan door VS de oorlog in gesleurd”
Diverse Japanse tijdschriften van conservatieve signatuur kwamen rond de 75-jarige herdenking van Pearl Harbor met revisionistische verhalen over wat er op die zevende december echt aan de hand zou zijn geweest.
Zo staat er in het blad Rekishi-tu een verhaal waarin de Amerikaanse president Roosevelt ervan wordt beschuldigd Japan willens en wetens de oorlog te hebben ingetrokken, met als doel een reden te creëren voor Amerikaanse inmenging in de Tweede Wereldoorlog.
Een andere analyse in hetzelfde blad stelt dat de Amerikaanse geheime dienst de codetaal van de Japanse marine –JN-25b in het toenmalige jargon– had gekraakt en daardoor allang wist van de geplande aanval, maar dat niemand daarvan op de hoogte werd gesteld.
Die bewering werd al eerder gedaan door de Amerikaanse oud-marineman en latere journalist Robert Stinnett in zijn boek ”Day of Deceit” uit de jaren 80. Historici hebben echter aangetoond dat die code pas veel later, in maart 1942, door de Verenigde Staten werden ontcijferd.
De Japanse emeritus hoogleraar Shinji Sudo, die geldt als kenner van de aanval op Pearl Harbor, wijst alle complottheorieën naar het rijk der fabelen. Hij geeft toe dat president Roosevelt een Japanse aanval verwachtte, maar dan op een heel andere plek in Zuidoost-Azië.