Lichtstreepje
Eigenlijk ging ik voor de maan, die groot was, maar helaas niet vol. Het was een heldere avond. Ik stond op een prettige hoogte en keek uit over het Veluwerandmeer. Achter mij klonk het gekwebbel van honderden kleine zwanen die hier ’s winters neerstrijken. Naast mij maakte een man met zijn GoPro korte filmpjes van de zonsondergang. Het ging al snel over de techniek van de camera. Toen ik zei dat ik die op de automatische stand liet staan, keek hij mij geringschattend aan. Ik stam uit de tijd van de Agfa Clack, die je voor je buik hield en waar je van bovenaf inkeek. Daarna stelde ik braaf jarenlang afstand, tijd en diafragma in op mijn Olympus, kocht rolletjes met hoge of lage ISO-waarde, maar eerlijk gezegd ging het mij altijd om het moment. Ik wilde iemands blik vangen, een vogel of het licht.
Niettemin leidde de collega-fotograaf mijn aandacht van de maan naar de zon. Die hing groots en meeslepend boven de bosrand, die er kleine hapjes van nam en de zon ten slotte verslond nadat deze alle kleuren over het water had uitgestrooid. Hij wierp een blik op mijn foto. „Hé, je hebt het bootje erbij”, zei hij ineens. Het bootje had hij – druk met de camera– blijkbaar over het hoofd gezien. „Vanwege dat streepje licht op het dak”, zeg ik. „Het was er maar even. Ik hoefde mijn camera natuurlijk niet in te stellen.”