Economie

Stijgende rente, maar pensioenstelsel blijft onder druk

De stijging van de rente is goed voor de pensioenfondsen, maar zal de roep om het stelsel te veranderen niet stoppen. Verandering is nodig, maar niet op de manier die de commercie voor ogen heeft.

Bert Burger
23 December 2016 20:26Gewijzigd op 16 November 2020 09:26
beeld ANP, Koen van Weel
beeld ANP, Koen van Weel

De afgelopen maanden is de rente op de kapitaalmarkt gestegen. Dat is goed nieuws voor de pensioenfondsen. De pensioenverplichtingen worden immers voor een belangrijk deel bepaald door de stand van de rente op obligaties met een lange looptijd. Hoe lager die is, hoe lager ook de dekkingsgraden. Het bestaande toezichtraamwerk gaat ervan uit dat het rendement op de pensioenvermogens in de toekomst in grote lijnen gelijk is aan de huidige rentestand. Dat de Europese Centrale Bank (ECB) deze kunstmatig laag houdt door obligaties in te kopen, telt daarbij niet mee.

Wat de gevolgen van deze starre rekenmethode versterkt, is dat pensioenfondsen die de dekkingsgraad te ver zagen dalen, verplicht zijn voorzichtiger te beleggen. Dus meer in obligaties en minder in aandelen. Op de lange termijn geven obligaties een lager, maar wel zekerder rendement, maar op de korte termijn kan dit heel anders zijn en dat is nu het geval. Bij de huidige, lage rentes leveren obligaties weinig op. Sterker nog, als de ECB stopt met zijn obligatieaankopen, zal de rente verder stijgen en wordt er op de ‘veilige’ obligaties juist verlies geleden.

Per saldo geeft de hogere rente lucht aan de pensioenfondsen, zodat nare maatregelen als korting op de pensioenuitkeringen en het niet compenseren van prijsstijgingen minder vaak toegepast zullen worden. De roep om een drastische verandering van het stelsel zal echter niet verstommen.

Al langere tijd komen de risico’s rond de pensioenopbouw minder bij de werkgevers te liggen en meer bij de werknemers. Werkgevers bieden hun personeel steeds vaker een beschikbarepremieregeling aan in plaats van een regeling met een min of meer vaste pensioentoezegging. De vergrijzing wordt deels opgevangen door verhoging van de pensioenleeftijd, maar ook was en is het nodig om risicovoller te beleggen, wat op de lange termijn meer rendement oplevert. Omdat internationale boekhoudregels ondernemingen echter verplichten om met fluctuaties in de pensioentoezeggingen rekening te houden, willen de bedrijven meer zekerheid over hun verplichtingen. Daar passen de oude regelingen niet bij.

Het traditionele pensioenfonds staat ook onder druk doordat werknemers vaker dan vroeger van werkgever en daarmee van fonds wisselen, of als zzp’er werken. De maatschappij individualiseert, dus, zo stellen de experts, het pensioenstelsel moet dat ook doen. Commerciële partijen zoals verzekeraars en grote vermogensbeheerders springen daar maar al te graag op in. Pensioenexperts, werkzaam aan de universiteit én bij deze partijen, bepleiten op congressen en in vakbladen dat pensioenen beter individueel kunnen worden opgebouwd. Bestuurders van pensioenfondsen en de politiek staan onder grote druk om hierin mee te gaan.

Het stelsel moet inderdaad worden aangepast, maar niet op deze manier. De collectieve pensioenregelingen hebben namelijk als voordeel dat risico’s beter worden gespreid dan in de nieuwe regelingen met individuele pensioenpotten. Bij tussenvormen (individuele potjes, maar in een collectieve regeling) is het nog wel mogelijk om bepaalde risico’s te delen, zoals minder pensioenopbouw door arbeidsongeschiktheid. Maar de ‘intergenerationele’ risico’s, zoals dat je door een tegenvallende beurs te maken hebt met slechte rendementen, worden niet gedeeld met werknemers die eerder of later met pensioen gaan en toevallig in een gunstiger periode pensioen opbouwen. Dit kan erg negatief uitpakken voor individuele gepensioneerden.

Misschien is de beste oplossing wel om één nationaal pensioenfonds te creëren, waardoor risico’s worden gespreid tussen alle werknemers, van alle generaties. Verandering van werkgever is dan geen probleem, want je blijft bij dit fonds, en zzp’ers kunnen er ook terecht. Het zal er niet van komen, want dat is veel te efficiënt. Er zijn dan minder pensioenbestuurders, beleggingsdeskundigen en consultants nodig en er zijn geen kansen meer voor commerciële partijen. Waar het heen gaat met ons pensioenstelsel is onduidelijk, maar dat de bedrijfstak hier niet voor zal pleiten, dat is zeker.

De auteur schrijft op freelancebasis over ontwikkelingen in de economie en op de financiële markten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer