Column: Vergeet geneeskunde, ga informatica studeren
Als je bent uitgeloot voor de studie geneeskunde zijn er verschillende alternatieven. Het zorgende type dat graag mensen schoonhoudt, kiest voor verpleegkunde. Als je lichaamssappen liever door de microscoop bekijkt, ga je voor biologie. Houd je van typen? Dan doe je beleid en management gezondheidszorg. En als je echt geestig bent, schuif je aan bij psychologie. Al mijn niet-uitverkoren klasgenoten en ik kozen soortgelijke richtingen. Behalve Carola. Zij ging voor de opleiding kunstmatige intelligentie. Dat leek iets heel anders dan geneeskunde. Maar vandaag, achttien jaar later, neemt kunstmatige intelligentie een steeds grotere plaats in de zorg in. Carola had een vooruitziende blik.
Wat is kunstmatige intelligentie precies? Het is al moeilijk om intelligentie te definiëren, laat staan de kunstmatige variant ervan. Kunstmatige intelligentie (of ”artificial intelligence”) is de wetenschap die zich bezighoudt met het creëren van dingen die een vorm van intelligentie vertonen. De schaakcomputer Deep Blue bijvoorbeeld. Al in 1997 won deze computer van wereldkampioen Kasparov. IBM, de maker van Deep Blue, werkte de techniek verder uit en in 2011 versloeg zijn supercomputer Watson alle menselijke deelnemers in een quiz. Sinsdien richten IBM en andere partijen, zoals Google DeepMind, zich op het verbeteren van de zorg met behulp van kunstmatige intelligentie.
Kunnen machines denken? Doe de turingtest, geformuleerd door de wiskundige Alan Turing. De test komt erop neer dat als een computer iemand voor de gek kan houden en laten geloven dat hij een mens is, de computer intelligent moet zijn.
Heeft u zich er weleens over verbaasd dat de chatservice op de app die u gebruikt voor elektronisch bankieren zo snel reageert? Of heeft u weleens met een luchtvaartmaatschappij gecommuniceerd via Facebook? Zeer grote kans dat u niet met een persoon, maar met een computer communiceerde. Een foto van een betrouwbaar uitziend persoon, het gebruik van persoonlijke gegevens zoals uw naam, en het geven van nuttige en correcte antwoorden zijn ingrediënten voor een succesvolle relatie tussen computer en mens. Wie wil er een halfuur naar een wachtmuziekje luisteren om vervolgens aan de telefoon door een mens te worden afgesnauwd, terwijl de computer je binnen een minuut prima helpt en ook nog een prettige dag wenst?
We kunnen ons vandaag al geen goede zorg meer voorstellen zonder slimme machines. Toen mijn ogen gelaserd werden (waardoor ik opeens zonder bril boven deze column verscheen), wilde ik natuurlijk een betrouwbare oogchirurg. Maar eigenlijk werd het leeuwendeel door de computer gedaan. Een succesvolle behandeling is vooral afhankelijk van de precisie van de laserstralen die mijn hoornvlies bewerken. Zelfs als stralen plotseling moeten worden bijgesteld, bijvoorbeeld omdat ik mijn oog onverwachts beweeg, doet de computer dat sneller en beter dan de mens.
Het belang van een goede menselijke specialist blijft – bijvoorbeeld in het selecteren of het oog wel of niet voor behandeling in aanmerking komt. Of in de keuze tot het uitvoeren van behandeling aan beide ogen op één dag. Vooral diagnostische specialismen zoals radiologie en microbiologie zullen echter drastisch veranderen. In het beoordelen van structuren en bepalen of het ‘pluis’ of ‘niet pluis’ is kan de computer grote diensten bewijzen.
In Singapore zijn we samen met een technische universiteit en een aantal bedrijven bezig met het testen van kunstmatige intelligentie als alternatief voor een doktersconsult. Een door de professor geschreven handboek voor zwangerschap en geboorte wordt omgezet in computertaal en de nieuwe ouders kunnen hun vragen stellen aan een chattende robot, een ”chatbot”. De computer kan zelf leren van elke nieuwe vraag die gesteld wordt.
Een dokter die een patiënt ziet, doet immers feitelijk hetzelfde. Hij vergelijkt de informatie van een individuele patiënt met wat hij eerder heeft geleerd en met wat bekendstaat als normaal. Groot voordeel voor de denkende computer is dat dagelijks toegevoegde nieuwe informatie, bijvoorbeeld nieuwe resultaten van onderzoek dat aan de andere kant van de wereld werd uitgevoerd, direct beschikbaar is. Een individuele arts kan met het bijhouden van zijn vakliteratuur nooit zo up-to-date blijven als een computer.
Kunstmatige intelligentie heeft de potentie de zorg beter te maken. De zorg heeft grote behoefte aan informatica-experts, jongeren die kunnen programmeren, en hun hand niet omdraaien voor ”big data”. Wil je mensen echt beter maken? Denk aan Carola. Vergeet geneeskunde of verpleegkunde. Ga informatica studeren.
Dr. Dirk de Korne is als adjunct-directeur en universitair docent betrokken bij een academisch ziekenhuis in Singapore. Reageren? rubriekforum@refdag.nl