Filipijnse pistoolheld doet gooi naar presidentschap
Voor de Filipijnen zijn de presidentsverkiezingen van 10 mei een déjá vu. Na president Joseph Estrada, die in 2001 na massale protesten terugtrad, doet opnieuw een filmster een gooi naar het hoogste ambt in de Aziatische archipel. Pistoolheld Fernando Poe Jr. staat in de peilingen net achter de huidige president, Gloria Arroyo.
Het contrast tussen de 64–jarige acteur, die Robin Hood–achtige rollen speelde, en Arroyo is hemelsbreed. De 57–jarige president is een in de Verenigde Staten opgeleid econoom, die zich presenteert als de enige kandidaat die de economie weer op zijn poten kan krijgen.
De ongeschoolde Poe, bij aanhangers simpelweg bekend als Da King, lijkt weinig te vertellen te hebben. De toespraken van de populairste Filipijnse acteur duren vaak maar tien minuten. „Helpen jullie mij, dan help ik jullie", is tijdens verkiezingsbijeenkomsten zijn lievelingsboodschap, waarna de 64–jarige Poe vaak een lied aanheft.
De bioscoopheld is vooral populair bij de kansarme Filipino’s. En armen zijn er veel op de 7000 eilanden waaruit de Filipijnen bestaat. Iets meer dan de helft van de Filipino’s moet rondkomen van minder dan 2 dollar per dag, berekende de Wereldbank vorig jaar. Circa 11 procent van de bevolking is werkloos.
De Filipijnse economie draait voor een aanzienlijk gedeelte op een leger van dienstmeisjes, zeelieden en verpleegkundigen die in het buitenland hun brood verdienen. Zij sturen jaarlijks 8 miljard dollar naar huis.
Ondanks de grote problemen heeft geen van de kandidaten zich tijdens de campagne duidelijk uitgesproken over de hete hangijzers: de kwakkelende economie, geboortebeperking en de islamitische opstand in het zuiden van de archipel. De harde verkiezingscampagne draait vooral om de personen.
Daarbij wordt vaak de vergelijking getrokken tussen Poe en zijn vriend Estrada. Net als de uitdager van Arroyo was de voormalige president een bioscoopheld die zich bij de verkiezingen van 1998 opwierp als de redder van de armen. Tweeënhalf jaar later werd Estrada echter beschuldigd van corruptie, stroomden buitenlandse investeerders het land uit en was de nationale munt, de peso, gekelderd. Waar Estrada eerder politieke functies had vervulde, heeft de ongeschoolde Poe alleen ervaring in de filmwereld.
Arroyo, voormalig klasgenoot van de Amerikaanse ex–president Bill Clinton, is dan ook de favoriet van het buitenland en de Filipijnse elite. Als opvolger van Estrada wist zij het land weer in stabieler vaarwater te brengen. Ze liet Amerikaanse troepen aanrukken om het eigen leger te adviseren op het gebied van terrorisme en stuurde Filipijnse militairen naar Irak. De wensen van de armen wist ze echter niet te vervullen, de corruptie is niet aangekapt en de politieke macht ligt nog steeds bij de handvol machtige families waar Arroyo zelf een product van is.
De steun voor Poe is de afgelopen maanden in de peilingen gestaag gedaald. Zelfs in zijn eigen kamp wordt getwijfeld aan de geschiktheid van de presidentskandidaat. Raadgevers van Poe betwijfelen of de acteur de problemen van het land aan kan pakken, meldde de Straits Times (Singapore) onlangs.
Waarnemers wijzen er echter op dat de voorsprong van Arroyo slechts gering is. In de jongste peilingen loopt de president met 35,3 procent slechts 4,5 procent voor op Poe. Ongeveer eenderde van de 43 miljoen Filipijnse kiezers zegt nog geen definitieve keuze te hebben gemaakt.