Opinie

Peilingen? Duidelijke politici en standvastige kiezers zijn de oplossing

De NOS is definitief door de bocht. In een bericht meldt de omroepstichting dat ze geen aandacht meer zal besteden aan individuele peilingen. Het gaat dan om peilingen naar bijvoorbeeld de zetelverdeling in de Tweede Kamer als er op het moment van de peiling verkiezingen zouden zijn geweest.

Hoofdredactioneel commentaar
16 December 2016 14:32Gewijzigd op 16 November 2020 09:22
Trump. beeld EPA
Trump. beeld EPA

Peilingen zijn de laatste tijd snel in diskrediet geraakt doordat opiniepeilers er zowel bij het brexitreferendum als bij de verkiezing van Donald Trump flink naast zaten. Natuurlijk zijn daar allerlei verklaringen voor te geven. En dat doen opiniepeilers dan ook met graagte en overtuiging. Zo zaten ze er bij Trump helemaal niet zo ver naast, zeggen ze. De schuld van de vertekende peilingen ligt bij de kiezers die niet eerlijk zijn en sociaal wenselijke antwoorden zouden geven. Ze zeggen niet dat ze op Trump stemmen, maar ze doen het wel. En ze zeggen niet dat ze op de PVV gaan stemmen, maar in de beslotenheid van het stemhokje zoekt het rode potlood tóch het hokje achter zijn naam. Als opiniepeiler kun je het natuurlijk óók niet helpen dat ineens de zwijgende meerderheid massaal naar de stembus gaat.

Niet alle verklaringen over peilingen die ernaast zaten, zijn geloofwaardig. Want zijn het niet juist de opiniepeilers die ervoor moeten zorgen dat ze al deze –onverwachte– zaken óók in de peiling hebben? En dus dit soort effecten doorberekenen in hun peilingen?

Wel is het zo dat alle peilers aangeven dat er een foutmarge zit op de peilingen. Die bedraagt niet zelden enkele procenten, zodat een winst van twee zetels in een peiling van een politieke partij ook kan betekenen dat er helemaal geen winst is. En andersom geldt natuurlijk hetzelfde. En ja: dan kan zo’n foutmarge net het verschil tussen winst of verlies betekenen.

Dat de NOS nu duidelijk maakt alleen nog aan meerdere ”gewogen” peilingen aandacht te besteden, is een goede zaak. Want één peiling is geen peiling, twee peilingen is een halve peiling en pas vanaf drie peilingen kun je iets over een trend zeggen, meent politicoloog Tom Louwerse van de Universiteit Leiden.

Toch zijn we er ook dan nog niet. Want in de Verenigde Staten zaten zo ongeveer álle peilingen –enkele uitzonderingen daargelaten– ernaast. Dus ook een gewogen gemiddelde van vele peilingen zou nog een verkeerde indruk hebben gegeven.

Hoe je het ook wendt of keert: peilingen blijven peilingen. En daar zit het probleem. Hoewel politici hard roepen dat peilingen maar dagkoersen zijn, weten ze niet hoe snel ze de cijfers steeds weer op hun beeldscherm moeten krijgen. Logisch, maar ook gevaarlijk.

Peilingen beïnvloeden het keuzeproces van de kiezer. Want ook kiezers willen graag winnaar zijn. En niemand wil bij de verliezers horen.

Hét probleem zit dan ook vooral bij de kiezers die als muggen door het politieke landschap dansen. 
En bij politici die de hele dag met de vinger in de lucht staan om te sonderen uit welke hoek de wind van de publieke opinie waait. Duidelijke politici en standvastige kiezers zijn de oplossing. Ook voor 
opiniepeilers.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer