Cultuur & boeken

Kerstverhalen met voorspelbare en verrassende elementen

Het Kind dat zondaren mint, goeddoen aan het verachte, sneeuw en warme kerken – het zijn hoofdingrediënten van drie nieuwe kerstbundels. Kerst vieren heeft alles met traditie, met het overbekende te maken. Tegelijk mag de verrassing niet ontbreken.

Christine Stam-van Gent

15 December 2016 16:17Gewijzigd op 16 November 2020 09:22
Goede kerstverhalen bevatten een element van verrassing.        beeld Fotolia
Goede kerstverhalen bevatten een element van verrassing. beeld Fotolia

Zoals elk jaar buigt de redactie van The Last News, een gerespecteerde krant in een kleine Amerikaanse stad, zich over een speciale editie. Er zijn drie verschillende randsjablonen met kerstklokken en -takken, die elk jaar afgewisseld worden. Maar de tussenruimte moet elke keer opnieuw creatief ingevuld worden. De redactieleden zijn het beu. „Nee hè… Niet weer zo’n kerstnummer.”

Zo begint het laatste verhaal in de nieuwe kerstbundel van dr. André F. Troost, pastor en schrijver. Kerstmoeheid als thema voor een kerstverhaal, dat is een goede greep. Als je er al bijna drie bundels met kerstverhalen op hebt zitten, heeft zo’n verhaal zelfs iets pastoraals. Je inleven in de redactie van The Last News is niet moeilijk. „Nee hè… Niet weer een kerstbundel.”

Dergelijke boeken in één ruk uitlezen is dan ook eigenlijk een vorm van onrecht jegens auteurs én redacteur. Te veel sneeuwvlokken en kaarsjes tegelijk benemen het zicht op het eigene van elk verhaal. Het ideale recept: eenmaal daags een vertelling – liefst hardop voorgelezen.

Kerstboodschap

Zestien verhalen en gedichten staan er in ”Uw Licht komt”, een uitgave van uitgeverij De Banier voor zowel (grotere) kinderen als volwassenen. Marjanne Hendriksen, schrijfster van kinderboeken en werkzaam in Zambia, verweeft in het eerste verhaal de levens van de zwangere Maria uit Nazareth en een andere jonge Maria op een mat onder een mangoboom, die ook het geheim van een zwangerschap vol schande meedraagt. Een aangrijpend verhaal dat subtiel is opgeschreven en een duidelijke kerstboodschap bevat.

Ook in de verhalen van Teus Schep, Janneke van Reenen, Janny den Besten, Eeuwoud Koolmees en Diny van Leeuwen neemt die boodschap een belangrijke, concrete plaats in. Meestal is het daarin de ene mens die woorden van redding spreekt tot de ander (in nood). Hoe wenselijk dat in het ‘gewone’ leven ook is, in verhalen krijgt de toon van zulke boodschappers snel iets prekerigs en het plot iets gekunstelds.

Dat laat onverlet dat deze auteurs waardering verdienen voor hun creativiteit, vooral in het bedenken van originele decors. Een schipper die zijn vallende knecht naduikt en daarbij zijn schip te pletter moet laten varen. Twee zwakke, op elkaar mopperende mensen in een verpleeghuis die ieder op hun eigen manier het Licht over hun leven nodig hebben. Een gemeenteraadslid dat er maar niet in slaagt dat banale passiespel in zijn stad te verhinderen en geconfronteerd wordt met de vraag wat hij zelf eigenlijk van Jezus denkt.

Andere auteurs durven een stap verder te zetten door de kerstgedachte meer onderdeel van het verhaal zelf te maken. Door bijvoorbeeld het beeld van een bloembol in donkere aarde uit te werken, parallel aan het verhaal van een onhandelbare logé die jaren later pas zijn dankbaarheid bewijst (Jeannette Donkersteeg). Jan Vermeulen schreef een historisch verhaal (met achtergrondinformatie) over een rooms-katholiek „pottemenneke” uit de aardewerkfabriek van Petrus Regout en co, en Maarten Brand wist de tekst „Hij is gezet tot een val en opstanding van velen” een heel eigentijdse en verrassende illustratie te geven.

De gedichten hadden wat mij betreft uit deze bundel gelaten kunnen worden. Ze kloppen beeldmatig niet altijd en lijden te veel aan rijmdwang: „Adam en Manninne traden in Zijn spoor/ in ’t paradijselijk decor.” Waar het niet rijmt, is het weer moeilijk om clichés te vermijden: „ruwe bolster”, „fluisterzacht verlangen.”

Kunstje

In ”Kaarsjes in de nacht” –een bundel kerstverhalen voor kinderen van uitgeverij Mozaïek– wordt iets minder gepreekt dan in ”Uw licht komt”. De verhalen, waarvan de eerste twee op kleuterniveau zijn geschreven, zijn speelser en spelen in op het december­verlangen naar warmte en saamhorigheid. Toch schemert regelmatig ook een sociaal kerstevangelie door. „Onze grootse schat is de liefde” (Elly Zuiderveld). „Hij werd mens onder de mensen”, is het voorbeeld dat Hidde zichzelf stelt, in een goed geschreven en ontroerend verhaal van Helga Warmels. Kerst is iets goeds doen voor andere mensen (asielzoekers), wil ook Maria Dingemanse-Honkoop doorgeven.

Behalve lichtjes en sneeuw kom je in ”Kaarsjes in de nacht” ook regelmatig engelen tegen. In Ria Borkents verhaal vertelt oma haar zieke kleinzoon een eigentijdse versie van de engelenzang, waarbij ze engelen voorstelt als vuur­pijlen in een groot vuurwerk. „Die engelen gingen niet knallen maar rappen!”

Judith Janssen maakte zelfs een personage van een echte engel: de raadselachtige broeder Gabriël in het ziekenhuis, die Nora vertelt waarom haar moeder zo misselijk is. Ze zal een kindje krijgen!

Het Kind dat zondaren mint, het –in navolging van dat Kind– goeddoen aan het arme, verachte en schuldige, sfeerelementen als sneeuw, kou en warme, verlichte kerken, ziedaar de hoofdingrediënten van drie nieuwe kerst­bundels. Voorspelbaar? Ja, maar dat mag. Kerst vieren heeft alles met traditie, met het overbekende te maken.

„Je moet het Licht der wereld niet zoeken in hemelhoge kathedralen. Je vindt Jezus hooguit in een armzalige kapel.” Dat is de boodschap die André F. Troost blijft herhalen, zijn hele bundel door. Daarbij moet hij –en moeten alle auteurs!– wel uitkijken dat gebruikmaken van de contrasten ”Licht-in-de-duisternis” en ”Rijkdom-in-armoede” geen kunstje wordt. Goede kerstverhalen borduren voort op oude, vertrouwde thema’s. Tegelijkertijd moeten ze, net als alle goede verhalen, een element van verrassing bevatten.

Stille plek

Dat verrassende heeft Troosts laatste verhaal in elk geval wel. De kersteditie van de The Last News komt er. Een pagina zonder rood en groen. Met weinig foto’s, en veel berichten over oorlogen, rampen, sombere economische voorstellingen, dodelijke ongelukken. En, dwars over die berichten heen, in grote, zwarte letters: morgen komt de Messias. Een soloactie van de wanhopige hoofdredacteur.

En wat een ramp leek –geen kerstsfeer– blijkt een zegen. Niemand zegt zijn abonnement op, integendeel: de mensen bedanken de redactie. Dit kerstnummer heeft hen aan het denken gezet. Ook op de redactie is de sfeer veranderd. „Zodra er weer iets de kop opstak dat enigszins leek op ruzie, was er altijd wel iemand die luid en duidelijk riep: „Morgen komt de Messias!””

Ook Troost zelf zet mensen graag aan het denken. Voor alle verhalen, meditaties en gedichten in zijn nieuwste bundel geldt dat ze prikkelend zijn. Tegelijk zou deze pastor wel iets kritischer naar zijn eigen zinnen mogen kijken, zeker in zijn poëzie. „Licht is warm en zacht en zoet” is een tikkeltje over de top. In één meditatie worden zowel Willem de Mérode, Tolstoj als de zanger D. C. Lewis geciteerd. Het heeft iets karakteristieks, zo’n stijl. Troost geeft je veel te denken, maar als hij wat meer in zijn woorden zou snijden en wat minder zou uit­leggen, blijven zijn verhalen misschien nog langer hangen.

Dat laatste gaat in elk geval op voor ”Walt”, het verhaal van Sarah van der Maas in ”Kaarsjes in de nacht”. Zij heeft niet alleen de mooiste –want sobere– zinnen en de sterkste psychologische obser­vaties van iedereen, ze blijft tot de laatste zin toe verrassen. Van der Maas beschrijft de terugkeer uit de oorlog van de Duitse Walt nadat Hitler dood is, vanuit het perspectief van zijn kleine broertje Georgie. Lang heeft Georgie naar Walt uitgezien. Maar Walt lijkt niet blij om thuis te zijn. Hij is stil en teruggetrokken. Hij lijdt.

Als het geschrevene zich niet rond Kerst had afgespeeld, had niemand het als kerstverhaal bestempeld. Toch is dit het verhaal dat ik met Kerst zou willen herlezen. En misschien met Pasen opnieuw. Of Van der Maas het nu zo bedacht heeft of niet, alles zit erin. Die oudste broer die eindelijk naar huis komt. Hij werd verwacht, en toch is zijn thuiskomst zo heel anders dan die verwachting. Als Walt na de kerstdienst spoorloos is en Georgie het ergste vreest, vindt hij Walt terug op een stille plek. Hij heeft zich niet in de rivier gegooid, hij leeft en hij glimlacht en stoeit weer. Dan gooit die sterke Walt zijn kleine broertje over de schouder en droeg hem „het hele eind van de rivier, door het weiland en onder de poort door, naar huis.”


Boekgegevens

”Morgen komt de Messias. Gedichten en verhalen voor advent en kerst”, André F. Troost; uitg. Ark Media, Amsterdam, 2016; ISBN 978 90 33884 22 1; 96 blz.; € 14,95;
”Uw Licht komt. Verhalen en gedichten voor Kerst”, Marjanne Hendriksen, Martine de Wit e.a.; uitg. De Banier, Apeldoorn, 2016; ISBN 978 94 0290 1351; 140 blz.; € 9,95;
”Kaarsjes in de nacht. Kerstverhalen voor kinderen”, Elly Zuiderveld, Hans Mijnders, Helga Warmels e.a.; uitg. Mozaïek Junior, Zoetermeer, 2016; ISBN 978 90 239 9688 0; 224 blz.; € 18,90.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer