„Strijd tegen eenverdiener is fanatiek en ideologisch”
Een meerderheid van de partijen in de Eerste Kamer vindt het hoog tijd dat het belastingstelsel eerlijker wordt voor met name eenverdieners. „De campagne van VVD en PvdA tegen huishoudens met één verdienende partner begint zo langzamerhand fanatiek-ideologisch te worden.”
De senatoren spraken dinsdagavond uitgebreid met staatssecretaris Wiebes (Financiën) over de door hen gewenste belastinghervorming, tijdens een debat in de Eerste Kamer over het Belastingplan voor volgend jaar.
CDA-senator Van Rij (fiscalist bij Ernst & Young) brak tijdens dit debat onder meer een lans voor eenverdieners, die in het huidige belastingstelsel tot wel zes keer meer belasting betalen dan tweeverdieners met hetzelfde gezinsinkomen. Hij noemde het „absurd” dat, afhankelijk van persoonlijke omstandigheden, de belastingdruk van iemand met een modaal inkomen „kan verschillen van bijna nul tot ruim 8.000 euro.”
Van Rij vindt daarom dat in het belastingstelsel het draagkrachtbeginsel weer „leidend” moet worden. Hij benadrukte dat vooral inkomens tussen de 50.000 en 75.000 euro bruto het gelag betalen. Dankzij het huidige kabinet zijn zij meer belasting gaan betalen, terwijl lagere inkomens juist fors minder gingen afdragen. Van Rij becijferde dat als het kabinet het geld dat gebruikt is om alleen lagere inkomens tegemoet te komen, voor iedereen had ingezet, het belastingtarief dan per belastingschijf met 2.8 procent verminderd had kunnen worden. „Hardwerkend Nederland zou er dan netto 2.000 euro op zijn vooruitgaan. Nu leverden ze duizenden euro’s in. Mijn complimenten aan de PvdA’er in het kabinet voor dit oerdegelijke linkse beleid.”
Ook SP, PVV, 50Plus, SGP en de ChristenUnie riepen in de Eerste Kamer het kabinet op om het belastingstelsel eerlijker te maken. SP-Senator Köhler noemde het onbestaanbaar dat het kabinet een in de Eerste Kamer breed aangenomen motie van SGP-senator Schalk, die het kabinet opriep de kloof tussen een- en tweeverdieners te verkleinen, naast zich neerlegt. „De motie wordt domweg niet uitgevoerd, omdat die niet in het regeringsbeleid past. Sterker: volgend jaar gaan eenverdieners er opnieuw minder op vooruit dan anderen. De motie vroeg duidelijk om een aanpassing van dit beleid, maar wordt terzijde geschoven met de mededeling: dit kan helaas niet, want dat past niet in ons beleid. Tja, met die redenering kun je heel veel moties gewoon naast je neerleggen.” Köhler stelde dat „de campagne van VVD en PvdA tegen huishoudens met één verdienende partner „zo langzamerhand fanatiek-ideologische trekjes begint te vertonen. Ik ben bang dat we tot de verkiezingen van 15 maart moeten wachten voor we hier een einde aan kunnen maken.”
Volgens Schalk (SGP) zijn de huidige, grote verschillen in belastingdruk vooral ontstaan doordat opeenvolgende kabinetten bepaald gedrag heeft willen stimuleren met fiscale prikkels, die voor anderen juist weer als „remmen” fungeren. „Daardoor is er een belastinggedrocht ontwikkeld, met rare verhoudingen en tegendraadse uitwerkingen, zoals dat een eenverdiener die zijn inkomen opkrikt van 22.000 naar 32.000 euro, van die 10.000 euro bruto soms slechts netto 1 euro per dag overhoudt.” De SGP-senator betreurde dat het kabinetnog altijd geen soelaas heeft geboden voor de eenverdiener. „Vorig jaar riep ik in een motie het kabinet op om maatregelen te nemen om de substantiële verschillen in belastingdruk te verkleinen, omdat eenverdieners tot 5 keer meer belasting betaalden dan tweeverdieners. Vandaag constateren we dat de eenverdiener volgend jaar zelfs 6 keer zoveel belasting gaat betalen.”
Voor de CU is een hervorming van het belastingstelsel „één van de eerste issues” die een nieuw kabinet moet oppakken, aldus senator Ester „De marginale druk neemt extreme vormen aan, zeker bij éénverdieners. „Aan het werk gaan is onmiskenbaar aantrekkelijker gemaakt, vooral voor tweeverdieners. Maar meer gaan verdienen, dát is door dit kabinet minder en soms zelfs veel minder aantrekkelijk gemaakt.”
Volgens Ester heeft het kabinet het draagkrachtbeginsel hiermee geweld aangedaan. „Huishoudens met een gelijk bruto-inkomen worden totaal verschillend belast. De rechtvaardigheid is zoek.” Die grote verschillen worden niet zozeer veroorzaakt door belastingen en premies, als wel doordat heffingskortingen steeds meer bepalend zijn geworden voor de belastingdruk. Ester: „Het kabinet is doorgeslagen in het eindeloos draaien aan alle gecamoufleerde heffingskortingsknoppen in plaats van het simpelweg verhogen of verlagen van de schijftarieven.”
PvdA-senator Sent gaf juist te kennen niet onder de indruk te zijn van door het kabinet onderkende cijfers dat eenverdieners tot zes keer meer belasting betalen dan gelijkverdienende tweeverdienershuishoudens „Wij vinden het belangrijk dat het belastingstelsel het voor vrouwen aantrekkelijk maakt om te werken. We zullen het beleid ook daarop beoordelen en niet alleen op de positie van kostwinners.”
Wiebes zelf herhaalde dat de hoge belastingdruk voor met name eenverdieners „onmiskenbaar iets is wat schuurt, onaangenaam voelt en niet voldoet aan ieders rechtvaardigheidsbeginselen.” Een oplossing is volgens hem echter nog niet zo eenvoudig, omdat er sprake is van een soort waterbedeffect: als je aan de ene kant iets wilt herstellen, hopen de problemen aan de andere kant juist op.
In welke vorm echter ook, een vereenvoudiging van het belastingstelsel vindt hij niettemin hard nodig. „Elke mogelijkheid om dit voorbij te laten gaan, is een gemiste kans. Mijn grote les is dat je in het publieke domein tien keer op het doel moet schieten voordat de bal er één keer in zit. Ik ben daartoe bereid.” Volgens Wiebes biedt het feit dat een belastinghervorming in veel verkiezingsprogramma’s prominent staat vermeld „een basis.” Een onderzoek dat het kabinet momenteel laat uitvoeren naar de hoge belastingdruk voor onder meer eenverdieners, en dat nog voor de verkiezingen op tafel moet liggen, wacht hij met interesse af.
Of hij degene zal zijn die in een volgend kabinet als staatsecretaris die hervorming zelf ter hand kan nemen, hield Wiebes in het midden. „Ik ben bereid om negen keer te schieten. Het kan me dan niet schelen als vervolgens een ander bij een tiende keer de bal erin schiet.”