Duizenden patiënten ten onrechte op wachtlijst
Tienduizenden patiënten staan ten onrechte op wachtlijsten in ziekenhuizen. De feitelijke wachtlijsten zijn ruim 30 procent korter dan toe nu toe is aangenomen.
Dat staat in een onderzoek van het bureau Prismant naar de samenstelling van wachtlijsten. Minister Hoogervorst van Volksgezondheid maakte het dinsdagmorgen openbaar. Op grond van het onderzoek concludeert de bewindsman dat de wachtlijsten helemaal geen groot maatschappelijk probleem vormen. Het is voor het eerst dat onderzoek is gedaan naar de samenstelling van de wachtlijsten voor ziekenhuizen.
Op dit moment staan er officieel bijna 140.000 mensen geregistreerd op wachtlijsten. Het overgrote deel van hen, bijna 95.000 (68 procent) gaat binnen vijf tot zeven weken onder het mes. Dat is een aanvaardbare termijn, zo vindt minister Hoogervorst. De ziekenhuizen hebben voor een effectieve planning zo’n 100.000 wachtenden nodig als „werkvoorraad.”
Het overige deel van de wachtenden valt uiteen in twee categorieën. Bijna 17.000 mensen (12 procent) wil om persoonlijke of medische redenen nog niet worden behandeld. Mensen willen bijvoorbeeld eerst op vakantie of zijn zwanger. Het overige deel van de groep, 28.000 mensen (20 procent), moet wel worden geholpen, maar staat nog niet op een wachtlijst, onder meer omdat alle onderzoeken nog niet zijn afgerond.
Volgens Prismant moeten deze 35.000 mensen eigenlijk niet meetellen in de discussies over de wachtlijstproblematiek. Minister Hoogervorst is het daarmee eens. Hij vindt dat het onderzoek het huidige beeld van de wachtlijsten drastisch nuanceert.
Minister Hoogervorst wijst erop dat mensen vaak nog eerder geholpen kunnen worden dan de gemiddelde wachttijd van vijf tot zeven weken. Mensen die zelf of met behulp van hun zorgverzekeraar op zoek gaan naar een ander ziekenhuis, kunnen vaak sneller worden geopereerd.
De bewindsman vindt dat de ziekenhuizen en de zorgverzekeraars hun aandacht moeten richten op een groep van 20 procent die op een wachtlijst staat en niet op tijd wordt geholpen vanwege capaciteitsproblemen. Daarbij valt te denken aan operaties aan knieën en heupen en aan staaroperaties en liesbreuken.