De aantallen huisuitzettingen wegens overlast van de afgelopen jaren bevestigen volgens de vereniging van woningcorporaties Aedes dat bij corporaties, gemeenten en andere instanties de maat sneller vol is dan voorheen. „Op een gegeven moment is een grens bereikt. Ter bescherming van anderen moet je dan maatregelen nemen”, aldus een woordvoerder van Aedes. Werden in 2001 nog 225 huurders wegens overlast hun huis uitgezet, een jaar later waren dat er 450.

Voordat woningcorporaties overgaan tot uitzetting of bijvoorbeeld overplaatsing naar een containerwoning, is er volgens de vereniging van woningcorporaties Aedes al het nodige gebeurd. Het is volgens Aedes een duidelijk signaal van „de allerlaatste kans” voor de probleemgezinnen. De verhuurders proberen de gezinnen die notoir voor extreme overlast in de buurt zorgen, samen met politie en sociaal-maatschappelijke organisaties weer in het gareel te krijgen. In de meeste gevallen werkt dat.

Voor een aantal gezinnen gaat deze vlieger niet op. Volgens de Aedes-woordvoerder komen zij terecht in het ”tweedekansproject”, waarmee ze in een ander huis in een andere wijk de kans krijgen opnieuw te beginnen. De meeste corporaties bieden huurders deze tweede kans. Slaagt ook deze aanpak niet, dan wacht huisuitzetting.

Een voorwaarde om in aanmerking te komen voor een containerwoning is dat gezinnen en bewoners al wel een heel traject van hulpverlening achter de rug hebben. De stadsdeelraad Amsterdam-Noord wil met vier of vijf „gerieflijke” wooncontainers beginnen.

Als voorbeeld voor het initiatief heeft de stadsdeelraad een viertal containerwoningen in Kampen genomen, die in de jaren negentig zijn opgezet en succesvol bleken. Gezinnen die problemen veroorzaakten, konden daar uiteindelijk weer normaal functioneren in de samenleving.