Idlib waarschijnlijk nieuwe Syrische brandhaard
RD-correspondent Martin Janssen levert wekelijks commentaar op actuele gebeurtenissen in het Midden-Oosten. Vandaag: Idlib wordt mogelijk nieuwe brandhaard in de oorlog in Syrië.
Het lijkt slechts een kwestie van tijd voordat het Syrische leger Aleppo zal hebben ingenomen. President Assad zei onlangs in een interview dat de val van Aleppo niet het einde van de oorlog zal betekenen, maar dat het wel een grote stap voorwaarts is.
Voor de Syrische opstandelingen van het eerste uur symboliseerde het door de rebellen gecontroleerde Oost-Aleppo nog steeds hun revolutie. Met de val van Aleppo wordt deze revolte echter definitief ten grave gedragen.
Het Syrische regime zal na de verovering van Aleppo geconfronteerd worden met twee belangrijke vragen. Allereerst: moet Aleppo worden beveiligd zodat het niet opnieuw in handen van milities valt? De vraag is wie dit zal moeten gaan doen. Het Syrische leger en zijn bondgenoten kunnen immers niet in Aleppo blijven, omdat hun inzet elders vereist is. Welke stad zal het volgende doelwit zijn?
Het regime kan kiezen voor Raqqa in het oosten, dat in handen is van Islamitische Staat. Of voor Idlib in het westen, dat de facto een emiraat van al-Qaida is. De doorslaggevende stem hierbij zal uit Moskou komen. Alles wijst erop dat Rusland IS in Raqqa eerder als een Amerikaans probleem ziet. Idlib zou dan de volgende brandhaard in de Syrische burgeroorlog kunnen worden.
Met Idlib is trouwens iets eigenaardigs aan de hand. Zoals bekend waren gewapende milities in heel Syrië actief. In steden zoals Damascus, Homs en Hama hadden ze hele wijken in handen. Deze stadsdelen werden vervolgens door het Syrische leger omsingeld, om de gewapende rebellen op de knieën te dwingen.
Overal in Syrië hadden het afgelopen jaar onder Russische leiding ”verzoeningssessies” plaats. De gewapende oppositie beloofde de wapens neer te leggen en het Syrische regime garandeerde hun een vrije aftocht. Deze gewapende militanten werden vervolgens in bussen door het Syrische regime naar Idlib gebracht. Er is dus actief beleid gevoerd om gewapende milities in één stad (Idlib) te concentreren.
Sommige critici vrezen dat dit de voorbode vormt van een herhaling van het drama dat zich in 1982 in het Syrische Hama afspeelde. Hama was indertijd het centrum van een gewapende opstand tegen het regime, dat in 1982 besloot deze stad letterlijk met de grond gelijk te maken.
Over de vraag wie Aleppo in de toekomst zal gaan beveiligen kan men speculeren. Deze kwestie zou wellicht spanningen kunnen veroorzaken tussen Rusland en Iran, die beide het Syrische regime steunen.
Op sociale media is een video verschenen waarop te zien was hoe leden van de Tsjetsjeense militaire politie zich gereed maakten om naar Syrië af te reizen. De Tsjetsjeense president Kadyrov staat bekend als pro Moskou en Tsjetsjeense soldaten zijn geharde, maar tevens soennitische strijders. Iran zal vrijwel zeker niet onverdeeld gelukkig zijn met de –eventuele– komst van soennitische Tsjetsjeense militairen, omdat Iran in en rond Aleppo zijn eigen sjiitische milities heeft.