Dolenthousiast kondigde het Allard Pierson Museum in Amsterdam in 2014 de expositie ‘De Krim; Goud en geheimen van de Zwarte zee’ aan. Het museum heeft het geweten. Het heeft de collectie nòg, want het weet niet van wie die nu eigenlijk is. Woensdag moet de Nederlandse rechter uitspraak doen over wat ermee gebeuren moet.

Terwijl het Allard Pierson het goud trots aan zijn bezoekers liet zien, nam Rusland namelijk het Oekraïense schiereiland de Krim in. Daarop stond het museum voor een dilemma: moet het goud nu naar de musea op de Krim terug en dus min of meer naar Rusland (ook al is het Russische gezag over de Krim internationaal omstreden)? Of moet het naar Kiev, de hoofdstad van Oekraïne, het land waarvan het goud in 2014 eigenlijk werd geleend? „Het is een bijzonder ingewikkelde zaak, waarin het Allard Pierson Museum niet kan bepalen wie de rechthebbende is en aan wie de objecten zouden moeten worden geretourneerd”, aldus het museum in Amsterdam zelf.

De musea op de Krim zelf willen de schatten terug; ze vinden dat ze gewoon op het schiereiland en onder hun dak horen. In het najaar van 2014 begonnen ze de procedure tegen het Nederlandse museum. De staat Oekraïne mengde zich daar al snel in met een eigen claim.

Het Allard Pierson Museum zal het goud zo langzamerhand liever kwijt dan rijk zijn: het beheren van zo’n kostbare collectie gaat natuurlijk niet voor niets. Het museum is al tonnen kwijt. De meeste kosten moesten echter aan het begin van de affaire worden gemaakt; het bedrag loopt nu minder snel op. Maar er dreigt natuurlijk altijd weer een hoger beroep.