De Passage-zaak draait om zeven criminele afrekeningen in de periode tussen 1993 en 2006. Voor zijn aandeel daarin kreeg Ros in 2013 van de rechtbank in Amsterdam dertig jaar cel. In 2014 sloot hij in hoger beroep een deal met het Openbaar Ministerie (OM). Dat beloofde hem de strafeis te halveren in ruil voor belastende informatie over medeverdachten.

Overeenkomstig die afspraak eiste het OM - dat spreekt van een solide, betrouwbare kroongetuige - vorige maand veertien jaar cel tegen Ros. Omdat hij sinds de zomer van 2006 vastzit en inmiddels twee derde van die beoogde straf heeft uitgezeten, vroeg het OM het hof toen Ros vrij te laten. Namens Ros zelf vroeg ook advocaat Onno de Jong om vrijlating,

Het hof, dat afgelopen zomer al eerder een vergelijkbaar verzoek afwees, zei vrijdag dat het zich bewust is van de overeenkomst tussen Ros en het OM, maar dat het in de zaak nog te vroeg is om op verantwoorde wijze de balans op te maken. Ook vindt het hof dat nog niet vaststaat dat Ros momenteel al veel langer in voorlopige hechtenis zit dan zijn straf straks rechtvaardigt.

Volgens het hof komt er pas een definitief oordeel in de zaak van Ros als het hoger beroep is afgerond. Naar verwachting is dat tegen de zomer van komend jaar.

Advocaat Onno de Jong toonde zich „teleurgesteld” na de uitspraak. „Alles in deze zaak is al gezegd. Het is mij een raadsel waarom moet worden gewacht.” Volgens hem kan ook het hof inmiddels conclusies trekken over de betrouwbaarheid van Ros. “Zijn verklaringen zijn geverifieerd. In een aantal zaken heeft hij bovendien zichzelf belast.”

De deal tussen het OM en Ros is scherp bekritiseerd, onder meer door medeverdachte en vermeend kopstuk Dino S. Hij noemde Ros ‘kroonleugenaar’. S. hoorde vorige maand in het Passage-proces samen met drie anderen levenslang tegen zich eisen. De beschuldigingen aan zijn adres zijn mede gebouwd op de verklaringen van Ros.