Commando Bart redt slachtoffers in Uruzgan, dwars door vijandelijk vuur
Kogels fluiten, een bermbom explodeert. Vijf militairen raken gewond bij een hinderlaag in Uruzgan. Commando Bart spoedt zich –dwars door vijandelijk vuur– naar de slachtoffers. Minister Hennis reikte hem woensdag een hoge militaire onderscheiding uit. Voor moed.
Afghanistan, september 2006. Commando’s van Task Force Viper krijgen opdracht een bermbommenmaker op te pakken. Een konvooi met Nederlandse, Amerikaanse en Afghaanse militairen begeeft zich op weg.
Tegenvaller. De bommenmaker blijkt gevlogen. „De inlichtingen waren niet helemaal juist”, vertelt Bart. De commando is schutter en medic (medisch militair) bij Task Force Viper, die de opdracht heeft de taliban in Uruzgan aan te pakken om opbouwwerk mogelijk te maken. De special forces maken rechtsomkeert naar Kamp Holland.
Plotseling klinkt er een doffe dreun. Een van de voertuigen is op een bermbom gereden. Op hetzelfde moment nemen de taliban de militairen met zware wapens onder vuur. Het konvooi blijkt in een hinderlaag te zijn gelopen.
Commando Bart en een collega bedenken zich niet en rennen –dwars door vijandelijk vuur– naar de plaats des onheils, 300 meter verderop. „Je weet dat er gewonden moeten zijn.” Tegen een muurtje treffen ze drie getroffen Afghaanse militairen aan.
Geroutineerd checkt Bart de slachtoffers. Verwondingen, ademhaling, bewustzijn. Links en rechts slaan er kogels in, felle explosies klinken. „Er werd flink gevuurd.” De tijd om bang te zijn ontbreekt.
„Alle aandacht gaat op zo’n moment uit naar de gewonden. Je vergeet compleet wat er zich in je omgeving afspeelt.” Af en toe –bij een hevige explosie– dringt de ernst van de situatie weer tot hemdoor. „Oh ja, we liggen onder vuur.”
Bomkrater
Iets verderop, in de bosjes, blijkt nog een zwaargewonde te liggen. De Afghaanse tolk is door de explosie uit de auto geslingerd. Bart sjort de tolk samen met zijn collega naar de luwte van het muurtje. Een been van de man bungelt onnatuurlijk aan z’n lijf. Compleet verbrijzeld. „Laat me hier niet achter bij de taliban”, smeekt de tolk. De medic weet het onderbeen te stabiliseren.
Collega Paul coördineert ondertussen het transport van de gewonden. „In een vuurgevecht kun je niet even een ambulance bellen.” Paul –ook onderscheiden– moet opnieuw 300 meter door vijandelijk vuur afleggen om een auto te halen.
In de krater van de ontplofte bermbom ontdekken de militairen nog een Afghaan. „Met drie man hebben we hem zo snel mogelijk naar het muurtje gebracht, terwijl collega’s de taliban onder vuur namen.” Hulp komt echter te laat.
Het konvooi haast zich naar Kamp Holland. „Onderweg moesten we infusen aanleggen, rijdend door een rivierbedding. Knap lastig.” Onverwacht stuiten de special forces op een nieuwe hinderlaag. Een RPG, een vanaf de schouder afgevuurde raket, slaat vlak achter het konvooi in de grond. „Het ding ging niet af.” Uiteindelijk bereiken de gewonden Kamp Holland.
Bart vertelt nuchter, bijna zakelijk over de levensgevaarlijke missie. „Het was mijn eerste vuurgevecht.” Hij haalt z’n schouders op. „Eén keer moet de eerste zijn. Ik heb bewust gekozen voor dit vak. Dan weet je dit kan gebeuren.”
De commando heeft sindsdien meer en zwaardere vuurgevechten meegemaakt. „Die eerste was de meest relaxte. Bij een geplande actie bouw je spanning op: Wanneer klappen we op de vijand? De eerste was onverwacht. Dan val je terug op je drills. Blik op oneindig en gaan.”
Heldendaad
Minister Hennis heeft woensdag hoge militaire onderscheidingen uitgereikt voor moedig gedrag. Bart –inmiddels kapitein– heeft het Kruis van Verdienste gekregen. Anderen de Bronzen Leeuw, het Bronzen Kruis of het Vliegerkruis.
Een held voelt Bart zich niet. „Ik werk wel in een team van helden. Je doet het altijd samen met anderen. Ik weet zeker dat iedere collega precies hetzelfde zou hebben gedaan als ik.” Hij realiseert zich op de grens van leven en dood te opereren. „Ik kan dodelijk gewond raken. Maar ik weet dat mijn kameraden er alles aan doen om me te helpen als me iets overkomt. Dat maakt het makkelijker dit soort risico’s te accepteren.”