Asscher zei onlangs in het tv-programma Pauw dat de groeiende invalproblemen op bijzondere scholen niet alleen te maken hebben met zijn flexwet, maar ook met de christelijke identiteit van die scholen. „Er moet een vervanger komen, maar dat moet wél iemand zijn met een lange rok”, stelde Asscher in een reactie op de kritiek van bijzondere scholen dat zij sinds de invoering van Asschers wet (de WWZ) nauwelijks nog aan invalkrachten kunnen komen bij ziekte van meesters en juffen.

Volgens Verus, de koepelorganisaties voor het christelijk onderwijs, brengt de bewindsman met een dergelijke „karikatuur de identiteit van christelijke scholen in diskrediet en gaat hij voorbij aan ál die bijzondere scholen die gewoon geen invaller meer kunnen vinden door de WWZ.”

Ook CU-Kamerlid Schouten ergerde zich aan de „denigrerende” uitspraak van Asscher en vroeg de bewindsman zijn woorden terug te nemen. Dat deed hij, zij het schoorvoetend. Volgens Asscher heeft hij vooral willen zeggen dat de problemen in het bijzonder onderwijs bij vervanging mede veroorzaakt worden doordat scholen soms niet tot samenwerking komen. „Als ik iemand heb gegriefd met de manier waarop ik dit fenomeen heb aangeduid, dan wil ik graag excuses maken. Het bestaat wel; ik denk dat we dat ook moeten erkennen, maar ik heb daarmee niemand tegen de borst of de rok willen schoppen.”

Tijdens het debat, de behandeling van de begroting van Sociale Zaken, kreeg Asscher ook nog zijn allereerste motie van wantrouwen aan de broek van Kamerlid Öztürk. Die vindt dat Asschers ook in zijn richting excuses had moeten maken over andere uitspraken.