„Strijd om Aleppo eiste al 500 levens”
Het offensief van het Syrische leger in de noordelijke stad Aleppo, het belangrijkste rebellenbolwerk, heeft tot nog toe ruim vijfhonderd burgers het leven gekost. Tot dat cijfer komt het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten.
Volgens de organisatie, die de burgeroorlog op afstand probeert te volgen via een netwerk van waarnemers in Syrië zelf, viel zo’n driekwart van de slachtoffers door luchtaanvallen en artilleriebeschietingen van het leger. De rebellen zouden verantwoordelijk zijn voor ongeveer een kwart van de burgerdoden. Onder de doden die door toedoen van beide kampen vielen, zijn volgens de cijfers waar het Observatorium donderdag mee kwam 81 kinderen.
Het Rode Kruis liet donderdag weten dat uit een ziekenhuis in het historische stadscentrum ’s nachts bijna honderdvijftig burgers zijn geëvacueerd en naar veilige plekken zijn gebracht. De patiënten zaten dagenlang in een benarde situatie, met gevechten die steeds dichterbij kwamen. Om de Oude Stad is fel gevochten. Regeringstroepen meldden woensdag dat ze het stadsdeel helemaal hadden veroverd.
Intussen praten Rusland en de Verenigde Staten verder over de vraag hoe de schade nog enigszins beperkt kan worden. De ministers van Buitenlandse Zaken John Kerry en Sergej Lavrov ontmoeten elkaar naar verwachting donderdag in Hamburg.
Volgens de Russische onderminister van Buitenlandse Zaken is een akkoord dichtbij. „Maar ik wil waarschuwen tegen hoge verwachtingen”, zei hij er direct bij. Een veilige aftocht lijkt voor de resterende rebellen het hoogst haalbare.