Binnenland

Kunstpottenbakkers pionierden op de Veluwe

De Veluwe is de bakermat van de keramische kunst in Nederland. Zelfstandige kunstpottenbakkers hadden er begin vorige eeuw hun werkplaatsen, in Epe, Apeldoorn en Putten. In het Nederlands Tegelmuseum in Otterlo is tot en met 17 april een expositie over deze pioniers te zien.

Jan Kas
5 December 2016 15:00Gewijzigd op 16 November 2020 09:12
Pottenbakker Chris Lanooy demonstreert zijn werk in zijn tuin aan belangstellenden. beeld Nederlands Tegelmuseum
Pottenbakker Chris Lanooy demonstreert zijn werk in zijn tuin aan belangstellenden. beeld Nederlands Tegelmuseum

Van de drie grote namen werkten er twee op de Veluwe: Chris Lanooy in Epe en Hein Andrée in Apeldoorn. De derde, Bert Nienhuis, had zijn atelier in Amsterdam, vertelt conservator Johan Kamermans. „Er ontwikkelde zich zelfs een bescheiden ”Eper school”. Lanooy en vooral zijn leerling Frans Slot leverden pottenbakkers af die in hun trant zijn blijven werken.”

De kunstenaars zetten al hun creativiteit in op vorm en glazuur. Daarmee onderscheidden ze zich van het gilde van anonieme pottenbakkers die grote aantallen potten, pannen en andere gebruiksvoorwerpen voor keuken, huishouden of bedrijf draaiden én van degenen die in plateel­bakkerijen series van kunstzinnige aardewerk­producten ontwierpen.

„Die eerste generatie kunst­pottenbakkers was erg onder de indruk van de vroege keramiek uit China en Japan, waarvan de kleurige glazuren zelf de deco­ratie vormden”, aldus Kamermans.

Natuurlijke effecten

„De kunstenaars waren gecharmeerd van natuurlijke effecten en kleuren die in elkaar overvloeiden. Voor een deel lieten zij in de oven de natuur haar gang gaan, daarbij ook gebruikmakend van metaaloxiden. Lanooy gaf de glazuren vaak aan de natuur ontleende namen, zoals rendiermos, Caraïbische zee of bloeiende heide.”

Voor de pottenbakkers was het vaak ook een verrassing hoe de natuur het bakproces zou beïnvloeden. Kamermans: „Laurens Goldewijk, een leerling van Slot, was eens helemaal verbluft toen er bij het uitpakken van de oven onbedoeld objecten in ”keizerlijk geel” opdoken. Dat was een glazuur op oud-Chinees porselein dat alleen voor de keizer mocht worden gebruikt en waarvan de precieze samenstelling niet bekend is. Voor Goldewijk was het een waar alchemistisch mysterie. Hoe dat zo gekomen was, wist hij niet, hij heeft die kleur nooit meer kunnen maken.”

Twee factoren bevorderden volgens Kamermans het ontstaan van de kunstpotterie. „Met kleine ovens konden de kunstenaars eigen­handig het gehele werkproces beheersen. Ze waren niet meer afhankelijk van de fabrieksovens. Bovendien was er goedkope brandstof beschikbaar gekomen: steenkool uit de mijnen in Zuid-Limburg.”

Gezondheid

Dat de kunstenaars op de Veluwe opereerden, had deels praktische redenen. Lanooy verhuisde met zijn gezin van Gouda naar Epe om de gezondheid van de kinderen.

„De Veluwe was ook een ideale vestigingsplaats”, zegt museum­directeur Eric Mackay. „Voor de afzet werkten de potten­bakkers niet te ver van de grote steden in West-Nederland.”

Daarnaast profiteerden ze van het opkomende toerisme. „Ze waren goed bereikbaar voor dagjesmensen uit de gegoede burgerij die tijdens een rondrit door de natuur ook hun werkplaats aandeden. Lanooy zette op zomerse dagen zijn draaischijf in de tuin. Omringd door bezoekers deed hij dan zijn werk.”

De Veluwse pottenbakkers hadden verschillende achtergronden. In Apeldoorn ging Andrée zich als laatste telg uit een traditioneel pottenbakkersgeslacht toeleggen op verfijnde vormen en bijzondere glazuren.

Lanooy liet in Epe zijn eerdere activiteiten als plateelschilder en ontwerper achter zich. Als kunstpottenbakker maakte hij naam, hij exposeerde op wereld­tentoonstellingen. Zijn rechterhand Slot, die voor hem de 
meeste potten draaide, gaf ook thuis en in nabijgelegen kazernes les in het pottenbakken. Hij leidde een generatie pottenbakkers op die over Nederland uitzwermde.

Joodse keramiste

Een leegstaande aardewerk­fabriek in Putten werd in 1933 het domein van de Joodse keramiste Marguerite Fried­länder en haar echt- en vakgenoot Franz Wildenhain. Zij waren het nationaal­socialistische regime ontvlucht. In hun potten­bakkerij Het Kruikje werkten ze in de traditie van het Bauhaus, waarin zij ook waren opgeleid.

Nadat Friedländer opnieuw moest uitwijken, nu naar Amerika, vestigde Willem Stuurman zich voor enkele jaren in hetzelfde pand. Later verhuisde hij naar Amersfoort. Net als Chris Lanooy begon hij als ontwerper, maar koos hij uiteindelijk voor het vak van pottenbakker.

Bijzonder kunstambacht

Op de tentoonstelling is werk 
van zeventien pottenbakkers 
te bewonderen. Kamermans: 
„De kennis van dit bijzondere kunstambacht dreigt voor 
een belangrijk deel verloren te gaan doordat pottenbakkers gewoonlijk hun kennis niet overdragen. Ook werken er nog maar weinig nieuwe kunstenaars in de traditie van de Veluwse pottenbakkers. Een reden is dat, onder meer voor het bakken met metaaloxiden, de milieueisen voor de uitstoot steeds strenger worden.”

www.nederlandstegelmuseum.nl


RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer