Euro omlaag op Italiaans ’nee’
De euro is maandag naar het laagste niveau ten opzichte van de dollar gezakt sinds maart 2015, nadat de Italiaanse premier Matteo Renzi aftrad omdat Italiaanse kiezers tegen de ingrijpende staatshervorming in Italië hebben gestemd.
De Europese eenheidsmunt daalde vooral kort na de openingsbel op de beurzen in Tokio, om 02.00 uur (Nederlandse tijd), sterk. De euro bereikte daarbij een dieptepunt van 1,0506 dollar, het laagste peil sinds 16 maart 2015.
De euro noteerde omstreeks 08.15 uur op 1,0585 dollar. Daarmee krabbelde de koers op naar een niveau dat vorige week ook al enkele malen werd bereikt.
Analisten wezen op de mogelijkheid dat verdere politieke onrust in Europa, zoals door de Franse verkiezingen, de euro de komende tijd nog meer onder druk kan zetten. Omdat de dollar daarnaast aantrekt door het vooruitzicht op een hogere rente in de VS, is het volgens valutadeskundigen goed mogelijk dat beide munten binnenkort evenveel waard zijn.
Het vertrek van Renzi kwam niet als een verrassing, maar de gevolgen zijn onduidelijk. Het zorgt in ieder geval voor meer onrust in de op twee na grootste economie van de eurozone. Die onrust kan overslaan naar de rest van de muntunie, bijvoorbeeld via de zwakke Italiaanse banken of via het vooruitzicht op een verkiezingsoverwinning van politici die tegen de euro zijn.
Op het gebied van de banken zet de regeringscrisis het reddingsplan voor Monte dei Paschi op losse schroeven. Die noodlijdende bank zou door aandeelhouders met een injectie van 5 miljard euro worden geholpen, maar zij kunnen hun besluit met het oog op de onzekere marktomstandigheden terugschroeven. De bank moet dan mogelijk worden genationaliseerd, wat de toch al slechte Italiaanse overheidsfinanciën verder onder druk zou zetten.
De rente op Italiaanse staatsobligaties liep maandagochtend op, wat aangeeft dat de vraag naar de staatsleningen afneemt. Het tegenovergestelde gold voor de door beleggers zeer veilig geachte Duitse en Nederlandse staatsleningen.