Europa volgt Italiaans referendum met argusogen
Het referendum in Italië van zondag kan leiden tot het ontslag van minister-president Matteo Renzi en nieuwe problemen in Europa.
Het is buigen of barsten voor de jonge premier Matteo Renzi (41 jaar). Na bijna drie jaar lijken zijn dagen als eerste minister geteld. Niet omdat hij het slecht heeft gedaan. Niet omdat hij het vertrouwen van het parlement of zijn eigen partij heeft verspeeld. Wel omdat hij zijn lot heeft verbonden aan de uitslag van het referendum van zondag. Veel wijst erop dat de voorstellen uit het referendum worden afgewezen.
Het referendum is niet zomaar een politiek speeltje van Renzi, maar een verplichting. In april dit jaar werd een wet in het parlement aangenomen waarbij onder andere het tweekamerstelsel op de schop ging, het aantal parlementsleden werd verminderd en de parlementaire kosten werden verminderd. Omdat het (deels) maatregelen zijn die de grondwet betreffen, is een (bevestigend) referendum noodzakelijk. Dat is een grondwettelijke voorwaarde.
Het huidige parlementaire systeem is bedacht door de opstellers van de Italiaanse grondwet in 1948. Italië besefte dat Mussolini als premier de democratie de nek had omgedraaid. Gevolg waren dictatuur en Tweede Wereldoorlog geweest. Voor de opstellers van de nieuwe grondwet stond één ding als een paal boven water: de macht van de regering moest worden ingeperkt.
Daarom kreeg het parlement als controlerend orgaan grote machtsmiddelen om de uitvoerende macht, de regering, in toom te houden. Het gevolg was de instelling van het, zogenaamde, ”perfecte tweekamerstelsel”, waarbij beide kamers evenveel macht hebben. In de praktijk betekent het dat dezelfde wet door beide kamers in aparte zittingen moet worden goedgekeurd.
Als de wet in de ene kamer wordt geaccepteerd, maar in de andere kamer wordt geamendeerd, dan kan het proces weer van voor af aan beginnen. Het leidt tot weinig slagvaardigheid. Italië kan met een hoog financieringstekort, hoge werkloosheid en hoge belastingen wel een stroomstoot gebruiken.
Het was daarom niet zo gek dat deze en andere hervormingen door een ruime meerderheid van het parlement werden aangenomen. Niet alleen door de parlementariërs van de Democratische Partij, Renzi’s eigen (sociaaldemocratische) partij, maar ook door centrumrechtse partijen, waaronder die van Silvio Berlusconi. Van díé steun is nu geen sprake. Berlusconi gaat ”nee” stemmen, en zelfs partijbonzen uit Renzi’s eigen partij vallen openlijk de eerste minister af. Het is puur opportunisme. Mocht Renzi het veld ruimen, dan denken de tegenstanders hun slag te slaan.
Het is echter nog maar de vraag of Renzi werkelijk opstapt als het referendum niet goed uitpakt. In een interview met de krant Corriere della Sera van donderdag hield Renzi zich op de vlakte. Hij zegt niet aan het pluche vast te houden. Maar ook: „Ik kan de re geringsstabiliteit garanderen.” In het buitenland wordt de verkiezing met argusogen gevolgd. Mocht Renzi opstappen, dan komt mogelijk de uiterst populistische Vijf Sterren Beweging aan de macht. Die is fel tegen Europa.
Het lot van Matteo Renzi en ook een beetje van Italië ligt in de hand van bijna 50 miljoen stemgerechtigden. Ze lijken een voorkeur te hebben voor ”nee”. De laatste opiniepeilingen geven een voorsprong aan van 6 procent. Maar zo’n 30 procent van de stemgerechtigden weet nog niet wat te kiezen. Vrijdag sloten de stembussen voor de ruim 4 miljoen Italianen die geregistreerd staan in het buitenland. De opkomst was met 40 procent verrassend hoog. Er is overigens geen quorum vereist om de volksraadpleging geldig te laten zijn.