Kerk & religie

Evangelischen veelal open naar RK-Kerk

Opwekking ja, maar kom niet aan mijn gemeente. Dat is kort gezegd de belangrijkste conclusie van een onderzoek dat Joel Ministries en Impuls in samenwerking met het Landelijk Platform van de Volle Evangelie en Pinksterbeweging uitvoerden onder (veelal evangelische) gemeenteleiders. Daaruit blijkt dat maar liefst 70 procent van hen samenwerking met rooms-katholieke leiders wel ziet zitten.

Kerkredactie
20 February 2002 10:23Gewijzigd op 13 November 2020 23:25

Het is nog steeds uitzonderlijk voor een evangelische voorganger om in een reformatorische kerk te spreken en andersom. Een overgrote meerderheid van de gemeenteleiders gelooft dat God een opwekking kan en wil geven, maar vindt dat de eigen gemeentegrenzen daarvoor niet al te veel mogen worden opgerekt. In steeds meer plaatsen in Nederland is sprake van een (nog prille) samenwerking tussen gemeenteleiders op het vlak van gebed, eenheid en evangelisatie. In sommige plaatsen loopt dat goed, in andere stagneert het. Uit het onderzoek blijkt dat in driekwart van de steden en regio’s in Nederland een proces van interkerkelijke samenwerking op gang is gekomen, maar dat dit vrijwel overal nog in de kinderschoenen staat.

Daarbij zijn er ook serieuze blokkades in dit proces van eenheid. De vier grootste zijn: gemeenten zijn erg met zichzelf bezig, er is een gebrek aan tijd en prioriteit, er zijn inhoudelijke (theologische) verschillen en er is een gebrek aan visie, geloof en communicatie. De gemeenteleiders zijn optimistisch over hun vermogen de leiding van de Heilige Geest te verstaan (en die boven hun eigen agenda te stellen), hun bewogenheid met mensen buiten de kerk en de mate waarin ze jonge leiders opleiden en vrijstellen.

Er is in evangelisch-charismatische kringen in Nederland een sterk verlangen naar opwekking en transformatie. De overgrote meerderheid (meer dan 85 procent) van de gemeenteleiders gelooft dat God in hun stad een grote opwekking kan en wil geven, maar er zal geen opwekking komen als we niet aanhoudend en eensgezind bidden. Maar, zegt een evengrote meerderheid, een dergelijke opwekking heeft vrijwel niets te maken met vernieuwing van de gemeentestructuren. Oftewel: Kom niet aan mijn gemeente, we doen het prima en we hoeven niet te veranderen om een opwekking aan te kunnen.

Theologische verschillen worden minder belangrijk. De meeste gemeenteleiders delen de stelling dat hun eigen gemeente geen betere theologie heeft dan andere gemeenten in de stad. Het feit dat 70 procent samenwerking met rooms-katholieke leiders wel ziet zitten, heeft nog niet geleid tot concrete stappen op het vlak van kanselruil; 20 procent van de leiders geeft aan wel eens van kansel te hebben geruild, maar het betreft dan vooral gemeenten van de eigen kerkelijke traditie.

Het onderzoek trekt drie conclusies: 1. gemeenteleiders willen opwekking en weten allemaal wat daarvoor nodig is; 2. ze denken van zichzelf dat ze best aardig op streek zijn; 3. maar als je even doorvraagt, blijft daar weinig van over. „Interkerkelijk overleg en af en toe een gezamenlijk gebed of dienst geeft hun het gevoel dat ze heel aardig samenwerken (en het is ook een goed begin), maar het staat allemaal nog in de kinderschoenen en het zet voor buitenkerkelijken vrijwel geen zoden aan de dijk. Er wordt nog onvoldoende strategisch gedacht en effectief gehandeld”, aldus de onderzoekers.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer