In de Kamer „is altijd een zekere verlegenheid geweest” om onder­scheid aan te brengen tussen culturen en religies, stelt de partij­leider in een gesprek vlak voor het congres. „De Kamer, en ook de ChristenUnie, wil namelijk de vrijheid van iedereen verdedigen. En dat blijven we doen.”

Tegelijkertijd is het de hoogste tijd om te laten zien wat Neder­land voor land is, waar wij vandaan komen, meent hij.

Waarom?

„Ik merk bijvoorbeeld dat de vrijheid van onderwijs onder vuur ligt omdat radicale moslims die ook willen benutten. Uit angst voor misstanden willen seculiere partijen als D66 en de PVV dan die vrijheid inperken. Maar die moeten wij juist koesteren, net als de godsdienstvrijheid. Als er problemen zijn, moeten die worden aangepakt, maar niet op zo’n manier dat dit juist ten koste gaat van onze vrijheden.

Daarnaast merk ik dat veel mensen in ons land zoekende zijn: Wie zijn wij als Nederlanders? Ik pleit er daarom voor om vrijmoediger en minder bescheiden te spreken over onze christelijke cultuur dan wij tot nu toe hebben gedaan. Neem onze waarden zoals rentmeeterschap en naastenliefde op in de Grondwet. Dat schept ook duidelijkheid naar nieuwkomers.”

Verreweg de meeste Nederlanders zijn vervreemd geraakt van de joods-christelijke cultuur.

„Ik ben niet naïef optimistisch dat we die trend zomaar even kunnen omkeren. Maar ook in tijden van secularisatie en tegenwind ben ik hoopvol. God is almachtig. Hij kan opnieuw deuren openen. Hij laat ons land niet los.”

In ons land gebeurt veel dat recht tegen Gods geboden ingaat. Is er geen bekering nodig voor we weer hoop kunnen koesteren?

„God kan buitengewoon scherp oordelen over de toestand in ons land, een land dat God steeds meer heeft losgelaten en niet meer bij een open Bijbel wil leven. Hij is ook vol ontferming en bewogenheid. Ieder jaar herdenken we met Kerst dat Zijn Zoon onder ons is komen wonen. Zolang God de wereld niet opgeeft, mogen wij dat ook niet doen.

Is er bekering nodig? Zeker. En de eerste die bekeerd moet worden, ben ik zelf: dat ik mij niet comfortabel terugtrek in een bolwerk van gelijkgezinden, maar juist mijn plek probeer te vinden in de gure werkelijkheid in de wereld. Dat is de plaats waar God ons toe roept.”

Vanaf uw post als politicus zoekt u niet alleen medestanders onder christenen, maar ook elders. Waarom?

„Christus heeft gezegd: „Wie tegen ons niet is, die is voor ons.” Daarom zoek ik altijd naar mensen van goede wil om onze politieke en maatschappelijke strijd mee te helpen voeren. In de strijd tegen prostitutie werk ik samen met feministen. En deze week heb ik samen met omroepbaas Jan Slagter een zilveren stembusakkoord getekend met voorstellen om te voorkomen dat mensen hun leven als voltooid gaan ervaren. Als we dienstbaar willen zijn aan de samenleving, zullen we ruimhartiger dan we voorheen gewend waren moeten samenwerken met ook seculiere bondgenoten.”

Op hoeveel medestanders hoopt u na de verkiezingen in uw fractie?

„We mikken op zes zetels. Dan moeten we 80.000 extra stemmen halen. Die vinden we onder Bijbelgetrouwe christenen, maar niet zozeer bij de SGP. Daarmee hebben wij weinig grensverkeer.

Wij willen dé partij zijn die de christelijke cultuur van ons land belichaamt en daarvoor staat.

Onze kiezers hebben de afgelopen jaren veel waar voor hun stem gekregen via de akkoorden die wij met het kabinet hebben gesloten. Ook straks zullen onze zetels cruciaal zijn.”