Ouderbetrokkenheid in onderwijs van groot belang
Gezonde betrokkenheid van ouders op de school komt het onderwijs ten goede, stelt dr. W. Fieret.
Het is begrijpelijk dat ouders betrokken zijn bij de school van hun kind(eren). Ze houden immers van hun kinderen, ze hebben er veel voor over en ze zoeken het goede voor hen. Ouderbetrokkenheid is echter lang niet altijd zo intensief geweest als vandaag de dag. Toen ik in 1971 in Terneuzen mijn loopbaan begon op de lagere school, waren er drie momenten in het cursusjaar waarop de ouderbetrokkenheid tot uiting kwam: twee keer een ouderavond en een speciale avond waarop een van de meesters of een externe spreker een onderwerp behandelde. Verder kreeg je af en toe een briefje of een telefoontje van een ouder, maar dat behoorde tot de zeldzaamheden. Tijdens de periodieke gezinsbezoeken werd er wederzijds informatie uitgewisseld.
Nu, 45 jaar later, werk ik als interim-directeur op de Rehobothschool in Kootwijkerbroek. Het is duidelijk dat de ouderbetrokkenheid veel intensiever is geworden. Zo is er een gezamenlijke opening van het cursusjaar in de kerk. Dit jaar waren er volgens de koster wel 1000 kinderen en ouders en personeelsleden in de kerk. Op de derde dinsdag van het cursusjaar wordt er een ouderavond gehouden. Dit jaar was er verder een plenaire bijeenkomst waarin iemand sprak over het belang van lezen, waarna de ouders in gesprek gingen met de juf of meester van hun kind. Een paar weken geleden woonden tientallen moeders een paar lessen bij in de klas van hun kind.
De rij is nog langer te maken: op veel scholen lezen moeders voor en houden pleinwacht, vaders zijn betrokken bij het onderhoud van de school, mensen die verstand van geld hebben zitten in de financiële commissie, er zijn ouderraden of -commissies en niet te vergeten de oudergeleding van de medezeggenschapsraad. Een aantal van deze voorbeelden, zoals het onderhoud van het gebouw, valt niet onder de noemer ouderbetrokkenheid, maar onder ouderparticipatie.
Prestatie
Waar komt die toegenomen intensiteit van ouderbetrokkenheid vandaan? Er zijn diverse oorzaken voor aan te geven. De eerste is de algemeen maatschappelijke verandering die te maken heeft met inspraak. Ouders hebben het recht van medezeggenschap. In reformatorische kring is dat lang een omstreden zaak geweest. Daar is heel wat over gediscussieerd. Was medezeggenschap niet in strijd met de visie op gezag? Na een uitvoerige gedachtewisseling is het er toch van gekomen. Op sommige scholen heet het orgaan overigens een adviesraad.
Daarnaast vraagt de maatschappij veel meer van ons dan vroeger. Onze samenleving is een prestatiemaatschappij geworden. De Gentse hoogleraar Paul Verhaeghe schijft daar uitvoerig over in zijn veelgelezen boek ”Identiteit”. Het accent ligt tegenwoordig op excelleren, prestatiebeloningen voor topleerkrachten, topscholen enzovoort. De prestaties worden gemeten, de voortgang wordt in kaart gebracht, ouders zien hoe hun kind zich het laatste jaar ontwikkeld heeft. Als je als leerling achterblijft, ben je een verliezer. Verhaeghe noemt dat het meest bekende scheldwoord op het schoolplein.
Hoewel ik het in Kootwijkerbroek nog niet heb gehoord, is de sfeer van prestatiedrang alom herkenbaar. Het meritocratische denken, waarbij de sociaal- economische positie van de mens bepaald wordt door zijn verdiensten, zijn merites, is dominant aanwezig. En we doen er allen aan mee. Het zit als het ware in de haarvaten van onze samenleving.
Wellicht is de ouderbetrokkenheid niet altijd even bewust gericht op prestatie. Als ik de moeders achter in het lokaal zie zitten, zijn ze volgens mij niet bezig met de vraag: „Kan mijn kind straks tweetalig onderwijs volgen?” Maar feit is wel dat ouders mede door de druk om te presteren anders en minder vrijblijvend naar de school kijken.
Medeopvoeder
Ik wijs nog op een derde oorzaak voor de grotere ouderbetrokkenheid. Iedere ouder ervaart zelf dat de wereld complexer is geworden. Er zijn veel meer zaken die om een antwoord vragen. Wat doet de school op het gebied van ethische vraagstukken? Welke plaats heeft seksuele vorming in het onderwijs? Hoe bereidt de school jongeren voor op de digitale wereld? Wat zijn de grenzen bij begeleide confrontatie? Het zijn thema’s die te maken hebben met levensovertuiging, met Bijbelse waarden.
Deze vragen, die te maken hebben met vorming, toerusting, wapening, werden in de jaren zeventig in Terneuzen niet gesteld. Tegenwoordig kun je er echter niet meer omheen. Ouders realiseren zich dat de school een belangrijke medeopvoeder is. Die verschuiving van de taak van de school brengt ouders en school dichter bij elkaar. Ze zijn meer elkaars partners geworden. Dat partnerschap versterkt de ouderbetrokkenheid.
Het is waardevol dat er ook voor onze scholen een organisatie is die zich bezighoudt met ouderbetrokkenheid. Een gezonde betrokkenheid van ouders op de school komt het onderwijs ten goede. Het versterkt de band tussen het gezin en de school.
Het is een voorrecht dat de kerk daarbij ook een duidelijke taak heeft. Drie opvoeders, gezin, kerk en school, spannen zich gezamenlijk in om kinderen op te voeden in de vreze des Heeren, in een tijd vol van niet-Bijbelse ‘beïnvloeders’. Daarom is het belang van betrokkenheid van ouders bij de school niet te onderschatten.
De auteur werkt als interim-directeur op de Rehobothschool in Kootwijkerbroek. Dit artikel is een samenvatting van de lezing die hij woensdagavond verzorgde op een regioavond in Barneveld van de Reformatorische Ouderverening (ROV).