Gerhard Hormann over de spaarhypotheek
Het is nog iets te vroeg om de vlag al uit te hangen, maar mensen met een spaarhypotheek moeten de komende tijd het nieuws aandachtig volgen.
Bij het behandelen van het belastingplan voor 2017 heeft de Tweede Kamer namelijk een amendement aangenomen dat gunstig is voor huizenbezitters met deze hypotheekvorm.
Ooit gold de spaarhypotheek, die eind jaren tachtig op de markt kwam, als de ideale hypotheekvorm. De huizenkoper profiteerde –zoals dat toen heette– maximaal van de hypotheekrenteaftrek doordat hij tussentijds niets afloste, terwijl hij zeker wist dat hij het geleende bedrag op de einddatum tot de laatste cent bij elkaar had gespaard. In die zin is het een verbeterde versie van de traditionele levenhypotheek die ook pas op de einddatum uitbetaalt, maar niet zelden te weinig opbrengt.
Voor zover er nadelen aan verbonden waren, kwamen die op het bordje terecht van de overheid. Net als bij de aflossingsvrije hypotheek betaalt de fiscus elk belastingjaar het volle pond terug aan de consument, met als resultaat een jaarlijks terugkerende kostenpost van circa 14 miljard. Die onwenselijke situatie leidde uiteindelijk met ingang van 2014, ruim een kwarteeuw na de introductie van de spaarhypotheek, tot de eis dat er bij nieuwe hypotheken vanaf de eerste dag moet worden afgelost om nog in aanmerking te komen voor renteaftrek.
Inmiddels was al duidelijk geworden dat er aan de spaarhypotheek verschillende nadelen kleven. Zo blijkt het vaak lastig om deze door te laten lopen na een verhuizing, want elke bank hanteert daarvoor andere voorwaarden. Ook is soms als bepaling in de akte opgenomen dat extra tussentijdse premiestortingen niet zijn toegestaan, zodat het zaak was om voor het zetten van de handtekening alle kleine lettertjes te bestuderen.
Bij het ontwerpen en doorrekenen van de spaarhypotheek is feitelijk alleen rekening gehouden met een gelijk blijvende of oplopende rente. Doordat de consument hetzelfde rentepercentage ontvangt over zijn inleg als hij aan de bank verschuldigd is, heeft dit product een dempende werking bij rentestijgingen, waardoor de lasten gedurende de gehele looptijd stabiel blijven. In al die scenario’s is echter geen rekening gehouden met de extreem lage rente waar we nu mee te maken hebben.
Huizenbezitters met een spaarhypotheek ondervinden geen enkel voordeel van de huidige gunstige rentepercentages. Wie een aflossingsvrije hypotheek heeft van 5 procent gaat bij een nieuw rentevoorstel van de bank de helft minder betalen, terwijl bij een spaarhypotheek de nettorentelasten soms zelfs omhooggaan. Dat was nooit de bedoeling, voelt oneerlijk en blijkt een grote tekortkoming van deze ooit zo geprezen spaarvorm.
Grootste nadeel is echter dat er niet versneld kan worden afgelost, omdat minstens twintig jaar spaarpremie moet zijn betaald om de aan de woning gekoppelde kapitaalverzekering belastingvrij te kunnen laten uitkeren. Ironisch genoeg wordt spaarzaamheid dus niet beloond door een leningvorm die het woord “sparen” in de naam draagt. Met het amendement wordt een einde gemaakt aan die situatie, waarschijnlijk omdat de overheid er zelf ook van profiteert wanneer mensen eerder aflossen. Binnenkort kun je als huizenbezitter dus niet alleen een stuk eerder van je hypotheek af, maar ook van deze hinderlijke hypotheekvorm.
De auteur is schrijver en publicist. Reageren? hormann@refdag.nl