CGK: Bezinning op zingbaarheid psalmen
De Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) gaan nader onderzoek doen naar de zingbaarheid van de psalmen. Ze doen dat onder en met jongeren. Dat heeft de generale synode van de CGK, dinsdag bijeen in Nunspeet, besloten.
De landelijke kerkvergadering onderstreepte in oktober al het belang van het zingen van psalmen. De vraag die toen bleef liggen, was hoe jongeren bij deze liederen kunnen worden betrokken.
De synode wil deputaten kerkjeugd en onderwijs en de christelijke gereformeerde jeugdbonden CGJO en LCJ betrekken bij de bezinning op de huidige jeugd- en muziekcultuur. De kerk gaat ook externe adviseurs op het gebied van nieuwe initiatieven voor het zingen van de psalmen benaderen.
Het onderzoek moet een overzicht opleveren van de bruikbaarheid van de psalmen op de gebruikelijke melodieën én van andere initiatieven ter bevordering van het zingen van de psalmen. Het onderwerp komt terug op de synode van 2019.
De synode boog zich dinsdag ook over het uitspreken van de zegen door niet-predikanten in de eredienst. Ds. A. van de Bovekamp (Veenendaal) zei namens de commissie die het rapport van deputaten eredienst heeft bestudeerd dat er meer (Bijbelse) bezinning nodig is om tot een goed besluit te komen. Volgens hem draait het om de vraag: is de zegen verbonden aan het ambt of aan het Woord?
Volgens deputaat ds. H. D. Rietveld is het moeilijk om vanuit de Schrift de vraag te beantwoorden of een ouderling de zegen mag uitspreken. Hij verwees naar de vrijgemaakt gereformeerden, „die heel goed kunnen studeren en discussiëren. Zelfs zij zijn hier niet uitgekomen.”
Je kunt in de Schrift geen „spijkerharde” lijn aanwijzen, aldus de emeritus predikant uit Nijkerk. „Het is een liturgisch vraagstuk. Mag het niet of mag het wel? Wij zeggen: Het mag wel.”
Ds. M. Oppenhuizen (Apeldoorn): „Na de komst van Christus leven we in een koninkrijk van priesters, dus iedereen mag de zegen uitspreken.”
Ds. A. G. M. Weststrate (Kapelle-Biezelinge) vindt dat het uitspreken van de zegen bij het „ambt der verzoening” hoort. Hij pleitte, net als ds. W. N. Middelkoop (Urk), voor nadere bezinning. De synode spreekt later verder over de zegen.
Uit het rapport van deputaten eredienst blijkt verder dat classes de laatste twee decennia steeds vaker zien dat kerkenraden toestemming geven aan een broeder uit de gemeente om een stichtelijk woord te spreken. De synode besloot deputaten kerkorde en kerkrecht op te dragen zich hier nader op te bezinnen, evenals op de verhouding van deze broeders tot de positie van een evangelist en een dienaar des Woords. Het onderwerp komt terug op de generale synode van 2019.
Het deputaatschap diaconaat van de CGK en de generale diaconale commissie van de Hersteld Hervormde Kerk (HHK) gaan samen om de tafel „om de contacten uit te bouwen en te versterken”, maakte voorzitter ds. M. Visser bekend.
Tijdens de vorige vergaderweek, in oktober, zei de predikant onder meer dat de samenwerking met de HHK „een lastig punt” is omdat die kerk „wel een commissie maar geen diaconaal bureau kent.”
De Hersteld Hervormde Kerk was het niet eens met die analyse. Ds. J. Joppe, voorzitter van de generale diaconale commissie, schreef een ingezonden artikel in deze krant. Hij wees erop „dat er in de afgelopen jaren door de deputaten diaconaat van de CGK geen enkel contact met de generale diaconale commissie van de HHK over mogelijke samenwerking is geweest.”