Kerk & religie

Kerkgeschiedenis met een knipoog – Helend water bij oom Frans Mallan

Misschien heb ik het verhaal al eens elders verteld. Maar zelfs Paulus zei weleens ‘dezelfde dingen’. Ik werd geprikkeld door het verhaal van Trouwjournalist Lodewijk Dros, zowel in zijn eigen huisorgaan als in deze kolommen, onder de titel ”Refo’s, ik mis jullie” (29-11). Nu wist ik al wel dat deze „refoafvallige” (hij kan tegen een plaagstootje) iets had met ds. J. P. Paauwe. Hij bezorgde namelijk, samen met ds. N. J. P. Sjoer, een boek over hem, ”Als een eenzame mus op het dak”. Maar ik deed nu ook de ontdekking dat wijlen ds. F. Mallan voor hem, van zijn vrouws

dr. ir. J. van der Graaf

22 November 2016 13:21Gewijzigd op 16 November 2020 08:46
Ds. Frans Mallan.         beeld Sjaak Verboom
Ds. Frans Mallan. beeld Sjaak Verboom

zijde althans, „oom Frans” was. Wat ik hem liet weten schrijf ik ook hier neer.

In de oorlogsjaren kreeg mijn moeder struma, een ziekte waarbij je een dikke keel krijgt. In Barendrecht, genabuurd aan mijn geboortedorp Rijsoord, was men gezegend met bronwater – in tegenstelling tot Ridderkerk, waar men het met gedestilleerd rivierwater moest doen. Dat bronwater bevatte jodium, goed tegen struma.

In de jaren rondom 1948 mocht ik als jochie van tien, elf jaar met een melkbusje aan mijn fietsje daar dat heilzame vocht gaan halen. Nu had dat al gekund bij een huis waar Barendrecht vanuit ons woonoord begon. Maar nee, ik moest anderhalve kilometer verder. Daar woonde de familie Bakker, schoonouders van een aankomend predikant (1948) in de Gereformeerde Gemeenten, te weten „oom Frans.” Daar was het water kennelijk nog heilzamer. Voor mij duurde de wekelijkse temptatie dus naar ruwe schatting 6 kilometer langer dan nodig.

De tweede herinnering is van andere orde. Deze Verbi Divini Minister, hoewel gestreng in de leer, was ook goedlachs. Ooit schreef de christelijke gereformeerde ds. J. H. Velema in het RD een verhaal over zijn ervaringen als reisleider. Gegeven het vaak geestelijk geschakeerde reisgezelschap plaatste hij zijn ontboezemingen onder de titel ”Van Maasbach tot Mallan”. Enkele dagen later promoveerde de in deze kolommen bekende dr. C. S. L. Janse, studentikoos gezegd amice Chris. Ik stond bij de receptie in de felicitatiefile direct achter Mallan. Hij keek om zich heen en met een brede armzwaai liet hij op luide toon met een lach op het gelaat horen ”Van Maasbach tot Mallan”. Ik denk overigens dat hij ”Maasbach” toen minder breed lokaliseerde dan Velema.

En nu ik toch bezig ben, nog een herinnering aan „oom Frans.” Enkele malen hadden we een briefwisseling, bijvoorbeeld bij enkele wederzijdse jubilea. In een van zijn epistels liet hij weten dat hij in zijn Vlaardingse tijd een keer langs de Grote Kerk liep toen hem een groot heimwee overviel, zoiets als het ledeboeriaanse heimwee. Ledeboer had immers gezegd: „God zal ons haar weergeven?!” Nu was dat heimwee in zijn dagen al heel zeldzaam geworden. Sinds 2004 is het nagenoeg verdwenen. Maar het tragische is dat dat heimwee maar heel zelden in daden is omgezet. Vandaag moeten we zelfs vragen wie heimwee moet hebben naar wie en waar. Enfin, Barendrecht had helend water. Maar water voor heling van kerkelijke wonden en ziekten bleek er niet voorhanden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer