Column: Abortus of adoptie?
De Nederlandse Patiënten Vereniging maakte een indrukwekkend filmpje voor de Week van het Leven. Een aantal voorbijgangers op straat werd gevraagd te reageren op meerkeuzevragen. „In hoeveel gevallen eindigt een zwangerschap in Nederland in abortus? Een op de 7, 70 of 700?”
Vorige week schreef collega-columnist Esmé Wiegman op deze plaats over de beschermwaardigheid van kwetsbaar leven (RD 9-11). „Elke moeder en elk kind verdient beter dan abortus”, zo schreef ze. Ook een moeder die ongewenst zwanger is, vol van zorgen over de gezondheid en toekomst van haar kind, met een vader die buiten beeld is.
Iets van het leed van deze problematiek werd ons duidelijk toen we deze week van de Singaporese adoptievereniging details hoorden over de achtergrond van het meisje dat we sinds dinsdag onze dochter mogen noemen. Onvoorstelbaar hoeveel problemen er in één vrouwenleven passen. En van generatie op generatie overgedragen worden.
De biologische moeder (”tummy mummy”) was al vroeg in de zwangerschap in het ziekenhuis geweest met het plan om het leven in haar te beëindigen. Toch bedacht ze zich. Ze droeg het kindje negen maanden bij zich en het kwam blakend gezond ter wereld. God zij dank. Maar dan beginnen de echte problemen pas. Als eerste de ontbrekende vader. Of beter gezegd: de verwekker van het kindje. Hij was degene die had aangedrongen op abortus en de moeder er geld voor had gegeven. En vervolgens uit haar leven verdween.
Bij abortus spreken we vaak over de vrouw en haar keus, maar is er ook een ”tummy daddy” bij iedere abortus betrokken! Mannen die geroepen worden tot het nemen van verantwoordelijkheid en leiderschap, maar het compleet laten afweten. Hoeveel abortussen kunnen worden voorkomen als mannen zich gedragen?
Een tweede probleem is de sociale en wettelijke situatie van alleenstaanden. In verzorgingsstaat Nederland bestaan er verschillende regelingen die het ook voor alleenstaande moeders of vaders redelijkerwijs mogelijk maken om een kind te verzorgen. Denk aan uitkeringen, verlof en kinderbijslag.
In veel andere delen van de wereld is dat echter niet het geval. Niet werken betekent geen inkomen. Daarbij komt dat wetgeving gebaseerd is op geboorte binnen een huwelijk. Als een kind geboren wordt buiten de huwelijksboot valt het voor veel regelingen tussen wal en schip.
Vandaar dat veel westerse raadgevers zeggen: „Wees ruimdenkender! Het mag geen verschil maken uit welke relatie een kind geboren is. Vader, moeder, single, twee vaders: regel het correct.” „Niet mee eens”, zegt Singapore, „wij vinden dat de vader en de moeder van het kind de eerste verantwoordelijkheid hebben en we willen geen regelingen creëren die het faciliteren dat ouders zich van die taak ontdoen.”
Natuurlijk is kritiek op dit systeem op zijn plaats, want er vallen mensen buiten de boot. Maar ook andere landen hebben waarden waarop ze hun beleid baseren. Nederland is zijn calvinistische veren voor een groot deel kwijtgeraakt, maar het andere landen voorhouden van de waarheid zijn we niet verleerd.
Een vergelijkbare situatie deed zich voor toen de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) onlangs het advies gaf te stoppen met adoptie van kinderen uit het buitenland. „Buitenland, regel alles zoals we dat in Nederland doen, dan ben je beter af”, zei het opgeheven vingertje.
Volgens de RSJ is armoede vaak een reden om een kind ter adoptie te geven, hoewel dat niet zou mogen. Hij citeert onderzoek waaruit blijkt dat er van adoptie een aanzuigende werking uitgaat. Nederland zou er beter aan doen het jeugdbeschermingsbeleid te exporteren in plaats van adoptiekinderen te importeren.
Het is zeker waar dat armoede er niet zou mogen zijn. Maar met dat vast te stellen zijn we er niet. Adoptie is altijd een noodoplossing gericht op een kind dat een familie nodig heeft en niet op (kinderloze) echtparen die een baby zoeken. Onderzoek laat duidelijk zien dat kinderen beter af zijn in een gezin vergeleken met een tehuis of wisselende adressen. En ik vraag me af of ons jeugdbeschermingsbeleid in het buitenland net zo aantrekkelijk wordt gevonden als Buurtzorg, dat ondertussen inderdaad in China actief is.
In Nederland eindigt een op de zeven zwangerschappen in een abortus. In Singapore zelfs een op de vijf. Tegelijkertijd zijn er wachtlijsten van potentiële adoptieouders en worden er duizenden euro’s uitgegeven aan vruchtbaarheidsbehandelingen. Dat moet evenwichtiger kunnen.
Dr. Dirk de Korne is als adjunct-directeur en universitair docent betrokken bij een academisch ziekenhuis in Singapore. Reageren? rubriekforum@refdag.nl