Geestelijk nut
1 Petrus 5:5b
„Zijt met ootmoed bekleed, want God wederstaat de hovaardigen, maar de nederigen geeft Hij genade.”
Moeilijk is het af te leggen, wat men zich aanwende. Maar nog moeilijker is het tegen de eigen wil in te gaan. Doch als u in kleine en lichte dingen niet overwint, wanneer zult u dan de overhand hebben in nog zwaardere dingen? Weersta uw neiging in de aanvang en leer de kwade gewoonte af, opdat zij niet misschien langzamerhand u in grotere moeilijkheid brengen. O, indien u bedacht welke grote vrede u uzelf en wat een vreugde u anderen bereiden kon door uw goede wandel. Ik geloof dat u dan meer ernst zou maken met uw geestelijke groei.
Het is ons nuttig dat wij soms moeiten en wederwaardigheden hebben, omdat zij dikwijls de mens tot het eigen hart terugroepen, opdat hij verstaat dat hij hier in ballingschap leeft en zijn hoop niet stelt op enig ding der wereld. Het is goed dat wij soms tegenspraak te verduren hebben, en dat men kwalijk en minder juist over ons oordeelt, ook al doen en bedoelen wij het goede.
Dat alles dient dikwijls om ons nederig te houden en het bewaart ons voor ijdele roem. Want dan vragen wij het meest naar God, de inwendige Getuige, als wij daarbuiten door de mensen gesmaad en met wantrouwen bejegend worden. Daarom behoort een mens zo vast in God gegrond te zijn, dat hij het niet nodig heeft vele menselijke vertroostingen te zoeken.
Thomas a Kempis, kanunnik te Zwolle
(”De navolging van Christus”, 1471)